Geplaatst 05 december 2014
We tellen af: Nog 9 maanden geduld, dan wordt Schimmenschuw uitgegeven bij Zilverbron.
De groep mensen die verbannen werd van de Aarde crashte op EIBOR RISOKLANY (zie 10 – Het aftellen begint).
Het was een vreselijke tijd en de psi gevoelige mensen, die op de Aarde natuurrampen voorspeld hadden, moesten op deze voor hen vreemde planeet zien te overleven.
Hun geschiedenis begon van voren af aan, ze waren kolonisten en leefden zoals mensen op de Aarde leefden in het begin van hun ontwikkeling. Ze bouwden hutten en hielden zich in leven door te jagen op klein wild en door visvangst, door het verbouwen van tarwe, maïs, wortelen, kool, sla en bonen. Al gauw werden er dieren gehouden als vee.
De Avatars van Eibor Risoklany zorgden voor een vergelijkbare leefomgeving als die deze mensen op Aarde hadden gekend. Zij waren nieuwsgierig naar hun ontwikkeling. Het klimaat en de leefomstandigheden werden door Hen zo optimaal mogelijk aan de behoeften van hun studieobjecten aangepast. Ze zagen dat er langzamerhand zeven dorpen ontstonden, een eindje uit elkaar, waarbij in ieder dorp één familie de leiding op zich nam.
Die zeven belangrijke families hadden ieder een groep andere families als aanhangers. Zo ontstonden er op den duur zeven grotere vestigingen uit de dorpen en de families breidden zich uit. Eibor Risoklany had voor het eerst in haar bestaan niet alleen goddelijke inwoners en draken, er woonden nu ook mensen.
Vooral bij de zeven leidende families bleek dat de gave die ze op Aarde hadden gebruikt om rampen aan te kondigen zich heel snel verder ontwikkelde. Tijdens die ontwikkeling kregen de leden uit de families het vaak erg moeilijk: ze zagen visieoenen die ze niet verklaren konden en kregen vreselijke enge nachtmerries. Ze konden niet meer rusten en stonden voortdurend op scherp, raakten uitgeput en kregen enorme hoofdpijn en hevige andere fysieke pijn zoals heftige maagkrampen. Ze moesten veel braken en lieten hun ontlasting lopen.
Het leek er vaak op dat die mensen in brand stonden en dat de kracht van het vuur niet naar buiten kon, maar in henzelf bleef woeden.
Toen een van hen in doodsangst bij zo’n aanval om hulp riep: “O, God, help me!” merkte hij dat de planeet Eibor Risoklany bewoond was! Hij zag een man en een vrouw vlak voor zich staan: de menselijke manifestaties van een god en een godin.
De mannelijke Avatar vertelde hem dat hij wel wilde helpen als hij en zijn familie Hem en de andere Avatars zouden aanbidden en gehoorzamen. De vrouwelijke Avatar vertelde dat de goden en godinnen de mensen zouden leren om hun magische gave onder controle te krijgen en te leren hoe en waarvoor ze hun magie konden gebruiken.
De zeven families stemden daarin toe en vanaf die tijd was het volk op Eibor Risoklany een godvrezend, magisch volk. De zeven leidende families bleken over de grootste hoeveelheid magie te beschikken, maar vele andere families die de gevoeligheid bezaten, konden daarin ook opgeleid worden zodat ze magie leerden gebruiken, al was die bij hen minder sterk dan bij de zeven leiders.
Een lange periode begon waarin het leven op Eibor Risoklany goed was. De veertien Avatars, de draken die in de verre streken leefden en de kolonisten van de Aarde leefden er vreedzaam samen.
Ons boek Schimmenschuw speelt zich veel later af dan deze tijd op Eibor Risoklany. Hoewel de Avatars er nog steeds zijn en er ook nog afstammelingen zijn van de mensen die oorspronkelijk van de Aarde verbannen waren, zijn de draken er dan bijna uitgestorven. Alleen heel gevoelige personen vertellen ons dat ze soms hun geesten zien…
Dit was een tweede voorbeeld van ons “Wat als…” gefantaseer, over de wereldbouw van EIBOR RISOKLANY.
We zijn vanaf 2012 bezig aan ons debuut Schimmenschuw, dat in de planning staat om in augustus 2015 te worden uitgegeven bij Zilverbron. Inmiddels hebben we in 2014 een flink stuk doorgeschreven aan een vervolgserie, die in hetzelfde jaar begint als waarin Schimmenschuw begint. Voor die serie hebben we ook 2015 nog wel nodig, want we hebben pas besloten dat we het verhaal net iets anders in gaan delen. We moeten het zelf natuurlijk eerst helemaal goed genoeg vinden om uit te laten geven voordat we het opsturen naar de uitgever. Uw geduld en dat van ons wordt flink op de proef gesteld. Maar ooit…
Groeten van Johanna Lime.