Het verhaal van Interplanetair deel 1 is helemaal geschreven

20 juni 2020

In november van 2019, tijdens NaNoWriMo, schreef ik de eerste veertien hoofdstukken van deel 1 van een nieuwe trilogie, die moest volgen op trilogie De vergeten vloek. Voor deze nieuwe trilogie bedacht ik de titel Interplanetair. Vanaf 19 oktober was ik bezig met de voorbereidingen voor de NaNoWriMo, met het bedenken en uitwerken van de personages en het plotten van het verhaal. Ik werkte mijn grove indeling van 27 hoofdstukken uit in Excel en begon op 1 november met het schrijven.

Precies op diezelfde datum startte ook de redactie van Schamel verbond. Ik had dus in november 2019 steeds wat redactiewerk en schreef zodra dat klaar was weer verder aan dit nieuwe verhaal. NaNoWriMo van 2019 won ik met 52.816 nieuwe woorden.

Na de eerste veertien hoofdstukken bleef dit verhaal even liggen. In december 2019 stortte ik me op de redactie van Schamel verbond en schreef ik een nieuwe versie voor De twaalfde Saturnusmaan.

Ik was niet helemaal tevreden met hoe de plot verliep en besloot in januari 2020 de eerste veertien hoofdstukken van Interplanetair deel 1 eens grondig door te lezen. Daarbij kwam ik op net wat andere details voor het verhaal, waardoor het geloofwaardiger kon worden. Hier volgde uit dat ik aan een tweede versie begon, waarbij ik eerst kritisch aan het wijzigen ging van wat ik al geschreven had en hier en daar alvast wat aan foreshadowing kon doen. Vervolgens kwamen er in februari en maart twee nieuwe hoofdstukken bij. Die schoten niet erg op, ze waren moeilijk om op te schrijven. Blijkbaar zat er in het midden een soort struikelblok dat ik moest overwinnen, maar uiteindelijk stond het middenstuk van het verhaal er toch.

In de tussentijd ging de redactie aan Schamel verbond gewoon verder en begon de redactie van De twaalfde Saturnusmaan. Beide boeken kwamen in april 2020 uit. Geweldig fijn!

De maand april van 2020 had ik gereserveerd voor drie korte verhalen voor de Waterloper Verhalenwedstrijd, die in mei ingezonden konden worden. Uiteindelijk kwamen daar twee herschreven verhalen uit 2019 bij, voor Edge Zero, die ook in mei konden worden ingezonden. Vervolgens herschreef ik ‘Hoe een oger van Geoglurk de aardmannen hielp’ en publiceerde ik dit verhaal als e-book op Smashwords. Daarna vond ik nog de tijd om een nieuw kortverhaal te schrijven voor de NCSF, voor hun tijdschrift HSF van juli 2020. En daarna herschreef ik aan het begin van mei 2020 nog een kortverhaal, voor datzelfde tijdschrift. Intussen heb ik dus vijf korte verhalen die bij wedstrijden ondergebracht zijn, een nieuw e-book in 2020 en twee verhalen waarvan ik te horen kreeg dat ze in het tijdschrift HSF komen. Ik was in april 2020 lekker productief.

In mei 2020 werd het weer hoog tijd om door te schrijven aan Interplanetair, deel 1. Tussen 8 en 13 mei kwam ik met versie 2 tot aan hoofdstuk 17. Daar stokte het. Hoofdstuk 17 speelde zich op Calliope af en dat was helemaal niet logisch. Dus begon ik van voren af aan met een nieuwe versie. Dat werd versie 3. Op 25 mei 2020 had ik het hele stuk, vanaf hoofdstuk 1 tot en met waar ik gebleven was, weer herschreven en aangepast en had ik hoofdstuk 17, dat zich nu op een andere planeet afspeelde, ook klaar. Tussen 28 mei en 19 juni 2020 schreef ik de rest van het verhaal. En ik heb het voor elkaar gekregen om nu eens onder de 100.000 woorden te blijven, wat Cocky vermoedelijk wel fijn zal vinden. In de tussentijd had ik mijn schema aangepast en uiteindelijk bestaat dit verhaal uit 25 hoofdstukken. Wat ik geplot had in hoofdstuk 26 en 27 schuift op naar het tweede deel van de trilogie. De ideeën voor deel 2 beginnen al te borrelen en krijgen steeds meer vorm, dus dat gaat ook de goede kant op.

Het verhaal voor Interplanetair deel, Ruimtestad, is vandaag dus helemaal uitgeschreven, ik heb er een goed gevoel bij. Toch ga ik het nog een keer heel kritisch doornemen in een versie 4, tijdens CampNaNoWriMo van juli 2020. Maar behalve dat ik Interplanetair deel 1 herschrijf in juli, ben ik ook van plan om twee korte verhalen te gaan schrijven voor de Harland Awards van 2020.

Het leuke is, dat ik vorig jaar met precies hetzelfde zat, maar dan met Schamel verbond. Daar schreef ik ook versie 4 van tijdens CampNaNoWriMo van juli 2019. Ik gebruikte augustus om nog wat puntjes op de i te zetten en stuurde het manuscript in september naar Zilverbron. Dat kan nu dus weer zo gaan, maar dan met mijn volgende fantasy/sciencefiction boek.

Heerlijk dat dit weer is gelukt en dat dit verhaal er nu ook staat. Er hoeft alleen nog maar wat aan geschaafd te worden voordat het naar de uitgever wordt opgestuurd.

Johanna Lime

Het struikelblok

6 juni 2020

Het struikelblok

Zoals jullie inmiddels waarschijnlijk wel weten, wanneer je mijn blogs volgt, is dat ik mijn romans plot in Excel. Ik ben eerder een planner dat een organische schrijver. Toch betekent dat niet dat ik het verhaal in een keer helemaal goed opschrijf. Het gebeurt telkens weer dat er tijdens het schrijven van alles aan het verhaal verandert. Een schema is nog geen garantie voor een vaste plaats waar scènes precies in zullen vallen. Er schuift van alles heen en weer tijdens het schrijfproces en scènes die begonnen met een vaag idee worden steeds duidelijker en gedetailleerder door de tijd.

Pasgeleden stokte mijn tweede versie van Interplanetair deel 1, het nieuwe verhaal waar ik nu aan bezig ben, in hoofdstuk 17. Ik kwam tot de conclusie dat ik op de verkeerde planeet was geland, bij een volk dat eigenlijk nauwelijks iets met het conflict te maken had. Daarom heb ik dat eruit gehaald en ben ik opnieuw begonnen. Ik heb een versie 3 gemaakt en heb alle hoofdstukken opnieuw doorgenomen vanaf hoofdstuk 1 tot aan hoofdstuk 17. Best handig want het is direct geredigeerd. Pas toen ik dat gedaan had en ik het verhaal zag opknappen, ben ik doorgegaan met de volgende hoofdstukken.

Ik kan het niet, eerst het hele verhaal neerzetten en daarna pas gaan redigeren. Niet als mijn intuïtie of de logica van de gebeurtenissen me vertelt dat ik verkeerd bezig ben. Eerst moeten de ‘fouten’ er uit zijn, voordat ik verder kan komen. Het wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe moet kloppen in het verhaal. Als dat niet goed is, stuit ik tegen een struikelblok aan en kom ik geen steek verder.

Het is nu al voor de tweede keer dat ik dit ervaar. Bij Schamel verbond had ik ook zo’n moment, ongeveer in het midden van het verhaal. Ik zat vast en kon pas weer verder toen ik me realiseerde wat de oplossing van een groot probleem moest zijn. De Avatars! Hoe kon het dat ik die vergeten was? Het hele verhaal draait immers om Hen!

Nu heb ik alweer zo’n struikelblok moeten overwinnen. Nadat hoofdstuk 17 zich op een andere plaats afspeelde, kon ik pas weer verder met de hoofdstukken erna. Vervolgens kwamen er nog twee hoofdstukken die ook weer erg lastig waren. Maar dat kwam doordat het ene hoofdstuk vanuit het eerste personage geschreven was en het volgende vanuit het tweede personage. Die twee hoofdstukken zijn intussen ook wel weer geschreven. Ze zijn echter wel een heel stuk korter geworden dan te doen gebruikelijk. Hoe dat komt? Ik denk doordat het om vechtscènes gaat, met korte zinnen en veel spanning. Ik plaats ze niet in één hoofdstuk, want dat zou verwarrend zijn. Het wie en waar is per hoofdstuk verschillend. Pas nadat ik die twee actievere hoofdstukken ook geschreven had, kwam het oude vertrouwde gevoel weer terug en wist ik hoe ik verder moest. Het ging weer stromen.

Zoals ik in mijn vorige blog schreef, kijk ik tegenwoordig af en toe naar YouTube filmpjes om te zien hoe andere schrijvers het aanpakken. Ik zag en hoorde dat Jerry Jenkins ook vaak tegen een struikelblok aanloopt, ergens midden tussen het begin en het eind van het verhaal. Ik ben dus niet alleen, een schrijver die al meer dan 190 boeken heeft geschreven, kan hier ook nog last mee hebben.

De enige manier om zoiets te overwinnen, is je vasthouden aan de passie voor je project. Bij het struikelblok moet het niet fout gaan, daar mag het schrijfproces niet stoppen. Dit punt moet dramatisch zijn en spannend, de beloftes aan de lezer moeten doorgang vinden en worden ingelost. Nu ik over dit punt heen ben, gaat het schrijven ineens weer een heel stuk gemakkelijker.

Nog vijf hoofdstukken, misschien zes, dan is mijn verhaal geschreven. Ik heb er vertrouwen in dat alles goed komt. Langzaam begint zich alweer een plan te vormen voor deel 2. Ik heb zelfs met Shutterstock afbeeldingen de voorstellen voor de kaften al gemaakt. Een nieuw project voor CampNaNoWriMo van juli 2020 zit in het verschiet.

Een professionele schrijver is een amateur die niet is gestopt.

Nee, er nu mee stoppen? Dat ben ik niet van plan. Ik moet de passie vasthouden en verder gaan met dit verhaal.

Groeten van Johanna Lime

Koude koffie

30 mei 2020

Koffie hoort bij schrijven

Dat schrijvers niet zonder koffie kunnen is, als ik het zo bekijk in berichtjes en afbeeldingen op het internet, een bekend feit. Ik moet toegeven dat koffie mij goed helpt om ’s morgens op te starten en dat het helpt om mij te concentreren en helder te blijven denken.

Of toch niet?

Ik vond onderstaande tekening (of ongeveer zoiets) op Pinterest, waar een uitleg met verzamelingen op te zien is. Schrijven is dus eigenlijk ook een soort van wiskunde, als je het goed beschouwt. Want hieruit blijkt:

  1. Je hebt als schrijver een goed verhaalidee nodig, je moet weten wanneer je het manuscript in moet leveren bij je uitgever én je hebt koffie nodig!
  2. Alleen een verhaalidee en koffie zorgen voor een briljant plot, maar zet je niet aan tot schrijven. Dus dan krijg je nog geen manuscript af om in te leveren.
  3. Alleen een goed verhaalidee en een uiterste inleverdatum voor je manuscript laat je nachtenlang doorzwoegen om op tijd af te krijgen, maar het manuscript blijft vol spelfouten zitten.
  4. Alleen een uiterste datum en koffie laten je weken zoeken naar de namen voor je personages, maar je krijgt nooit een goed verhaalidee. Dus ook geen boek!
  5. Pas als je alle drie hebt (een goed verhaalidee, een uiterste inleverdatum voor je manuscript én koffie), kun je een bestseller schrijven. En wel in zeer korte tijd!

Conclusie: koffie is een essentieel onderdeel van het schrijven.

Schrijfwerk, maar niet zonder koffie.

Het is dus, gezien het bovenstaande logisch. Schrijfwerk moet je doen met koffie erbij.

Toch is de praktijk wel even anders, heb ik gemerkt. Soms zit ik echt lange tijd te zoeken naar mooie namen voor personages, details voor het verhaal, omschrijvingen van hoe alles eruit ziet, bewoordingen voor acties, onderdelen van wapens en ruimteschepen. Ik vergeet soms hoe iets eerder in het verhaal genoemd is en moet het dan weer op gaan zoeken. Gelukkig lukt dat wel in Word, want daar zit een handige zoekfunctie in. Maar dan moet je nog wel weten hoe je iets had verwoord. Was het nou het Geminihotel of Hotel Gemini? Was het nou een roltrap of iets met het woord baan erin? En welke naam heb ik nou ook alweer precies gebruikt voor de planeten en de wezens uit het verhaal? Gelukkig kan ik voor dat laatste een hele uitwerking gebruiken die ik eerder heb gemaakt. Ook voor de personages, want die staan uitgewerkt. Alleen raadpleeg ik die documenten tijdens het schrijven bijna nooit meer. Maar als het nodig is, heb ik ze wel achter de hand. Soms maak ik een schetsje, zoals die voor de juiste route in een mijn. Maar voor de ruimtestad heb ik nog steeds geen plattegrond. Die had ik willen maken en dat moet nog steeds. Misschien moet ik dat toch echt maar eens gaan doen, want nu zoek ik me rot. Ik zat in een hoofdstuk vast, omdat na veel wikken en wegen bleek dat ik de verkeerde slachtoffers had. Er moesten twee anderen dood. Ja, als schrijver speel je wel voor god.

Conclusie: er gaat veel tijd in zoekwerk zitten. Bovendien veranderen verhaalideeën terwijl ik bezig ben. Komt er een beter idee in mijn gedachten, dan moet het eerdere daarvoor wijken. Want het verhaal moet natuurlijk wel zo goed mogelijk worden. Schrijven is al net zo vloeibaar als mijn denkproces vaak is. En net zo vloeibaar als mijn koffie!

Ik heb het plot helemaal uitgewerkt staan in Excel. En toch ging het even heel erg stroef met schrijven. Ik zat in de POV van het eerste personage en moest van hem uit verder. Pas na een paar dagen niet schrijven, is het weer gelukt. Ook als ik niets schrijf blijf ik onbewust toch met mijn verhalen bezig en uiteindelijk dringt de oplossing zich vanzelf wel aan. Ik kwam vandaag in een geweldig sterke stroomversnelling en schreef een heel nieuw hoofdstuk achter elkaar af. Wauw! Wat een geweldig gevoel geeft dat.

Conclusie: Je kunt nog zo’n strak plot hebben, het schrijfproces verrast je telkens weer.

Soms zit ik een paar uur wat te schrijven op een dag en dan schiet het maar niet op. Als ik het dan de volgende dag teruglees, zie ik dat de zinnen beter kunnen. Dan ga ik dat eerst weer redigeren voordat ik verder ga. Er zijn meer schrijvers die het zo doen, zag ik in een paar YouTube filmpjes. Daar kijk ik de laatste tijd weleens naar, want het is handig om te horen hoe een ander het aanpakt. Ik heb de kunst een beetje afgekeken van Jerry Jenkins, Jenna Moreci, Michael La Ronn en Alexa Donne. Hoewel ik merk dat hun situatie als schrijver in de USA wel heel anders is dan die van mij, is het toch fijn om te horen hoe zij het aanpakken. Ze hebben soms goede tips over schrijven en soms zitten er filmpjes bij waar ik me niet zo in kan vinden. Die laat ik dan links liggen, want uiteindelijk bepaal ik zelf wat voor mij werkt en wat niet.

Conclusie: Tussendoor redigeren van wat eerder is geschreven werkt voor mij.

Hoe komt de koffie zo koud?

Regelmatig gebeurt het dat ik koffie ingeschonken heb en dat die helemaal ijskoud wordt. De tijd vliegt dan voorbij. Ik ben die volle mok met koffie helemaal vergeten. Dus de conclusie dat koffie essentieel is bij het schrijven, klopt ergens ook weer niet. Ik kan best schrijven zonder koffie.

Hoe dat komt?

Ik zat in een andere wereld

Ja, echt. Ik zat helemaal in de wereld van mijn verhaal. Nergens heb ik dan nog erg in. Ik ben zo geconcentreerd bezig dat ik de tijd compleet vergeet. Voordat ik het weet staat de klok ’s middags ineens op zes uur, terwijl ik om vijf uur het eten had willen koken. Of als ik er ’s avonds nog even voor ga zitten, is het voor ik er erg in heb al ver na middernacht. Dan had ik allang in bed moeten liggen.

Dit vind ik helemaal niet erg, hoor. Want als ik op die manier bezig ben, heeft het verhaal me vast en dan maak ik echte kilometers. Vandaag kreeg ik hoofdstuk 18 van Interplanetair deel 1 af. Ik zit aan de 76.662 woorden voor het manuscript. Misschien moet ik een paar hoofdstukken die hierna nog komen wel samenvoegen tot een hoofdstuk, want anders wordt dit boek alweer heel dik. En het moet een beetje dunner dan bij de eerste trilogie. Vooralsnog denk ik dat het me prima lukken zal. Morgen verder vanuit de tweede POV, dan gaat het erom spannen. Het wordt een kwestie van erop of eronder. Hopelijk kom ik ook dan weer in een mooie stroomversnelling, dan krijg ik een fijne Pinksterzondag.

En misschien smaakt zelfs de koffie goed.

Groeten van Johanna Lime

Het gaat niet gemakkelijk, maar is de moeite waard

15 mei 2020

Even ter herinnering aan mezelf. Ik heb al vier geweldige fantasy boeken uitgebracht bij Zilverbron, waar ik enorm van kan genieten. Ik zal ze toch weer eens allemaal gaan lezen, al was het alleen al om weer eens te zien hoe wonderlijk het schrijfproces verliep. Details verzamelen voor wat hierna nog komt, zodat ik op de funderingen verder kan bouwen.

Mijn boeken bij Zilverbron zijn hier te koop.

En het is me ook gelukt om een autobiografisch verhaal te schrijven, over gebeurtenissen uit mijn leven, waar ik belangrijkje thema’s in heb verwerkt die mij na aan het hart liggen.

De twaalfde Saturnusmaan kwam in 2020 tegelijk met Schamel verbond uit.

Ik heb ook een boek bij uitgeverij aquaZZ.

In totaal vijf boeken van Johanna Lime.

Mijn boek bij aquaZZ is hier te koop.

Deze boeken zijn trouwens zoals altijd ook gesigneerd en wel via mij te bestellen. Volg mijn link naar Facebook en stuur me een persoonlijk chatbericht als je interesse hebt. Dan deel ik de informatie over hoe je de boeken thuis kunt krijgen.

En dan nu de blog die bij de titel hoort.

Het gaat niet gemakkelijk, maar is de moeite waard (Of zoals het in het onderstaande citaat is opgeschreven: ‘Ik zeg niet dat het gemakkelijk zal gaan, alleen dat het de moeite waard zal zijn.’)

Sinds vorige week ben ik verder aan het werken aan deel 1 van Interplanetair. En ik ben alweer op een punt beland waarop het allemaal niet zo gemakkelijk gaat.

Wat is er aan de hand?

Ik was al bezig aan een tweede versie van dit nieuwe manuscript omdat er tijdens het schrijven van versie 1 wat plotwijzigingen waren doorgevoerd. De details van wat er in de eerste helft van het manuscript gebeuren moet, zijn tijdens het schrijven enigszins veranderd. Daardoor kon ik beter opnieuw beginnen dan verder te schrijven aan iets waarvan ik wist dat er in de eerste helft al fouten zaten. Ik hoor dan wel van andere schrijvers dat ze eerst het hele verhaal geschreven hebben voordat ze eraan gaan sleutelen, dat werkt voor mij niet goed. Vandaar dat ik al na veertien hoofdstukken aan een tweede versie van het manuscript begon.

Ik ben een plantser

Ik kom steeds meer tot de conclusie dat ik een verhaal weliswaar helemaal kan plannen en in een schema kan zetten, maar dat ik toch geen typische planner ben. Mijn schrijfproces bestaat niet uit het volgen van harde feiten of van tevoren uitgewerkte scènes, het proces is zacht en intuïtief. Ik heb in grote lijnen de informatie die nodig is paraat, maar niet de details. Die komen tijdens het schrijven. Er wordt van alles bijgesteld tijdens het proces. Tijdens het schrijven komen er nieuwe onderbewuste inzichten naar boven borrelen waardoor de details van het plot een andere kant op kunnen gaan. Niet de grote lijnen met de keerpunten, niet de eerste actie waarin er iets verandert na de beginsituatie, niet de climax en het einde. Nee, die staan tamelijk vastgespijkerd. Het gaat vooral om de hoofdstukken daartussen. Wat daarin gebeurt, is niet zo gemakkelijk te vangen in een planning.

In de afgelopen week kreeg ik hoofdstuk 16 van de 27 beoogde hoofdstukken eindelijk af. Dat ging al niet zo soepel. Maar toen ik verder ging met hoofdstuk 17 bleek het nog veel moeilijker te gaan. Ik kwam erachter dat het plotschema zo niet werkt! Ik had flink door willen schrijven zodat ik eind mei versie 2 al af kon hebben. Maar nee, dat gaat zo niet. Er klopt iets niet. Ik heb besloten dat het anders moet. Ik heb een derde versie nodig voor het eerste stuk.

Wat is er dan mis?

Ik heb me verkeken op de antagonist. De dingen die ik hem laat doen zijn niet logisch. Waarom zou hij Kwerpardiërs gebruiken voor zijn terreurdaden, terwijl hij dat ‘gewoon’ met andere middelen kan doen? Waarom zou hij Calliope in de strijd betrekken als hij zich wil wreken op Berinyi? Omdat Philippe Bollophar de Berinezen heeft geholpen? Nee, het is allemaal niet logisch genoeg, het is te indirect. Natuurlijk neemt de antagonist direct wraak op de Koninklijke families van Laskoro en Berinyi.

Ik ben dus tijdens het schrijven van hoofdstuk 17 weer eens flink gaan twijfelen over het plot. Ik ga terug naar de tekentafel en verander het middelste deel van het verhaal.

De afgelopen nacht kwamen de ideeën als vanzelf naar boven. Ideeën voor deel 1 van Interplanetair, maar ook direct voor deel 2 en 3. Ik heb nu een beter zicht gekregen op de gehele trilogie en hoe die logischer in elkaar kan steken. Ik ga de hoofdstukken 1 tot en met 17 redigeren en herschrijven en schrap er alles uit dat anders moet. Ik ga het plotschema bijwerken en dan kan ik pas weer verder. Hoeveel versies er ook nodig zijn, het maakt me niet uit. De meest flexibele persoon beheerst het systeem. Het zal allemaal niet gemakkelijk gaan, maar het is de moeite waard! Daar vertrouw ik op, want waar mijn onbewuste vannacht weer mee aankwam, is echt een geweldig mooi compleet verhaal. En als ik eenmaal weet hoe ik verder kan, zal het vast weer sneller gaan. Dan kan ik zelfs mijn planning wel halen, en de deadline van de uitgever.

Een naamswisseling voor de ruimtestad uit trilogie Interplanetair

Verder heb ik, in verband met de coronacrisis, besloten om de ruimtestad een andere naam te geven dan in trilogie De vergeten vloek. Daar heet de ruimtestad Corona Stella, een naam die Dinie en ik al voor het jaar 2000 hadden bedacht. Ook de partijleidster van de RRP heet Corona. Dat is op het moment niet zo’n fijne naam. Hoewel corona natuurlijk gewoon kroon betekent in het Latijn en we er nooit een virus mee bedoeld hebben.

Afijn, Corona is intussen bij de RRP vervangen door Constantia. En er kan na drieëntwintig jaar natuurlijk wel een naamswijziging van de ruimtestad zijn doorgevoerd. Tenslotte is de huidige burgemeester, mevrouw Kimra, een Kilamiër. Haar volk komt oorspronkelijk van Kilama UZ 54, een planeet bij de ster Hassaleh in Auriga. Kilamiërs en Terranen hebben ooit samen deze ruimtestad in Gemini gesticht. Hij bevindt zich bij de ster Alhena. Ik noem hem voortaan Alhenapolys. Ja, met een y, zoals wel meer woorden met een y geschreven worden in mijn boeken.

En nu?

Ik ben blij dat het probleem boven tafel is en ga weer verder schrijven. Eerst controleren wat er anders moet en dan doorstomen naar het einde van het verhaal. Ik heb er weer veel zin in.

Intussen is er weer een aankondiging voor een korte verhalenwedstrijd langsgekomen. Ik twijfel heel erg of ik daaraan mee moet doen, hoewel het me wel wat lijkt. Maar ik ben al ruim een maand aan korte verhalen bezig geweest dit jaar. Het grote manuscript gaat nu toch voor.

Groeten van Johanna Lime

De routine vasthouden

07 mei 2020

Hoe houd ik die routine vast?

Het positieve van meedoen aan CampNaNoWriMo of NaNoWriMo is altijd weer dat ik routine opbouw. Omdat ik elke dag het aantal woorden dat ik heb geschreven in kan vullen op hun website, komt er een grafiek tevoorschijn. Daar zie ik dat het woordenaantal gestaag oploopt. En dat motiveert om vol te houden. Ik merk dan dat ik niet zo snel geneigd ben om me af te laten leiden of om een dag helemaal niet te schrijven. Eerst moeten die woorden erbij staan, daarna kan ik weer wat anders doen.

Wat zou het fijn zijn om die routine, en daarmee dus ook de discipline van het elke dag een aantal uren schrijven, voortdurend vast te houden.

Waarom zit ik altijd zo aan te hikken tegen iets nieuws beginnen of doorgaan met een project waaraan ik al eerder bezig was?

Verhalen voor HSF

Vorige week schreef ik dat ik was begonnen aan een sciencefiction verhaal voor HSF. Ik twijfelde eraan of dat me wel zou lukken. Een kortverhaal van 3000 woorden, daar zag ik tegenop. Mijn korte verhalen zijn tegenwoordig meestal twee keer zo lang als dat.

Toch is het me gelukt. Niet alleen dat eerste verhaal, maar ook een tweede, heb ik inmiddels ingestuurd naar de redactie. Een nieuw verhaal, dat tamelijk actueel is in deze tijd. En een herschreven verhaal dat oorspronkelijk twee keer zo lang was, maar dat door het heel anders te herschrijven en door er veel uit te schrappen, uiteindelijk net iets groter dan 3000 woorden werd. Of ze in het HSF magazine worden opgenomen, hoor ik in juni.

Ergens ben ik nu toch wel trots dat dit me gelukt is. Ik heb doorgezet.

Dit citaat vond ik in het Engels op Pinterest.

SCHRIJF tot het zo normaal wordt als ADEMHALEN.

SCHRIJF totdat niet schrijven je BENAUWD maakt.

Als ik weer eens in een impasse dreig te raken, denk ik hier aan.

Wat zou het geweldig fijn zijn als ik dit bereiken kon!

Eerlijk gezegd ben ik al een eindje op weg, want ik heb een Schrijfroutinetacker gemaakt, waarin ik voor elke dag de uren bijhoud die ik schrijf.

Hij staat in een Excelblad met de bedoeling om hem elke dag in te vullen, net als het bestand waarin ik mijn voortgang bijhoud van het aantal hoofdstukken dat ik heb geschreven. Het is net zoiets als de score bijhouden van NaNoWriMo, een middel om de routine vast te houden.

 

Verder schrijven aan mijn nieuwe trilogie Interplanetair.

Na het schrijven en herschrijven van korte verhalen in april en begin mei van 2020, wil ik nu weer verder gaan met mijn grote project, het manuscript voor mijn volgende boek. Ik ben net iets over de helft van het plot gekomen. Het spannendste gedeelte komt er nog aan.

Toch zit ik er weer tegenaan te hikken. Gisteren heb ik alweer niets geschreven, maar ik wil de draad van het verhaal weer oppakken.

Dus, hup: verder schrijven! Houd die routine vast!

Ik heb me namelijk voorgenomen om mei en juni van 2020 te gebruiken om versie 2 van dit manuscript af te maken. Dan heb ik tijdens CampNaNoWriMo van juli 2020 tijd voor versie 3 en dan kan het op tijd naar de uitgever.

Ik wil in november de NaNoWriMo weer gebruiken voor de eerste versie van deel 2 van Interplanetair. Dat is mijn plan. Ik moet gewoon volhouden!

Als ik er weer eenmaal in zit, is het vast weer zo leuk om te doen, dat ik mijn koffie koud laat worden en de tijd vergeet. Dan is schrijven net ademhalen. Dan voel ik dat ik leef!

 

Groeten van Johanna Lime

 

Verander het plan maar nooit het doel

30 januari 2020

Een zoektocht naar wijze woorden.

Een van de voordelen van internet en sociale media is, dat je soms van die wijsheden tegenkomt die je aan het denken zetten. Zo was ik op Pinterest op zoek naar citaten voor in mijn bullet journal. In 2020 begon ik namelijk aan alweer mijn derde bujo. Ik merkte dat het steeds een beetje op hetzelfde neerkomt. Als de jaaragenda staat, komen de maandagenda’s en de weekagenda’s erin. Een paar bladzijden waar wat afgevinkt kan worden, zoals gelezen boeken en bekeken films. Wat schema’s voor wedstrijden, een tabel voor het bijhouden van mijn blogs, maar dan heb je het bijna wel gehad. Ik wilde er toch af en toe ook wel weer een tekening of een citaat in kwijt. Gewoon als verluchtiging van de pagina’s, omdat het boekje met alleen maar agenda’s erin nooit helemaal vol komt. Ik houd ieder jaar een aantal lege bladzijden over. Ik zocht dus naar citaten en zag dat de meeste die ik op Pinterest ontdekte weer eens in het Engels waren. Dat is leuk voor Engelstaligen, maar ik wil wel Nederlands. Ik zocht verder en vond er ook een paar Nederlandse teksten tussen. Nu heb ik een aantal Engelse en Nederlandse ‘wijsheden’ op mijn harde schijf bewaard. Als ik er zin in krijg, zet ik er af en toe een in mijn bujo. Een tekening of sticker erbij en ik heb weer een bladzijde vol.

Plaatjes voor mijn blogs.

Later zocht ik onderwerpen voor mijn wekelijkse blogs. Daarvoor kon ik ook mooi inspiratie halen uit de opgeslagen plaatjes. Dus heb ik er een aantal uit het Engels vertaald en omdat dat in het Nederlands nou net niet lekker klonk, heb ik ze bewerkt op mijn manier. Ik gaf er een eigen draai aan. En nu heb ik in mijn digitale tekenprogramma zelf afbeeldingen met teksten gemaakt voor dit soort blogs.

Het schrijfproces.

Tijdens het redactiewerk voor De vergeten vloek deel 3 betrapte ik me erop dat ik steeds maar zat te wachten. Op de e-mail met het bestand dat nagekeken moest worden. Sommige dagen kwam er wel een hoofdstuk binnen, maar op andere dagen niet. Ik vond het eigenlijk maar niks dat ik zo aan het uistellen was, want dat redactiewerk was zo gepiept. Dus ik had nog wel een paar uur kunnen schrijven. Ik kreeg weer een enorme behoefte om verder te gaan met mijn volgende boek. Versie 1 was tijdens de NaNoWriMo van november 2019 tot op de helft af gekomen. Ik had het plan gevolgd en zou weer verder kunnen gaan.

Daar begon de twijfel. Zoals altijd gebeurt bij mij, vond mijn onderbewuste dat het niet goed was. Ik droomde er ’s nachts over dat er elementen aan ontbraken die er toch nog in moesten komen. Overdag pakte ik het eerste hoofdstuk op. Ik zat vanwege de redactie in de redigeermodus en het was goed te merken dat dit nog maar een eerste versie was. Dat kon veel beter opgeschreven worden!

Afijn, wat moest ik doen? Het hele plan overboord gooien en opnieuw beginnen?

Ik wist het niet, november was alweer een poosje geleden. Daarom ben ik eerst maar eens die veertien hoofdstukken die er al stonden door gaan lezen. Ik merkte dat alleen aan het begin veel te verbeteren was, de rest viel eigenlijk reuze mee, daar liep het lekker door. Toch gingen mijn logicadeel, mijn creatieve deel en mijn interne criticus ermee vanbinnen aan de haal. Hoe kon ik het verhaal nog beter maken? In een Interplanetaire ruimtestad zouden veel meer verschillende wezens moeten zijn. De hoofdpersoon zou daar toch op zijn minst een beschrijving van moeten geven. Hoe zagen ze eruit. Hoe was het leven in zo’n stad? En als ik het eens van het standpunt van de antagonist bekijken zou, wat dan? Wat zou hij doen om zijn zin te krijgen? Afijn, mijn fantasie ging op de loop en iedereen vanbinnen vond dat ik er hier en daar nog wel wat tussen moest voegen om het verhaal aan geloofwaardigheid te laten winnen. Ik kreeg goede ideeën om het verhaal beter te maken.

Op Facebook kreeg ik eens de raad om eerst het hele verhaal uit te gaan schrijven en daarna pas aan herschrijven te beginnen. Dan kon ik dat waarschijnlijk beter eerst gaan doen. Want, ja, dat was een goed advies. Of niet?

Nou, na veel wikken en wegen ben ik daarvan teruggekomen. Bij de twaalfde Saturnusmaan werkte dat wel goed. Maar bij de verhalen voor Zilverbron ging het niet zo. Vaak begon er een nieuwe versie als de vorige nog niet klaar was.

Daar heb ik nu ook weer voor gekozen. Met de aantekeningen die ik heb gemaakt, tijdens het lezen van versie 1, kan ik versie 2 al tot voorbij het midden herschrijven. Het initiële plan, het uitgewerkte plot, wordt tijdens het herschrijven aangepast. Of ik daarmee een organische schrijven word of een plotschrijver blijf? Ik weet het echt niet. Maar het is wel een beproefde manier voor Johanna Lime.

En als ik dan weer aangekomen zal zijn op het punt waar ik met versie 1 gebleven was, ga ik van daaruit verder. Dan is er al zoveel nieuws bijgekomen dat ik vast en zeker prachtige ideeën heb voor de rest van het verhaal, waarvan het plot trouwens ook al in grote lijnen vaststaat. Ik voel me hier veel beter bij, want dit zie ik helemaal voor me. Echt veel handiger dan verder schrijven aan iets wat ik niet meer helemaal zie zitten.

Dus ik ben ik begonnen met versie 2 van mijn volgende verhaal. Dit is mijn nieuwe plan. Aan het doel verandert niets, dat is nog steeds het schrijven van het eerste deel van Interplanetair. Mijn tweede trilogie bij Zilverbron.

Het is een hele klus om het begin zo te veranderen dat het verhaal beter loopt. Vooral bij het begin van een verhaal, waar je alle pionnen neer moet zetten, is het altijd moeilijk om goed te doseren. Maar ik ben deze week begonnen en vandaag was ik tot het midden van hoofdstuk 3 gekomen. Het herschrijven gaat langzamer dan gedacht, maar alles zit goed in elkaar. Ik hoef niet echt veel te veranderen aan het plot, slechts hier en daar een kleinigheid. Dat maakt een enorm verschil. Over het verhaal zoals het nu vorm krijgt, twijfel ik niet meer. Zo is het echt gegaan. Als zelfs mijn logische deel en mijn innerlijke criticus vinden dat het geloofwaardiger overkomt dan bij versie 1, zit het wel goed. Dan zullen de lezers het daar ook wel mee eens zijn. Ik krijg weer heel veel zin om dit verhaal helemaal neer te zetten zoals ik het voor me zie. Ook van dit gedeelte van mijn verbeeldingswereld wordt steeds meer onthuld. Corona Stella voegt zich bij Laskoro en Berinyi.

Een moeizaam proces

11 oktober 2019

Wachten om de deur uit te gaan

Hebben jullie dat nou ook? Dat je nergens toe lijkt te kunnen komen omdat je een afspraak hebt staan? Dat je maar zit af te wachten tot het tijd is om de deur uit te gaan? Vreselijk vind ik het.

Natuurlijk weet ik wel dat ik gewoon moet beginnen met schrijven, maar op de een of andere manier komt het er niet van. Het idee dat ik de deur uit moet, blijft maar spoken door mijn hoofd. Ik mag dat niet vergeten. Dus schuif ik mijn eigen wensen naar de achtergrond. Een nare karaktertrek en nogal hardnekkig.

Vandaag heb ik me ertoe gedwongen om verder te gaan met schrijven. Want het manuscript dat ik, met wat geluk, in september al af wilde hebben, is nog steeds niet geschreven.

Ik heb best vorderingen gemaakt de afgelopen tijd, want van de vierentwintig hoofdstukken zijn er twintig af. Maar het is nog niet genoeg. Ik wil meer. Ik wil het hele manuscript graag af hebben, want daarna moet ik ook heel gauw verder met de voorbereidingen voor mijn volgende NaNoWriMo project. Op 1 november wil ik klaar staan voor de start. Dan begint de NaNoWriMo-maanduitdaging al en ik heb nog steeds geen uitgewerkt plot.

Het zou moeten lukken om voor ik de deur uit moet nog wat te werken aan mijn manuscript.

Maar meestal lukt het niet op zo’n dag dat ik een afspraak heb.

 

In de molen

Ik had al meer dan acht jaar last van mijn linkerknie en sinds ik in maart gordelroos kreeg, speelde ook mijn linkerheup op. Ik kon niet meer slapen op mijn linkerzij. Op mijn rug slapen gaat lastig, op mijn rechterzij vind ik niet prettig liggen. Ik was steeds weer wakker en wist niet hoe ik moest gaan liggen om zo min mogelijk pijn te voelen. Erg ongemakkelijk dus.

Op Castlefest was het zo erg geworden dat ik door mijn been heen zakte. Het lange eind teruglopen naar de parkeerplaats lukte nog maar net. Ik heb een paar weken nodig gehad om bij te komen van een dag staan en zitten in de boekentent van Zilverbron en zag het al gebeuren dat ik daar nooit meer zou kunnen staan. Dat wil ik niet!

Afijn, ik ging naar de huisarts en werd doorverwezen. Zes weken later, op 25 september, kon ik voor röntgenfoto’s naar de radiologieafdeling en direct erna naar de orthopeed. Gelukkig was het nieuwe ziekenhuis in Sliedrecht open en kon ik dicht bij huis terecht.

Mijn knie en heup zijn versleten. En nu zit ik in de molen, zoals dat wordt gezegd als je bij een specialist onder behandeling bent.

 

Mantelzorg

Wie er al jaren in de molen zit, is mijn vader, voor wie ik al jarenlang mantelzorger ben. Ik moet wel, want ik ben de enige uit de familie die in zijn buurt woont en dit kan doen. Om de zes weken ga ik met hem naar de oogarts.

Op dinsdag 1 oktober moesten we voor de zoveelste keer naar het ziekenhuis in Zwijndrecht voor een injectie in zijn oog. Niet dat het veel helpt, want hij is bijna blind en het wordt er niet beter op. Maar ja, ik kan niet bewijzen dat de oogarts ongelijk heeft als hij zegt dat het zicht vanwege de injecties die mijn vader krijgt stabiliseert. Ik ben geen specialist.

Het is elke keer weer een getob om met mijn vader die dus bijna niets meer ziet en ook nog eens vreselijk doof is, met zijn rollator naar het ziekenhuis te moeten. Hem met de auto ophalen, naar het ziekenhuis rijden, hem uit helpen stappen bij de ingang, de auto gaan parkeren, naar de wachtkamer van de oogarts lopen, hem daar aanmelden, naar de wachtkamer, drie keer oogdruppels en daarna een injectie en daarna ook weer een nieuwe afspraak maken. We zijn er altijd uren mee kwijt. Als hij geluk heeft is hij snel aan de beurt. Anders kun je in een overvolle wachtkamer, met allemaal oude mensen die injecties in hun ogen krijgen, zitten wachten. Wachten. Wachten. En de tijd loopt door.

Dat is gauw verdiend voor die oogarts, denk ik dan. Of ben ik nu te cynisch en te kritisch?

 

Daar gaat mijn middag.

Afijn, de oogarts zit altijd helemaal aan het einde van een lange gang, achter in het ziekenhuis. Is je dat al eens opgevallen? In elk ziekenhuis waar we komen, is dat zo.

Ik liep op 1 oktober met die heup en knie toch al niet zo gemakkelijk en moest nadat mijn vader uitgestapt was de auto helemaal aan het eind van de parkeerplaats gaan parkeren. Een bijna blinde en stokdove man alleen achterlaten in de hal van het ziekenhuis zit me al niet lekker. Maar al dat in en uitstappen met die zere heup en dan ook nog de hele parkeerplaats en het hele ziekenhuis door lopen, kostte toch veel van mijn al op scherp staand incasseringsvermogen.

Er is ook moeilijk met elkaar te praten, want in een wachtkamer ga ik alles geen tien keer herhalen voordat hij me verstaat.

Gelukkig werden we deze keer goed geholpen, maar twee nieuwe afspraken maken voor de volgende keren? Nee, dat kon nog niet. Het Kerstrooster zat nog niet in de computer. Dus volgende keer na de injectie kunnen we weer een hele tijd bij de balie gaan staan wachten totdat er een afspraak voor de daarop volgende keer gemaakt is. Ik ben waarschijnlijk weer te cynisch en te kritisch als ik denk: ‘Kunnen ze geen handiger computerprogramma gebruiken voor die afspraken? Waarom moet dat altijd zo enorm lang duren voordat er een datum geprikt wordt?’ Ik baal van ziekenhuizen, want 1 oktober was zo’n dag waarop ik niet aan schrijven toegekomen ben.

En nu moest ik zelf

Op woensdag 2 oktober moest ik zelf naar het ziekenhuis. Alleen, voor een CT-scan van mijn heup. De afspraak was in de middag, op de locatie Dordrecht. Dus je begrijpt wel dat ik die woensdag ook weer niet aan schrijven toegekomen ben.

Op donderdag 3 oktober had ik een tweede afspraak bij de fysiotherapeut, waar ik een week eerder ook al was geweest, op doorverwijzing van de orthopeed. Je begrijpt het zeker al? Donderdag was ook niet echt een geweldige dag om te schrijven.

Vrijdagochtend 4 oktober ging ik naar mijn vader voor de nodige mantelzorg en dus had ik alleen het weekend nog maar over. Gelukkig heb ik toen wel een paar hoofdstukken kunnen schrijven, al had ik bijna weer op stel en sprong in de auto kunnen springen om een pakje voor mijn broer op de post te gaan brengen omdat de postbode zo stom geweest was om het naar de afzender (mijn vader) te sturen in plaats van naar het postadres in het buitenland.

 

Nog een week vol afspraken

Maandag kon ik een hoofdstuk schrijven.

Maar dinsdag 8 oktober moest ik naar de diëtiste. En daarvandaan ben ik met het postpakketje van mijn vader maar weer naar de winkel terug gegaan, om het nog eens te posten.

Woensdag 9 oktober moest ik naar de orthopeed terug voor de uitslag van de CT-scan. Ik was al bang dat ik de NaNoWriMo van november 2019 op mijn buik kon schrijven en misschien ook de redactie die in december is gepland. Stel je voor dat ik een heupoperatie zou moeten ondergaan?

Gelukkig bleek het mee te vallen en zat er nog een beetje kraakbeen. Trouwens reuze interessant hoe die 3D-scan eruit zag van mijn heup. Hij was duidelijk wel versleten, maar als het me lukt om hem wat soepeler te krijgen met de oefeningen van de fysiotherapeut en mijn spieren beter te trainen, kan het nog wel worden uitgesteld. Belangrijk is natuurlijk ook dat ik mijn overgewicht kwijtraak. Dat zal niet makkelijk zijn want ik ben al jaren aan het jojoën, maar met de hulp van de diëtiste gaat het nu vast lukken. Ik heb begeleiding en ben begonnen met een koolhydraatarm dieet. Haar conclusie was dat ik te weinig at. Dat was weer een eyeopener. Ik ben een paar dagen bezig en mag alleen bepaalde producten nemen, maar ik eet veel meer dan ik deed. Dus dat valt reuze mee. Alleen de discipline opbrengen om het vol te houden, maar dat lukt mij wel.

Woensdagmiddag moest ik naar de huisarts voor de jaarlijkse griepprik. Dus je raadt het al, woensdag was geen schrijfdag. Ik moest twee keer de deur uit en tussendoor ben ik nog naar de winkel gegaan om die bijzondere producten van de dieetlijst te kopen, want er zat heel wat bij wat ik normaal niet in voorraad had.

Op donderdag 10 oktober heb ik 1228 woorden geschreven van een hoofdstuk van ‘De twaalfde Saturnusmaan’. ’s Middags moest ik weer naar de fysiotherapeut.

Dus meer dan dat aantal woorden lukte niet.

 

Weer een beetje normaal

Het goede nieuws is dat alles vanaf nu weer een beetje normaal wordt. Ik moet wel elke week naar de fysiotherapeut en dagelijks mijn oefeningen doen, ook drie keer tien minuten op de hometrainer fietsen en op tijd mijn maaltijden, tussendoortjes en water nemen voor het dieet. Maar over een maand hoef ik pas terug naar de diëtiste en over drie maanden naar de orthopeed.

Er komt weer wat rust in huis. Ik hoef niet meer bijna elke dag de deur uit. Ik kan zonder dat ik steeds op de klok hoef te kijken of het nog geen tijd is voor mijn afspraak verder met mijn schrijfwerk.

Ik hoop echt dat de training goed gaat helpen en dat ik met de begeleiding van de diëtiste blijvend kan afvallen. Dat de pijn verdwijnt en dat een heupoperatie echt niet meer nodig is.

Gelukkig kan ik in november gewoon aan mijn project voor NaNoWriMo schrijven en in december aan de redactie van Schamel verbond werken.

Ik ben heel blij dat ik niet direct naar het ziekenhuis hoef. En ik hoop echt dat ik in april 2020 al zo ver opgeknapt zal zijn dat ik op de Elfia in Haarzuilens kan staan, als de hele trilogie van ‘De vergeten vloek’ compleet zal zijn. Wat kijk ik daar naar uit!

 

Groeten van Johanna Lime (Marjo)

Een interview met Johanna Lime op Castlefest 2019

2 oktober 2019

Op 4 augustus heeft Django Mathijsen mij gefilmd en is er een interview afgenomen.

Hier is de link naar het interview van 2019 op YouTube.

In dit interview vertel ik iets over Schimmenschuw en de tijdreis van Kamilia. Ik vertel ook over trilogie De vergeten vloek. Deel 1 Sluimerend vuur speelt zich af op Laskoro, daar zijn de dynamiekmagiërs terecht gekomen. Deel 2 Smeulend venijn speelt zich af op Berinyi, waar de elementenmagiërs heen verbannen zijn door de Avatars. Verder vertel ik dat deel 3 Schamel verbond geschreven is en dat daarin een oorlog plaatsvindt tussen Laskoro en Berinyi, maar dat is een oorlog die de Avatars niet willen. En aangezien er een disharmonie in de bevolking is, is het ook niet handig om steeds maar weer met elkaar te gaan vechten. Want om het evenwicht in de bevolking ooit in de toekomst terug te vinden is nu juist samenwerking nodig.

Op het eind vertel ik nog iets over mijn toekomstplannen om na De vergeten vloek nog een trilogie te schrijven die zich dan bij een volgende generatie afspeelt in dezelfde verbeeldingswereld.

 

TIP: Wil je interviews met Nederlandstalige schrijvers in het fantasy, science fiction en horrorgenre volgen? Abonneer je dan op het YouTube kanaal van Django Mathijsen!

 

Groetjes van Johanna Lime

 

Mijn passie voor ‘De twaalfde Saturnusmaan’

16 september 2019

Het verhaal dat er moet komen

Dinie heeft mij eens verteld dat ze droomde over een nieuwe maan bij Saturnus.

Ze woonde toen nog in haar vrijgezellenappartement in Krimpen aan den IJssel. In die tijd reed ze met een collega mee naar haar werk Terwijl ze op weg waren naar hun kantoor stond de autoradio aan. De nieuwslezer vertelde dat er een nieuwe maan ontdekt was bij Saturnus, de twaalfde maan die rond die planeet ontdekt werd.

Een droom die uitkomt, kan gewoon geen toeval zijn. Dit betekent iets. En dat is ook de reden waarom ik dit heb meegenomen in de voorbereidingen op dit verhaal.

Saturnus Maan heette het eerst, nu heb ik het ‘De twaalfde Saturnusmaan’ genoemd.

Ik heb nu al in een paar blogs laten zien hoezeer ik twijfelde over dit verhaal. Er waren twaalf hoofdstukken af en ik was daarmee op de helft. Het heeft een hele tijd aan de kant gelegen omdat de trilogie eerst klaar moest zijn. Toen ik het pasgeleden weer oppakte, stond het me tegen om er mee door te gaan. Het eerste hoofdstuk had niet de kwaliteit die ik na veel redactiewerk wilde zien. Ik heb het toch opgepakt omdat ik diep van binnen weet dat dit verhaal er komen moet, omdat ik het al heel lang wilde schrijven. Nadat ik eenmaal bezig was, viel het me alles mee. Sommige zinnen moesten alleen wat anders worden verwoord, de essentie was gewoon goed. Toch was er wel iets anders mee aan de hand. De spanningsboog klopte niet.

Ik ben opnieuw gaan plotten en nu staat er een prima indeling voor vierentwintig hoofdstukken, met een beginsituatie, een blinde vlek, een conflict, vier keerpunten, een climax en een einde.

 

Facebookvrienden

Ik heb de hulp ingeroepen van mijn Facebookvrienden en heb hen mijn twijfels voorgelegd over de uitleg waarvan ik dacht dat die nodig was voor dit verhaal. Het wordt een autobiografische roman waarin ik mijn eigen mening over de ontwikkeling van de mensheid, religie, de positie van de vrouw die al dan niet een aspergersyndroom heeft (in elk geval nogal introvert is) opschrijf op mijn manier.

Om bepaalde dingen duidelijk te maken kom ik er niet onderuit dat ik iets uit ga leggen, bijvoorbeeld dat Saturnus weerstand betekent en dat de Maan over gevoeligheid gaat. Ik probeer de informatie die de lezer nodig heeft natuurlijk zo te doseren dat er steeds maar een beetje van vrij komt tussen de ervaringen van onze vakantiereizen over de wereld en onze ervaringen op het werk door.

Het verhaal gaat over twee vrouwen die het onderwerp van een studie worden en daarvoor steeds worden vervoerd naar een ruimteschip met onderzoeksfaciliteiten dat op de twaalfde maan van Saturnus staat. De aliens onderzoeken de herinneringen van de vrouwen, zonder dat die het door hebben dat dit gebeurt. Uiteindelijk komen de vrouwen erachter en dan is het hek van de dam.

Het is een serieus maar ook komisch verhaal en natuurlijk is het grotendeels fictie met alleen maar een paar autobiografische ervaringen die erdoorheen verweven zijn.

 

Ik kreeg hele fijne reacties en tips van mijn Facebookvrienden, waaronder ook een aantal schrijvers. De belangrijkste die mij echt over de streep getrokken heeft, was: ‘Waarom schrijf je het niet gewoon? Het schrijven doe je tenslotte voor jezelf! En als je het helemaal geschreven hebt, kun je altijd nog kijken wat je er mee doet.’

Een andere was: ‘In een nawoord schrijven hoe je ertoe gekomen bent en uitleggen wat sommige belangrijke elementen zijn. De informatie die er in moet kun je misschien verwerken in de dialogen.’

Nog een andere was: ‘De informatie er nu tussen schrijven en later uitwerken in spannende monologen.’

Er kwamen nog meer hele goede reacties. Wat is het fijn dat mensen zo positief reageren en je willen helpen. Social media is zo gek nog niet, het kan echt een hulpbron zijn. Bedankt allemaal!

Schrijven met passie

Ik ben aan versie 7 begonnen nadat het plot veranderd was. Twaalf hoofdstukken waren min of meer al klaar maar moesten vanwege de nieuwe indeling ergens anders terecht komen. Ze moesten dus weer herschreven worden.

Twaalf andere hoofdstukken waren helemaal nog niet geschreven en moeten dus nog vanaf het begin uitgewerkt worden. Ik heb alleen een idee over welke onderwerpen ze moeten gaan en hoe ze in het totaalplaatje passen.

Ik ben gaan herschrijven en kwam in een ‘flow’ terecht. Zaterdag begon ik aan een heel nieuw hoofdstuk. Sommige dingen zijn autobiografisch maar veel ervan is pure fictie. Er kwam een zwaar conflict in voor dat voor flinke problemen zorgde bij de personages. Ik heb er zondagavond nog laat aan doorgewerkt en ging pas na middernacht naar bed. Vandaag, op maandag, ben ik vijf uur achter elkaar aan het schrijven geweest aan hoofdstuk 10. De hoofdstukken worden niet al te lang, ongeveer de helft van wat ik normaal per hoofdstuk gewend ben. Hoofdstuk 10 gaat over eigen ervaringen met mijn werk, al zijn ze wel een beetje verdraaid naar de kant van fictie. Ik zat echt ‘in the flow’, de tijd ging helemaal aan mij voorbij. Voordat ik het wist moest ik alweer het eten gaan koken.

Ik was in mijn herinnering weer bij de situaties die ik heb beschreven. En het leuke van alles was dat ik in het verhaal dingen verwerk waardoor ik nog zekerder van mijn zaak geworden ben. Wat anderen er ook van zeggen, ik weet dat ik er goed aan heb gedaan om met Dinie samen een huis te kopen. Dat we als twee vrouwen samen 36 jaar bij elkaar gebleven zijn en lief en leed gedeeld hebben. Ook al vonden andere mensen dat maar vreemd, het was de beste keuze.

Vandaag ben ik dus alweer zover dat ik morgen verder kan gaan schrijven aan hoofdstuk 11 van de roman. Dit gaat echt met heel veel passie. De woorden en zinnen komen achter elkaar naar boven. Ik hoef het alleen maar uit te typen en het staat er, precies zoals het moet.

Het leuke van alles is, nu ik eenmaal bezig ben, dat de uitleg heel natuurlijk in het verhaal verweven wordt in monologen en dialogen. Ik hoef me dus geen zorgen meer te maken over te veel infodump. Door de weerstand die telkens overwonnen moet worden door de personages, ontstaan er natuurlijke conflicten en die zijn de motor voor elk verhaal. Het vloeit als een onstuimige waterval. Als ik het al zo ervaar, denk ik dat een lezer er ook wel vlot doorheen zal komen.

 

Vandaag voel ik me helemaal geweldig doordat ik dit van me af heb kunnen schrijven.

Groetjes van Johanna Lime

(Marjo)

Terug naar wat ik al wist – het is een fase

19 augustus 2019

(Op de foto’s staat het schuilderwerk waaraan ik in 1990 bezig was, na de cursus LO tekenen).

Terug naar wat ik al wist

Het heeft me goed een week gekost, maar eigenlijk wist ik dat het zou gebeuren. Ik keer terug naar wat ik in mijn hart al wist. In mijn vorige blog schreef ik dat het autobiografische verhaal waaraan ik tijdens de cursus Schrijf Je Verhaal bij Marjon Sarneel begonnen was, me na het lezen van de eerste hoofdstukken helemaal niet meer aanstond. En eigenlijk was dat ook zo. Ik werd er nadat het na april 2018 aan de kant gelegen had weer mee geconfronteerd. Het verhaalidee bevat veel autobiografische elementen, uit mijn leven met Dinie samen. Het heeft me overvallen. Na al het redactiewerk en na het schrijven aan het manuscript van Schamel verbond, zag ik dat dit verhaal in de vorm waarin het was geschreven aan kwaliteit miste. Het moest actiever en dramatischer worden zodat de boodschap die ik aan de lezers mee wil geven beter tot zijn recht komt. Maar vorige week had ik nog geen goed idee van hoe ik dat moest aanpakken.

 

Even iets anders doen

Ik ben even iets anders gaan doen en heb me bezig gehouden met lessen van de cursus Fantasy in vogelvlucht: een reis door de genres, van Fantasy Schrijven. Voor de uitwerking van de opdrachten moest ik allerlei onderzoek doen. Intussen heb ik een magische plek gevonden in het donkere woud en een bezwering geschreven waarbij ik de krachten van een demon gekregen heb om daarmee een lich te verslaan. Ik ben naar het hoge Noorden gereisd om bij een echte dwergensmid een magisch zwaard te laten smeden, waarmee ik vervolgens een draak ben gaan bevechten. Mijn vriendin was een dievegge, zij heeft een belangrijk voorwerp uit het hol van een andere draak gestolen en niet eens met gebruikmaking van de Dode Hand. Maar ik ben ook in de huid van de draak gekropen en heb mijn hol tegen indingers beveiligd.

Nu ben ik aan het verzinnen hoe een Harry Potterverhaal in Nederland kan werken en daarna komen er nog veel meer opdrachten waarbij mijn creativiteit flink wordt aangesproken.

Het is leuk om te doen, maar nog niet zoals ik dacht dat ieder hoofdstuk direct een kort verhaal oplevert. Daarvoor heb ik te weinig geduld gehad, want potentieel zit die mogelijkheid er zeker in. Alleen kost dat weer veel meer onderzoekswerk en zijn er uitgebreidere verhaalschema’s voor nodig. Wel handig om achter de hand te houden voor als er weer een wedstrijd komt.

Naast het schrijven ben ik aan de gang gegaan met mijn nieuwste tekenprogramma, Painter 2020. Ik ben weer aan het draken tekenen geslagen. Nu heb ik het plan om allerlei leuke elementen te gaan tekenen die in een omgeving kunnen worden samengebracht om ze dan weer te gebruiken voor kaften voor boeken. Een tijdje geleden is me dat met mijn e-books tenslotte ook gelukt. En tekenen geeft me een net andere vorm van ontspannen bezig zijn dan schrijven.

 

Het is een fase

Vandaag heb ik me er toch weer toe aangezet om Saturnus Maan erbij te nemen, want dit autobiografische verhaal blijft aan mij trekken. Er is gewoon een behoefte om dit verhaal te doen, daar kan ik echt niet onderuit. Hoewel ik het als project voor NaNoWriMo heb gepland, maakt het niet veel uit of ik er nu al aan begin. Tenslotte kan ik in november ook wel een ander project bedenken. Zolang ik me vrij voel om te switchen tussen schrijven, opdrachten voor een cursus uitwerken en tekenen, gaat het prima.

Ik ben er nu achter gekomen hoe ik dit het beste kan bekijken. Het is een fase. Net zoals ik vroeger eerst tekeningen maakte van mijn series schilderijen, die ik dan later met gouache of acrylverf beschilderde, zo is het ook met mijn verhalen. Er is een goede opzet nodig, maar daarna kunnen er verschillende veranderingen aangebracht worden voordat het uiteindelijk die vorm heeft gekregen die echt goed voelt. Ik ben dus begonnen met herschrijven. Het verhaalidee is prima, maar moet nog iets beter worden doordracht en uitgewerkt. Er komen meer persoonlijke details in het verhaal, het wordt wat dramatischer en aangrijpender. Saturnus Maan is de werktitel, voor de echte titel ben ik al hard aan het nadenken.

Zoals ik het nu zie heb ik als schrijver sinds april 2018 weer een stap vooruit gezet. Als ik nu een stukje actie en diepgang mis, komt dat door het redactie- en schrijfwerk van het afgelopen jaar. En daar ben ik blij mee, want daaruit blijkt dat ik me verder aan het ontwikkelen ben.

De beste keuze, blijkt nu weer, is te doen wat je hart je ingeeft. Soms heb je even tijd nodig om dat te begrijpen en schommelt de weegschaal (mijn sterrenbeeld) heen en weer. Gelukkig is hij nu weer in balans.

 

Groetjes van Johanna Lime

(Marjo)