Hoe bevalt mijn nieuwe pet mij?

7 augustus 2022

Jureren voor Waterloper

“Nieuw bloed in de jury! Steven Wekdam heeft besloten zijn stoeltje af te staan en droeg haar persoonlijk voor als vervanging. Fervent deelneemster aan NaNoWriMo, winnaar van onder ander de Eb en Vloed- en Stormvloedkeringprijs in eerdere edities van Waterloper, en auteur onder het pseudoniem Johanna Lime: een hartelijk welkom voor Marjo Heijkoop!”

Met het bovenstaande kondigde de organisator aan dat ik in de jury van de verhalenwedstrijd van Waterloper kwam, waarna de link volgde naar het voorstelrondje van de jury op haar website.

Na jarenlang zelf meegedaan te hebben aan onder andere de verhalenwedstrijden van Fantastels en Waterloper, kwam ik nu aan de andere kant van de tafel te zitten. Ik zette een andere pet op dan mijn schrijfpet en werd een jurylid.

In de eerste ronde kreeg ik vijftien verhalen om te lezen en die taak heb ik heel serieus aangepakt. Ik las de verhalen kritisch, probeerde de schrijftechnieken en onderwerpen te analyseren en ging na of aan de voorwaarden van de wedstrijd was voldaan. Bij elk verhaal uit ronde 1 schreef ik een nogal uitgebreid rapport, dat ik na afloop weer terugstuurde naar de organisator, met mijn ranglijst voor de verhalen. Dat rapport vind ik erg belangrijk, omdat ik weet dat het mij in het verleden ook erg geholpen heeft om mijn schrijfstijl te verbeteren en mijn verhalen nog eens beter te herschrijven.

Na ronde 1 gingen de vijfentwintig beste verhalen door naar de tweede ronde. Ze kwamen nu, in plaats van bij twee, bij drie juryleden terecht. Ik kreeg er elf om weer door te nemen, allemaal andere verhalen dan die ik in ronde 1 gelezen heb. Op het moment ben ik druk bezig met die tweede ronde. Ik lees elke dag een verhaal en ben er weer heel kritisch op.

Steeds houd ik me voor hoe het mijzelf vergaan is, toen ik bij mijn opleiding LO tekenen een leraar had die ook zo kritisch naar mijn werk keek. Ik had een schilderij gemaakt op een vel papier van 60 x 80 centimeter. Hij wees twee vierkante centimeter aan, en zei: “Dit stukje is goed.” Wat was ik kwaad! Maar na een poosje kwam ik erachter dat hij helemaal gelijk had. Dat stukje van twee vierkante centimeter nam ik als voorbeeld voor mijn volgende schilderijen. Ze werden steeds beter en uiteindelijk zei mijn leraar: “Je hebt een heel eigen schilderstijl ontwikkeld.” Ik was trots op mezelf en op de weg die ik had afgelegd.

Het is grappig om te ontdekken dat het bij schrijven eigenlijk net zo werkt. Vermoedelijk is het bij alle kunstvormen zo. Het valt voor ons, als genreschrijvers in Nederland en Vlaanderen, nog niet mee om de juiste schrijfvaardigheden te kunnen leren, omdat er nauwelijks scholen voor onze kunstvorm te vinden zijn. Ik heb echt heel veel geleerd van de juryrapporten van Fantastels en van Waterloper en dat gun ik jullie ook.

Soms, tijdens het lezen van een verhaal, denk ik aan de schrijfstijl iemand te herkennen, maar dat idee zet ik dan gauw van me af. Ik wil zo onpartijdig mogelijk zijn. Dat is het grote voordeel van een nummer toegewezen krijgen per verhaal en documenten die anoniem zijn gemaakt. Een voorwaarde van deze wedstrijd is namelijk dat alle gegevens van de auteur uit het bestand zijn gehaald zodat nergens aan te zien is wie het heeft geschreven. Ik weet dus niet van wie een verhaal is, maar zie aan de manier van schrijven wel of ik met een beginnende schrijver of met een gevorderde te maken heb. Bij iedereen probeer ik punten te ontdekken waar ik zelf op let als ik mijn verhalen redigeer, de punten waar een redacteur ook op let. Gelukkig heb ik zelf al veel ervaring met meerdere versies van mijn verhalen en ook met verschillende redacteuren, die mij bij de redactie van zeven boeken hebben geholpen. Ik hoop dan ook dat mijn kritieken goed over zullen komen en vooral dat ze jullie, de deelnemende schrijvers, verder helpen. Als je er kwaad om wordt in het begin, omdat je je misschien persoonlijk voelt aangevallen, kan ik dat heel goed begrijpen. Dat heb ik zelf ook ervaren, maar als je het even laat bezinken is het meestal bruikbare informatie waar je mee verder komt. Ik probeer je niet af te kraken, al zal ik misschien wel pijnpunten aanwijzen. Je hoeft van mijn kritiek ook niet alles te gebruiken, alleen datgene waar je wat mee kunt om er verder mee te komen. Een jurylid is tenslotte ook maar een mens en mensen kunnen ernaast zitten. Het zou alleen zonde zijn als je kansen liet liggen, want kansen om jezelf te verbeteren als schrijver krijg je bij een wedstrijd als Waterloper wel. Naar mijn bescheiden mening maakt dat deze wedstrijd ook zo uniek voor ons genre.

Je moet wel een beginner zijn voordat je iets anders wordt. Daarom vind ik het ook helemaal niet erg om uren per dag bezig te zijn met jullie ingezonden verhalen en er rapporten bij te schrijven die, net als jullie verhalen, bestaan uit meerdere pagina’s. Het gaat erom dat ik een eerlijk verslag schrijf van mijn leeservaring, mijn analyse van de toepassing van de schrijfregels en misschien de nodige hulp verleen met betrekking tot de Nederlandse taal.

Ik ben al een eind op weg in ronde 2 en geniet ervan. De lerares in mij (dat werk heb ik vijfentwintig jaar gedaan) krijgt weer volop aandacht.

Toch heeft dit jureren ook weer invloed op mijn eigen schrijfdromen. Als ik iedere dag een juryrapport schrijf, kom ik zelf niet aan schrijven toe in de tijd die ik daar meestal voor heb gereserveerd. Omdat ik in de jury zit, kon ik dit jaar ook niet zelf korte verhalen schrijven voor de themawedstrijd, dus heb ik me maar op het schrijven van mijn volgende boekenserie gestort. Het begin daarvan is gemaakt tijdens CampNaNoWriMo, maar toen liep het in een hoofdstuk vast. Nu ik er even afstand van genomen heb, begint het weer flink te kriebelen. Ik heb me daarom voorgenomen om, nadat ik ronde 2 opgestuurd zal hebben naar Roos, weer flink door te gaan schrijven aan dit grote verhaal. Door het jureren heb ik in ieder geval weer de routine en de zin teruggevonden van het iedere dag ervoor gaan zitten en echt iets te doen. Ik word tijdens het lezen van de wedstrijdverhalen ook heel nieuwsgierig en zou graag willen weten van wie die verhalen zijn. Daarom hoop ik iedereen te kunnen ontmoeten bij de prijsuitreiking ergens in het najaar van 2022. Maar na de tweede ronde komt dan natuurlijk eerst ronde 3 nog. Aan deze kant van de tafel zitten, is al net zo spannend als aan de schrijverskant. Het jureren beval me goed.

Groeten van Johanna Lime

O, nee, Marjo Heijkoop

Twee petten

8 april 2022

Jullie weten dat ik schrijf onder een pseudoniem. Ik ben Johanna Lime.

Ik ben onder deze naam schrijver van fantasy en science fiction.

Dat is de ene pet die ik met veel plezier draag.

Sinds kort heb ik een tweede pet.

De pet die ik op kan zetten als ik in een andere hoedanigheid bezig ben met teksten.

Ik ben nu ook toegetreden tot de jury van de Waterloper Verhalenwedstrijd.

Onder die tweede pet ben ik Marjo Heijkoop, het jurylid.

Lees hier mijn introductie in de wereld van Waterloper Verhalenwedstrijd.

https://www.waterloper.nl/juryleden/marjo-heijkoop/

Een andere pet.

Hallo, deelnemers aan de themaschrijfwedstrijd Waterloper. Een verrassing, zeg je, om mij hier aan de ander kant van de tafel te zien? Nou, dat was het voor mij ook toen ik werd gevraagd als jurylid. Wat een eer! Zoals je bovenaan ziet, heb ik besloten om voor Waterloper mijn eigen naam te gebruiken, naar goed voorbeeld van Roos.

Jullie zullen mij als schrijver vanaf 2011 intussen ook kennen onder een andere pet, die van mijn pseudoniem Johanna Lime. Sinds die tijd schrijf ik fantasyromans, veelal met een wereldbouw uit de toekomst. Eerst samen met mijn nicht Dinie, en na haar overlijden ben ik alleen doorgegaan. Johanna’s boeken Schimmenschuw, trilogie De vergeten vloek en trilogie Interplanetair zijn te vinden bij uitgeverij Zilverbron. Van Interplanetair komt boek 2 in 2022 uit en boek 3 staat gepland voor 2023. Ik heb na het volgen van een cursus De twaalfde Saturnusmaan geschreven, een autobiografische fictie, die uitkwam bij uitgeverij AquaZZ. Verder heb ik plannen voor nog minstens acht nieuwe boeken in de toekomst. Ik hoop dat allemaal nog mee te maken. Als 65-jarige gepensioneerde vrouw voel ik me gezegend met mijn passie voor schrijven. Daardoor heb ik altijd iets te doen. Alleen is het fijn om af en toe ook gelijkgestemden te ontmoeten, bijvoorbeeld bij schrijfwedstrijden als Waterloper.

Vanaf 2012 deed Johanna Lime ook bijna ieder jaar mee aan schrijfwedstrijden voor korte verhalen en daarbij heb ik jullie vast weleens ontmoet. Ik heb hele goede herinneringen aan de Fantastels Verhalenwedstrijd, vanwege de uitgebreide juryrapporten, zoals die nu ook weer bij Waterloper worden verstrekt. Ik nam ze altijd na afloop van de wedstrijd ter hand om mijn verhalen te redigeren en heb mijn korte verhalen als e-books op Smashwords gepubliceerd. Daar staan er intussen vierenveertig en ik vind dat beter dan dat ze op mijn computer achterblijven en nooit een lezer onder ogen kunnen komen. Ik was blij dat Roos besloot om na Fantastels het stokje over te nemen en organisator te worden van Waterloper. Natuurlijk zou het Roos niet zijn als er geen nieuw element bijkwam. Waterloper werd een themawedstrijd. Ik vond dat als schrijver best lastig, het vraagt een goede voorbereiding en een flinke brainstorm, maar de verhalen worden er vaak heel bijzonder door. Ongewoon en origineel, zoals we dat graag zien in de fantastiek.

Waar zal ik op gaan letten als jurylid?

Ik kan me voorstellen dat jullie daar graag iets over willen horen.

Om te beginnen is deze vierde editie van Waterloper natuurlijk mijn eerste keer aan de andere kant van de tafel. Dus zal ik uitleggen waar ik bij verhalen meestal op let.

Waterloper is een wedstrijd in de fantastiek, dus moeten de verhalen elementen bevatten uit de fantasy, sciencefiction en horror. Ik let dus op gebeurtenissen die in het leven van alledag niet voor zullen komen. Die moeten geïntegreerd in het verhaal voorkomen, zodat ik ze geloof of zodat ik in iedere geval zie dat de personages het geloven en ik met hen mee kan gaan.

Daarnaast is dit een themawedstrijd, dus ga ik ervan uit dat het thema letterlijk dan wel figuurlijk in het verhaal is verwerkt. Zelf heb ik al eens een veteranenverhaal ingestuurd dat werd gediskwalificeerd omdat het thema er eerder als een postzegel opgeplakt was. Dat werkt dus niet. Mijn tip is dan ook: schrijf een nieuw verhaal aan de hand van een of meer thema’s die dit jaar zijn opgegeven. Ik presteerde het in 2020 om vijf thema’s te verwerken in Nederland emigreert, dat haalde de vijfde plaats en was mijn beste verhaal bij Waterloper ooit. Toch schrijf ik al zolang ik me kan herinneren. Op mijn negende kreeg ik de derde prijs voor een wedstrijdverhaal van school. Die plaats heb ik tot nu toe nog niet geëvenaard. Ik wil alle deelnemers van tevoren alvast een hart onder riem steken, want meedoen alleen al is geweldig! Het is een hele kunst om geen te hoge verwachtingen te hebben en direct voor de eerste plek te willen gaan. Wanneer je jezelf kunt aanleren om je werk altijd vooral te vergelijken met je eerder geschreven eigen werk, om dan te zien dat je steeds een beetje groeit, zul je een beter gevoel overhouden. En wie weet behaal je toch een geweldige plek. Korte verhalen schrijven is moeilijk. Maar bij en een competitie zoals deze wedstrijd met gelijkgezinden leer je er ieder jaar een beetje bij, daar wil ik je als jury bij helpen.

Ik daag je uit om te experimenteren met personages, perspectieven, tijden, en werelden. Ons genre kan een duwtje naar andersoortige verhalen dan wat al veel gedaan is wel gebruiken. Ga de uitdaging aan en vind inspiratie in de actuele onderwerpen die spelen in de maatschappij, geef er een draai aan en til het naar een hoger plan met de vraag die altijd op onze lippen ligt: ‘Wat als?’

Voor zover ik het nu kan schatten, ga ik letten op personages. Wie zijn het en hoe staan ze in het leven? Waarom doen ze wat ze doen, wat drijft ze, waarom is dat belangrijk en wat willen ze het liefst?

Ik ga letten op wereldbouw. Hoe ziet de wereld er in het verhaal uit? Is het zoals het leven bij ons en wat maakt het dan fantastiek? Is het heel anders dan bij ons en hoe ziet het er daar dan uit? Is het geloofwaardig, proef ik een sfeer, wat zijn de regels die er gelden?

Ik ga letten op verhaalopbouw. Is er een begin, midden en einde in het verhaal, volgen de gebeurtenissen elkaar op of is er een ander verband? Een causaal verband: doordat het ene gebeurt, volgt het andere. Is er een verassende wending te bespeuren? Had ik kunnen weten hoe het afliep of niet?

Het conflict is de motor van een verhaal. Wat is het conflict. Is het episch of juist heel klein en subtiel? Hoe reageren de personages op wat ze meemaken? Waar zit de spanning in?

Ik ga letten op de spelling van de Nederlandse taal. Niets haalt me zo uit het verhaal als fouten in de werkwoordvervoegingen. Ik lees langzaam en secuur en zie geen beelden voor me. Dus moet ik het hebben van logisch nadenken, mijn herinneringen en mijn inlevingsvermogen.

Zelf lees ik ook en schrijf ik van alle boeken die ik lees een recensie. Ik hoop dan ook dat ik na het analyseren van de wedstrijdverhalen punten vind waarmee ik je verder kan helpen om te groeien als schrijver. En misschien vind ik niet veel en ben je al ver gekomen, misschien win je de wedstrijd wel. Toch denk ik dat er altijd wel iets te zeggen valt over een verhaal en dat feedback altijd is te geven. Al was het alleen maar om de positieve punten aan te geven. Dat is waar ik me op zal focussen. En zoals bij iedereen heb ik een geheel eigen smaak en zal een ander jurylid het niet altijd eens zijn met wat ik ervan vind. Maar daar is rekening mee gehouden bij de organisatie van Waterloper en je bent vrij om je eigen zin te doen en mijn commentaar terzijde te schuiven als je er niks aan hebt.

Ik ben benieuwd hoe deze nieuwe pet me gaat bevallen. Ik hoop dat jullie me zullen verrassen met prachtige genreverhalen en dat ik mijn steentje bij kan dragen door jullie van behulpzame feedback te voorzien waarmee je het verhaal verder de wereld in kunt helpen. Want meer goede genreverhalen hebben we als lezers heus wel nodig vandaag de dag.

Veel succes!

Boekenpraat met Marjo Heijkoop – door Bookstamel

30 mei 2021

Melanie Hoogvliet, van Bookstamel, die al mijn boeken recenseerde, heeft vandaag weer iets leuks: Boekenpraat. Het is een soort interview, maar net weer een beetje anders dan de vorige. Dus als jullie mij wat beter willen leren kennen: Lees dan verder.

Hallo, lieve lezers van Bookstamel. Vandaag hebben we een boekenpraat met Marjo Heijkoop. Marjo is misschien nog niet zo bekend op mijn blog. Maar veel van mijn lezers hebben haar hier al regelmatig zien verschijnen onder de naam Johanna Lime. Dat is namelijk de naam waarmee ze haar eigen boeken uitgeeft. Deze naam bedacht ze samen met haar nicht Dinie waarmee ze de eerste boeken heeft geschreven. Helaas is Dinie in 2018 overleden aan kanker maar ze leeft in de gedachten en de boeken van Johanna Lime verder. Wil je Marjo als schrijver beter leren kennen lees dan mijn Interview Met Johanna Lime of een van de vele recensies van haar boeken die je allemaal vindt als je de link volgt.

Dit zijn de links naar Bookstamel

Boekenpraat: https://bookstamel.com/2021/05/29/boekenpraat-met-marjo-heijkoop/

Interview: https://bookstamel.com/2019/09/27/interview-met-johanna-lime/

De recensies van mijn boeken: https://bookstamel.com/?s=Johanna+lime

Boekenpraat met Marjo Heijkoop

Kun je jezelf even voorstellen aan de lezers van Bookstamel.

Marjo Heijkoop is geboren op 29 september 1956. Op 1 november 2011 besloot ze van haar passie voor schrijven de grootste prioriteit te maken. Daarnaast maakt ze soms digitale tekeningen voor haar blogs of de kaften van haar e-books. Ze houdt ook een bullet journal bij, speelt games, leest boeken, recenseert en kijkt naar films. Haar lievelingsgenre om te lezen en te schrijven is sciencefiction/fantasy.

Welk boek las je als kind graag?

Ik herinner me dat ik als kind gek was op een boekje over een kuiken dat in een eendennest werd uitgebroed en moest leren zwemmen, hoe de titel was weet ik niet mee. Ook had ik een plaatjesboek met tekst ernaast over een tovenaar en een draak, Arretje Noff. Mijn tante die bij ons in huis woonde heeft me in contact gebracht met sprookjes en nam mij en Dinie en mijn broertjes mee naar de Efteling. Sprookjes vond ik erg leuk. Toen ik zelf begon te lezen waren er boekjes van W.G. van der Hulst. Ze waren nogal moralistisch en kwamen erop neer dat kinderen iets stouts deden en dat hun zonden door God vergeven moesten worden. Het waren ook tranentrekkers, ze speelden erg op je gemoed. De boeken voor meisjes vond ik minder leuk dan bijvoorbeeld ‘Het plekje dat niemand wist.’ Dat was meer een jongensboek, maar dat vond ik leuker, lekker geheimzinnig ook. Ik las boeken over de zwerver Swiebertje, die toen als serie op tv was te zien. Moeilijk geschreven, show don’t tell was nog niet gebruikelijk in die tijd. Met kerst kreeg ik van zondagsschool altijd een meisjesboek, ook weer erg christelijk maar toch ook wel spannend en vaak met best een goed verhaal. Later las ik boeken van Arendsoog. Pas toen ik als tiener in de bibliotheek terecht kwam, begon ik detectives te lezen. Waarschijnlijk naar aanleiding van ook weer series op tv. Maar na verloop van tijd vond ik dat niks. Een kennis nam mij mee naar de film van Sissi en ik las het boek erbij. Een zomerzotheid van Cissy van Marxveld las ik toen ik belangstelling kreeg voor de andere sexe. Ik vind het nog steeds een heel mooi boek, een prachtig jaren ’20 verhaal. Toen kwam ik in de bibliotheek terecht bij het boekenrek met science fiction, daar vond ik schrijvers als Zelazny en Simak. Sindsdien heeft het fantasy en science fiction genre mijn voorkeur. Maar zo mooi als de boeken tegenwoordig geschreven zijn waren ze niet. Het was toen echt een genre voor een zeer beperkt groepje voornamelijk mannen. Gelukkig begint het nu een beetje groter te worden en ik hoop echt dat de jeugd van nu een veel bredere keus heeft dan toen ik jong was.

Wat is je all time favoriete boek en waarom?

Het weerwolfprincipe van Clifford D. Simak, dat vond ik het beste boek uit dat sciencefictionrek van de bibliotheek. Het verhaal vond ik fascinerend en zette me aan het denken. Dit boek en natuurlijk de tv series van The Thunderbirds en Star Trek hebben me een echte fan gemaakt van het genre, maar ook films met sprookjes en fantasyverhalen trokken me aan. Al ben ik pas veel later echt begonnen met fantasyboeken lezen. Ik zat meer in de populair wetenschappelijke non-fictie boeken te neuzen. Na de verplichte literatuurlijsten op school heb ik een tijd bijna geen leesboeken meer opgepakt. Alleen wel Star Wars, Kinderen van morgen van A. E. van Vogt en iets als Harry Potter. Langzaamaan ontdekte ik op festivals de uitgevers van Nederlandstalige fantasy en science fiction en Nederlandse auteurs. Die boeken las ik dus vanaf de tijd dat ik ze ook zelf aan het schrijven was.

Welke Nederlandstalige auteur vind je helemaal geweldig?

Dat zijn er meer. Mark Doornbos, Cocky van Dijk, Kim ten Tusscher, Anaïd Haen en Django Mathijsen en zo kan ik nog wel even doorgaan. Ik vind het vooral gaaf als ik merk dat ik een boek haast niet weg kan leggen en als ik er zelf nog van kan leren.

Maak je ook wel eens een uitstapje naar een ander genre?

Romantische boeken, boeken over een Ninja, Astrologische karakterschetsen, Magie, Shogun, Tarot, Astrologie, Sterrenkunde, Mythologie, Psychologie, van alles maar echte boeken om te lezen weinig.

Welke uitgeverij is favoriet bij jou en waarom?

Zilverspoor/Zilverbron. De uitgeverij waar de meeste van mijn boeken ook zijn uitgebracht. Omdat ze heel veel werk verzetten voor Nederlandstalige auteurs en omdat die bij hen een kans krijgen die ze bij grote uitgeverijen nauwelijks hebben. Ik vind het prachtig omdat ze aan de weg timmeren en hart hebben voor schrijvers in ons eigen land en België. Gelukkig komen er meer van deze uitgeverijen bij de laatste jaren. Maar Zilverspoor spant de kroon, ze geven ieder jaar een flinke stapel nieuwe boeken uit. En ik koop er ieder jaar ook aardig wat van om te lezen. Heerlijk!

Lees jij je boeken het liefst digitaal of op papier?

Ik lees ze het liefst op papier omdat ik met het schrijven ook al achter mijn laptop zit. Mijn ogen willen liever eens wat anders dan een scherm bekijken. En het voelt lekkerder en ruikt beter dan een e-reader.

Hoe belangrijk vind jij de cover van een boek?

Heel belangrijk, het is het eerste waar ik naar kijk als ik een boek wil kopen. Als de cover me al niet trekt, pak ik het boek niet eens op om de flaptekst te lezen. De cover hoeft nog niet veel over de inhoud van het verhaal te zeggen, maar meestal past het er wel bij. Althans in mijn lievelingsgenre wel.

Van welke auteur staan de meeste boeken in jouw kast?

Van Kim ten Tusscher, ik heb al haar boeken.

Hoeveel boeken heb je in totaal in je kast of op je e-reader staan?

Nou, ze staan door mijn hele huis heen in boekenrekken en boekenkasten en op mijn computer. Het zijn er denk ik al gauw tussen de vijfhonderd en duizend. Daar zit ook wel aardig wat naslagwerk tussen.

Welk boek vond je heel erg tegenvallen en waarom?

Ik heb eens een boek gelezen over twee stellen die het niet eens waren over hoe een erfenis verdeeld zou worden. Een hoop ruzie en afgunst, echt niet leuk om te lezen. Dat was een grote afgang. Ik had het boek gewonnen en begrijp goed waarom ze het graag kwijt wilden, maar het was geen beste reclame, dat kan ik je wel vertellen. Als ik ellende en ruzie wil, kijk ik wel naar het journaal, dat heb ik niet nodig in een boek.

Heb je een gesigneerd boek zo ja van wie?

Verschillende, van Zilverauteurs. Helaas door corona en geen mogelijkheid voor festivals heb ik er een aantal online gekocht waar nog geen handtekening in staat. Ik hoop die ooit nog te kunnen krijgen, zodra er weer festivals komen en ik mijn collega-auteurs weer kan ontmoeten in de tent van Zilverspoor.

Op welke plek lees je graag?

Ik lees altijd een poosje voor het slapen gaan, op bed, dat gaat het beste.

Wanneer lees je het liefste?

Nou, thuis op bed dus en anders als ik buiten in de tuin wil relaxen of bij de dokter of tandarts in de wachtkamer. Maar meestal heb ik tussendoor geen tijd om te lezen, dan ben ik bezig met schrijven of tekenen of ik kijk naar een film of serie op tv.

Op welke social media kunnen de lezers van bookstamel jou vinden.

Ik zit op Facebook als Johanna Lime en Marjo Heijkoop, op Instagram limejohanna en verder heb ik mijn websites Website Johanna Lime: https://johannalime.com en Boekenwebsite: https://boekenvanjohannalime.com.

Tot slot een aantal dilemma’s welke kies jij en waarom?

Hardcover of paperback?

Paperback is goed genoeg voor mij, dat boeken uit elkaar vallen zoals vroeger, waardoor je liever iets wil hebben dat goed gebonden is, daar merk ik de laatste jaren niets meer van.

Nederlandstalig of Engels?

Nederlandstalig en het liefst van iemand uit ons eigen taalgebied. Ik ben graag solidair met mijn collega’s, want ik weet hoe moeilijk schrijvers het hebben om hun boeken verkocht te krijgen en ik gun hen net zoveel roem en aandacht als bestsellerauteurs uit andere landen.

Serie of Stand alone?

Allebei goed, al is het wel zo dat in mijn lievelingsgenre de verbeeldingswerelden van een serie lekker uit kunnen groeien tot iets groots en dat vind ik nou juist het fijne van de verbeeldingsliteratuur.

Cover of flaptekst?

Eerst de cover goed bekijken, dan de flaptekst lezen, een stukje lezen in het boek om de schrijfstijl te proeven en als het bevalt het boek kopen en lekker gaan lezen.

Lezen in bed of in bad?

Nee, niet in bad, dan kan het nat worden! Ik lees wel in bed, lekker warm in mijn nestje met een lampje erbij.

Koffie of thee?

Koffie natuurlijk! Ook al wordt hij als ik geconcentreerd aan het schrijven ben meestal steenkoud en dan is hij niet zo lekker meer. Maar ’s morgens voordat ik begin, moet ik eerst een mok warme koffie tot me nemen. Het is de motorolie voor mijn schrijfradertjes, zonder koffie lopen die niet zo soepel. En thee? Tegenwoordig ’s avonds bij een serie van Netflix, als de pot koffie van die dag alweer leeg is.

Mijn reactie

Dank je wel dat ik dit in mocht vullen, Melanie. Succes met je leuke boekenblog van Bookstamel, een prachtinitiatief!

Groeten van Johanna Lime

Overzichten van drie jaren Leesuitdaging

Negende blog voor de Leesuitdaging van 2018

Geplaatst 10 december 2018

Voordat in september 2015 ons debuut Schimmenschuw uitkwam, kochten we al boeken op verschillende festivals waar Nederlandse uitgeverijen in het fantasygenre stonden. We hadden begrepen dat het lezen van boeken van andere schrijvers zou kunnen helpen wanneer je zelf ook schrijver was. Bovendien was het altijd gezellig om onze collega’s bij Zilverbron te ontmoeten op evenementen waar we ons ook nog konden vergapen aan de prachtige kostuums. Er ging in die tijd een hele nieuwe wereld voor ons open. Ook lazen we dus steeds regelmatiger weer eens een boek en dat beviel goed.

Sinds Hebban in 2016 begon aan de Reading Challenge (op zijn goed Nederlands), en we ontdekten dat Goodreads die ook had, was het hek helemaal van de dam. Tegenwoordig houdt Marjo ieder jaar bij wat ze heeft gelezen en schrijft ze ook recensies van de door haar gelezen boeken. Zo langzamerhand komen die niet alleen op Goodreads en Hebban te staan, maar ook  hier

Het is misschien wel leuk om een overzicht van de afgelopen drie jaren te laten zien, dus hebben we die in een paar afbeeldingen bij elkaar gezet.

In 2016 waren het nogal veel titels, maar dat kwam vooral doordat er twaalf Splinters bij zaten, korte verhalen die per maand uit kwamen en waar we een abonnement op hadden. Verder waren er heel wat mooie romans om te lezen, zat er een studieboek bij en las Marjo in 2016 overdag twee boeken vanaf haar beeldscherm, terwijl ze normaal overdag met schrijven bezig is en dan ’s avonds pas tijd heeft om te lezen. Zo kwam ze dus in 2016 aan 35 boeken.

In 2017 waren de te lezen boeken gemiddeld wel wat dikker en bovendien was Marjo overdag druk bezig met schrijven. Ze volgde een cursus bij Marjon Sarneel. Aspergirls was een boek dat werd gelezen voor onderzoek, er zat weer een studieboek over schrijven bij, maar verder waren er fijne romans om in weg te kruipen. Eind 2017 was de stand 21 gelezen boeken.

In 2018 was het de bedoeling om 25 boeken te lezen, maar dat is net als in 2017 niet gelukt. Er zaten een paar boeken bij die nogal veel tijd vergden om uitgelezen te krijgen, maar het was een geweldig fijn leesjaar. Nog een pagina of 50 uit het laatste boek en dan is Marjo klaar voor deze Leesuitdaging. Ze heeft alle reden om er nooit meer mee te stoppen. Boeken lezen is geweldig leuk!

Misschien dat het in 2019 dan eindelijk gaat lukken om echt 25 romans te lezen.

 

Winnaar van CampNaNoWriMo juli 2018

21 juli 2018

Opnieuw winnaar

Op de eerst mogelijke dag waarop het woordenaantal gevalideerd kon worden, bereikte Marjo de score van 50.223 woorden. Meer dan 50.000 in 20 dagen!

Ons project voor dit Camp was om zes korte wedstrijdverhalen te herschrijven en er zeven van te maken die in de serie Randsteden zouden passen. Een serie over steden ergens op een randje van een exoplaneet die door ESA ruimtevaarders is ontdekt, in de toekomst. De steden hebben namen als Gordurand, Hardorand, Marsdurand, Fabelrand en dergelijke. Ze zijn te vinden op verre planeten zoals Flut, maar twee ervan staan op de Maan en op Mars. We herschrijven deze verhalen om ze later op Smashwords te kunnen publiceren als e-books.

Marjo is er nog niet helemaal mee klaar, want er zijn nu vijf van deze verhalen af. Aan de twee laatste moet nog verder geschreven worden. Dat kan ook nog mooi in juli 2018.

Wij vinden dit een goede prestatie, ook al was het een herschrijfproject. Wanneer je bedenkt dat we daarnaast bezig zijn aan de tweede ronde hoofdredactie van ons volgende boek, Smeulend venijn, kun je wel nagaan dat we dagen achtereen alleen maar hebben geschreven.

Enkele getallen

Het gemiddelde per dag ligt op 2.511 woorden. Na de derde week zijn er in totaal 50.223 woorden her- of geschreven. Vijf verhalen zijn helemaal af en aan twee anderen is Marjo bezig. We krijgen dit project in juli nog wel af. Daarna willen we er redactie over hebben en we zijn van plan om ze ook nog naar het Engels te vertalen. Dus wanneer ze op Smashwords verschijnen? Dat zal nog geruime tijd duren. Graag geduld.

Groeten van Johanna Lime.

Halverwege april met CampNaNoWriMo

15 april 2018

Saturnus Maan is een ambitieus en complex project, hoorde ik van mijn vader toen ik hem het een en ander uitlegde over waar ik mee bezig was met schrijven. We kregen er zelfs weer een verschil van mening over, dat hebben we steeds. Mijn vader en ik, iedere keer botsen we. En dat is nou juist ook een van de drijfveren van mij die achter dit verhaal zitten.

Ik heb vanuit mijn ervaringen kritiek op de maatschappij, ik wil iets duidelijk maken waardoor mensen die na mij leven niet in dezelfde val trappen als waarin ik ben getrapt gedurende mijn leven. Daarom wil ik nu juist autobiografisch schrijven, maar dan wel zonder mensen te kwetsen die dicht bij mij staan. Zij zijn ook een product van hun opvoeding en hebben de voor hen, op dat moment en met de mogelijkheden die voorhanden waren, beste keuzes gemaakt in hun leven, zoals ik dat ook heb gedaan.

Dat mijn vader gelijk heeft, als hij zegt dat ik ambitieus bezig ben met dit verhaal, heb ik echter wel gemerkt. Gezien wat er deze week speelde bij de Harland Awards Boekprijs is ambitieus zijn natuurlijk niet zo gek, al pretendeer ik niet de neiging te hebben literair te willen zijn. (Degenen die de discussie hebben gevolg op Facebook weten waar ik het over heb). Ik wil gewoon mijn verhaal kwijt en dan het liefst op een manier dat ik toch genreschrijver kan zijn. Dus als ik schrijf over waargebeurd in combinatie met science fiction, is het al gauw duidelijk dat dit project erg complex is.

Om in die complexiteit de weg te vinden en alle elementen die daardoor in het verhaal komen op de juiste plaats te krijgen, is me aardig opgebroken. Ik heb mijn doelstelling aan moeten passen. Ik ga geen 50.000 woorden halen deze maand. Als ik 25.000 woorden haal, zal ik al superblij zijn.

Het schrijven van dit technisch lastige verhaal gaat langzaam. Ik moet er veel moeite voor doen om het juist te verwoorden. Op een gegeven moment, tussen 9 en 14 april, lukte het niet meer. Ik wist niet hoe ik verder moest en alle lust om door te gaan was even helemaal verdwenen. De inspiratie was weg.

Gelukkig is er dan Facebook en heb ik daar in de loop van de tijd veel vriendjes gekregen. Zij hebben me door te antwoorden op een vraag om hulp weer op gang geholpen. Daar ben ik heel dankbaar voor. Ik doe dit niet alleen, er zijn anderen die met mij meedenken en laten blijken dat ze nieuwsgierig zijn naar een verhaal over twee vrouwen en twee aliens.

Zelf ben ik net zo nieuwsgierig naar hoe het verder zal gaan met de personages, want bij iedere alinea die geschreven wordt kan het de andere kant opspringen. Is er dan toch een muze die stiekem over mijn schouder meeleest? Of is dat gewoon Dinie die meedenkt en schaaft aan wat er tijdens het proces gebeurt? In elk geval ben ik nu bij hoofdstuk 12 aanbeland, terwijl ik bij hoofdstuk 5 begon op 1 april. (De eerste vier hoofdstukken zijn geschreven voor de cursus Schrijf Je Verhaal, bij de Online Schrijfschool van Marjon Sarneel). Er zit voortgang in dit verhaal en hoewel de diverse keerpunten en het eindpunt vaststaan, kan er in de tussenliggende hoofdstukken nog aardig wat gestuurd worden. Dat doet het creatieve proces en daar geniet ik van.

Het wordt een verhaal waarin er van alles bij elkaar komt en weer uit elkaar gaat. Er zit beweging in. Wat dat betreft lijkt het veel op het echte leven. Ik hoop alleen dat als het klaar is, ik er een manier voor vind om het de wereld in te brengen. Maar goed, tot die tijd blijf ik lekker schrijven en spin ik mijn draden zodat de boodschap uit het daarna geweven kleed tevoorschijn komt. Nog een halve maand te gaan. Met een score van 15.130 woorden moet 25.000 woorden ook te halen zijn.

Groeten van Marjo.

De Leesuitdaging van Hebban – Augustus 2017

Geplaatst 29 augustus 2017

Vandaag schrijf ik over boek twaalf en veertien van mijn leeslijst voor de leesuitdaging van 2017 van Hebban en/of Goodreads. Boek dertien was een studieboek over schrijven en dat komt de volgende keer aan bod. Ik ben nu bezig met nog een studieboek over schrijven en met de roman Maidentrip van Marjon Sarneel. Het gaat weer wat vlotter, want ik wil die 25 boeken aan het eind van het jaar natuurlijk wel halen!

De eerste drie boeken van mijn leesuitdaging stonden in het blog van januari, nummer vier en vijf kwamen in maart aan de beurt, nummer zes en zeven in april, nummer acht en negen, tien en elf stonden in twee aparte blogs van juli.

12 – De kronieken van Cromrak, derde boek – De zoektocht van Varok – Mark Doornbos – Uitgeverij Zilverbron – Fantasy.

14 – Vertellingen van de ondergang, deel 1 – Het eerste deel van een nieuwe trilogie over Lilith – Bloed – Kim ten Tusscher – Uitgeverij Zilverspoor – Fantasy.

 

Vrijheid in de keuze van boeken

Zoals u ziet allebei boeken van Zilverspoor of Zilverbron, dat zijn twee onderdelen van dezelfde uitgeverij, maar dat wisten jullie natuurlijk al lang.

Ik kreeg op Facebook het commentaar van iemand dat ik wel erg veel boeken van deze uitgeverij lees. En daar verbaas ik me eerlijk gezegd nogal over. Waarvoor zou dat niet mogen? Ik ben toch zeker vrij om boeken uit kiezen die ik zelf graag wil lezen of bestuderen? Het lijkt me dat iedere lezer dat doet.

Als schrijver is het ook goed om veel te lezen, wordt er beweerd. Ik ben het daarmee eens. Het is niet zo dat ik een recensent ben en hiervoor krijg betaald. En het is nu eenmaal wel zo dat uitgeverij Zilverspoor/Zilverbron elk jaar weer voorziet in een flink aanbod in het genre dat mijn voorkeur heeft. Bovendien zijn hun boeken geschreven door authentieke, Nederlandstalige schrijvers. Ik wil graag weten waar zij over schrijven.

Natuurlijk lees ik ook weleens een boek dat door een andere uitgeverij op de markt gebracht is. Maar ik ben nu eenmaal in de gelegenheid om op de festivals die ik bezoek, zoals Elfia, Keltfest en Castlefest, nieuwe boeken te kopen die mijn belangstelling opwekken. Ja, dat die boeken uitgebracht worden door de uitgeverij waar ik zelf ook boeken heb uitgegeven, is waar. Maar moet dat een beletsel zijn? Mag ik daarom geen boeken van collega’s lezen en lezersrecensies maken? Ik zou willen dat er van onze boeken ook meer recensies van ander schrijvers kwamen. Daar hebben we er helaas maar weinig van.

Het is zo vreselijk flauw dat blijkbaar sommige mensen al bij voorbaat een vooroordeel hebben over bepaalde boeken of bepaalde uitgeverijen. Ik heb ook vertaald werk gelezen en ik lees best weleens iets uit een ander genre of van een andere Nederlandse uitgeverij. Maar eerlijk, ik ben echt wel oud genoeg om zelf te kunnen bepalen welke boeken ik wil lezen en ik heb daar een mening over. Een persoonlijke mening, welteverstaan. Ik houd niemand tegen om zich ook een eigen mening van een bepaald boek te vormen en daar feedback over op het internet te zetten. Lees het boek zelf, zou ik zeggen. Dan weet je of je het met me eens bent of niet.

12 – De kronieken van Cromrak, derde boek – De zoektocht van Varok – Mark Doornbos – Uitgeverij Zilverbron – Fantasy.

5 sterren recensie.

De zoektocht van Varok is van De kronieken van Cromrak van Mark Doornbos het derde boek uit een serie waarin orks nu eens de hoofdrol krijgen, om hen in een ander daglicht te stellen dan waarin orks meestal worden neergezet. Mark doet dat heel verdienstelijk. Zijn boeken zijn spannend, humoristisch en heel interessant.

De orks zijn na deel twee terug in hun stad, ze hebben de Sluipplaag-epidemie achter zich en voor Cromrak ziet het leven er weer zonnig uit. Maar dat geldt niet voor Varok. Zijn vader is er slecht aan toe en hij zou de Nekronomicon moeten hebben om hem te helpen. Maar dat boek is in handen van de tovenares Lydilia. Varok moet haar verslaan en het boek terughalen. Hij heeft er genoeg van dat zijn vrienden in de schijnwerpers staan en dat met hem de spot gedreven wordt, vooral door Kendar. Hij besluit er alleen vandoor te gaan om de Nekronomicon te vinden.

Cromrak krijgt een brief van Grash, zijn vroegere leermeester. Grash blijkt vast te zitten in het mensenrjk Thenamia, dat op voet van oorlog staat het de geduchte Thungar. De vrienden komen er achter dat Varok ervandoor is gegaan en ze willen achter hem aan om hem te helpen, maar ook willen ze Grash voor een zeker noodlot behoeden.

In Thenamia komen ze Ethan tegen en Bernan heeft wel een heel nare taak gekregen, samen met Grash. Zij moeten de bevolking van Thenamia redden van een zekere ondergang. Er komt een oorlog tegen de Thungar, waarbij Cromrak, Kendar en Daryliah aan de kant van Bernan, Grash en Ethan meevechten tegen barbaren en dwergen. De vijand heeft vernuftige wapens en het ziet er somber uit. Lydilia komt de Thenamiërs te hulp met een heel bijzonder leger, maar zelfs dat gaat niet zoals ze graag had gewild. Bernan wil de Thenamiërs van een ondergang redden, de mensen hebben al veel te veel ellende meegemaakt en zijn rol in de eerdere geschiedenis met hen was niet zo geweldig.

Intussen heeft Varok een compleet andere route gevolgd en is hij in contact gekomen met oude bekenden. Hij krijgt les in witte magie en merkt dat hij ook door reizen en les nemen kan leren, niet alleen uit boeken. Na de lessen gaat hij met Roodschub en zijn volgers op zoek naar de Nekronomicon, maar Lydilia krijgt door dat hij het boek van haar af wil nemen.

Het boek is spannend en er zitten mooie boodschappen in verwerkt. De oorlog en de strategie daarbij is geweldig goed uitgewerkt. De conflicten die in Varok woeden ook. Dit is een geweldig boek, echt een aanrader om de Kronieken van Cromrak te lezen. Heel goede fantasy van een Nederlandse schrijver. Je kunt het boek aan het einde echt niet meer wegleggen, je moet weten hoe dit afloopt. Hoe zal het Bernan, Grash en Ethan vergaan? Is Lydilia een verdorven zwarte magiër geworden door alles wat ze heeft meegemaakt bij De Kring? Zal het Kendar lukken om zijn vader te redden van de dood of vervalt hij door de Nekronomicon tot de zwarte magie en loopt het helemaal verkeerd met hem af? En is Grash de vader van Daryliah of is dat toch nog iemand anders? Kunnen Cromrak en Kendar weer vrienden worden met Varok of blijven ze ruzie houden?

De volgende vraag waar ik graag een antwoord op wil is hoe het nu met Ramaoh is gesteld. Komen we er nog achter waar de Spharocenen vandaan zijn gekomen en of Ramaoh echt de enige van hen is die nog leeft. Of zijn er nog soortgenoten? En waar vinden we die dan?

Mark is al aan het schrijven aan zijn vierde boek. Zijn boeken vind ik echt geweldig, hij heeft een fijne schrijfstijl en hele mooie ideeën die goed zijn uitgewerkt in zijn verhalen. Ik ben een fan geworden. Het boek over Ramaoh wil ik ook, want ik wil meer lezen van Mark!

 

14 – Vertellingen van de ondergang, deel 1 – Het eerste deel van een nieuwe trilogie over Lilith – Bloed – Kim ten Tusscher – Uitgeverij Zilverspoor – Fantasy.

3 sterren recensie.

Het eerste boek uit een nieuwe serie van Kim ten Tusscher. De vertellingen van de ondergang deel 1, Bloed. Dit boek gaat in grote lijnen om de hoofdpersoon Lilith uit de Lilithtrilogie (Gebonden in Duister, Verbroken in Schemer en Geboren in Licht) en over Kiril die voorkomt in het tweeluik Jager en Prooi. Een derde verhaallijn wordt gevormd door Nighram, een nieuw personage in deze serie.

Allereerst moet ik toegeven dat de schrijfstijl van Kim zelfs sinds Jager en Prooi, die ik erg goed vond, nog beter is geworden. Het boek leest heerlijk vlot en door de spanning wil je door blijven gaan als lezer.

Lilith is de profeet geworden van Jakob en ze is heel goed bezig. Ze dwingt de Merzianen niet om zich tot haar geloof te bekeren, maar zorgt ervoor dat er goede scholen komen en dat de zieken goed worden verzorgd. Ze heeft genezeressen in dienst en is er zelf ook een. De Merzianen behandelen haar echter niet goed, ze herinneren zich nog dat Lilith die een drakenwisselaar is, als draak veel verwoest heeft in de vorige strijd. Daarbij werd zij een instrument in handen van een magiër, zoals ze dat eerder ook al was.

Kiril is degene die door Lilith het bestuur over Merzia in handen heeft gekregen. Hij probeert vooral ook om het goede te doen voor het land en voor het volk. Maar dan komt er een bericht dat de kroonprins is gevonden, de zoon van de vorige koning Yvar. De jongen komt samen met een magiër die voor zijn opvoeding zorgde naar Merzia en neemt plaats op de troon. Al gauw blijkt dat Rayender Lilith en de Jakobanen haat. Zodra hij op de troon zit, worden de volgers van Jakob achtervolgd en opgejaagd.

Lilith kan dit niet over zich heen laten gaan en reist naar Naftalia waar de Jakobanen een groot leger hebben onder leiding van Tokala. Zij is de profeet van Jakob en ze moet tegen het geweld opkomen. Ze wordt echter ook in haar eigen gelederen met wantrouwen bejegend. Er komt weer een hevige strijd die in Merzia zal losbarsten.

Kiril vindt de maatregelen van magiër Nayaku en kindkoning Rayender ook te ver gaan en verzet zich tegen hen. Daarvoor wordt hij zwaar gestraft.

Nighram en haar ouders wonen in een woestijndorp. Zij slaan op een gegeven moment op de vlucht wanneer hun dorp wordt aangevallen. Ze zijn vreemdelingen en hebben het zwaar.
Dan volgen vele dramatische gebeurtenissen die aan de ene kant interessant zijn om te volgen, maar die naar mijn smaak zo ver worden doorgezet dat het enerzijds ongeloofwaardige overkill voor mij werd en anderzijds vond ik dat Lilith weer heel erg in een lijdende positie werd gedwongen waarin zij geen eigen wil zou hebben. Hoe dat komt is wel te verklaren in het verhaal. Toch gaf dit mij geen bevredigend gevoel.

Ik begrijp dat vele andere fantasylezers dit boek zullen roemen en dat dit door mijn persoonlijke smaak komt. Pasgeleden kwam er een recensie van vijf sterren van dit boek op Fantasy Wereld. Ik ben het helemaal met het eens dat het personage Az-Zhara een geweldige aanwinst is voor het Lilithverhaal. Waar voor mij persoonlijk precies het verschil met Jager en Prooi in te vinden is, daar kan ik niet helemaal de vinger op leggen. De boeken over Lilith liggen mij toch wat minder als lezer. Een kwestie van smaak.

Maar dat neemt niet weg dat ik de kracht ervan wel zie. Mensen die van de films van Game of Thrones houden, die ik persoonlijk wel mooi maar veel te gruwelijk vind, zullen vast en zeker ook smullen van de boeken van Lilith. Want dat Kim goed kan schrijven, is wel zeker.

Mensen die Nederlandse fantasy van eigen bodem willen lezen, raad ik al haar boeken zeker aan!

 

Wat ik nu aan het lezen ben

Ik ben nu bezig met het bestuderen van Schrijven met het oerverhaal – Eisso Post – uitgeverij Augustus. Boek dertien was Korte verhalen schrijven – Ton Rozeman – uitgeverij Augustus en ik lees nu eens een autobiografische roman die is geschreven door Marjon Sarneel – Maidentrip.

Ik ben blij dat ik in Nederland leef en vrij ben om zelf mijn boeken uit te kiezen.

Johanna Lime

 

NaNoWriMo – de tweede week

Geplaatst 14 november 2014

NaNoWriMo 2014

Participant-2014-Web-Banner

De afkorting NaNoWriMo staat voor de National Novel Writing Month in de USA en over de hele wereld. De uitdaging is om in de maand november 50.000 woorden te schrijven aan een roman.

De tweede week van de NaNoWriMo staat bekend als “hel week”.

We hebben gemerkt dat het echt moeilijker ging om iedere dag aan onze roman te schrijven. In het begin hadden we een planning gemaakt en in de eerste week gingen we, blijkbaar net zoals vele anderen die meedoen aan de NaNoWriMo (voor ons is het de eerste keer) lekker vlot van start en liep het schrijven gelijk met de planning. We waren enthousiast en wilden lekker aan de slag: ergens komen met het verhaal, woorden maken.

Tegen het begin van de tweede week bleek echter dat het gedeelte dat geschreven was en de planning uit elkaar gingen lopen. Scènes die gepland waren konden niet op de plaats waar wij ze hadden gedacht. Hoofdstukken, zoals wij ze tot nu toe aanhielden, liepen veel te ver uit waardoor scènes moesten worden opgeschoven naar volgende hoofdstukken. We moesten gaan uitzoeken wat een andere indeling van scènes met ons verhaal deed en oplossingen bedenken.

Op een gegeven moment gingen we ons afvragen of de wereldbouw wel klopte, of personages en hun acties nu al moesten komen of dat ze op een verkeerde plek in het verhaal stonden: het schema liep helemaal in de war. We hebben zelfs getwijfeld of we dit boek wel verder zouden schrijven, of dat we maar beter konden stoppen. Het ging dus even helemaal niet goed.

De twijfel kwam in alle hevigheid bij ons binnen. (Is dat wat ze bedoelen met “hel week”?) Kunnen we dit wel? Is het goed genoeg? Zal iemand dit ooit willen lezen? Is het spannend genoeg? Gebeurt er eigenlijk wel iets dat een lezer interessant vindt?

De inspiratiestroom stokte. We gingen ons bezig houden met allerlei zaken die afweken van het schrijfwerk. Informatie opzoeken uit onze oude dagboeken. Die klopte al niet meer met wat we tegenwoordig aan het doen zijn. Waar hebben we deze scène vandaan? Waar kunnen we het terugvinden in onze oude dagboeken? Het antwoord was: over deze periode hebben we maar heel summier iets staan en bovendien is er zoveel veranderd doordat we er nu romans van maken, dat we niet veel meer hebben aan die oude dagboeken. Namen zijn veranderd, vijanden zijn anders gaan heten en zien er anders uit, ze hebben andere tactieken, andere ruimteschepen… Hooguit een rode lijn valt er nog uit te halen: een richting omdat we weten hoe het in de toekomst met de hoofdpersonages afloopt. Daar hebben we dan wel weer iets meer over in hun dagboeken staan, maar over de periode van de oorlog staat alles slechts heel kort aangeven, het is meer een opsomming van waar er in welke maand een gevecht plaatsvond. Hoe moeten we er dan over schrijven zodat het toch een heel boek kan worden?

Hoe moeten we dan door de resterende weken van november heen komen om ons doel te halen en toch elke dag te schrijven?

Schrijven Online (met een artikel van Reinoud Schaatsbergen) kwam met een paar tips voor de tweede week: Doe een stapje terug, lees je verhaal dat je tot nu toe hebt, herschrijf niet, negeer andere boekideeën, houd je verhaal geheim (zodat je niet van de wijs gebracht kunt worden door reacties van anderen), houd het plezierig.

Nu is het bij ons zo dat Marjo aan de NaNoWriMo meedoet: zij is hier de schrijfster. Dinie leest ’s avonds na haar werk hardop voor wat er die dag geschreven is en als ze een vrije dag heeft, zit ze er naast en helpt mee met aangeven van ideeën en met de tekst. Wij controleren en herschrijven dus vaak wel al een beetje, hoewel we ons realiseren dat dit nog maar de eerste versie van het verhaal is en het waarschijnlijk nog wel een paar herschrijfrondes nodig zal hebben.

Doe een stapje terug – dat is een goed advies. In de eerste week waren al 19.242 woorden geschreven en lagen we voor op het gemiddelde aantal woorden per dag, dus als het eens wat minder zou worden, was ook niet erg.

Lees je verhaal – dat gebeurt elke dag met het laatste stukje dat geschreven is, om weer aansluiting te vinden. Ook halen we het schema erbij en de hoofdstukindeling die we van het hele boek al hebben gemaakt voordat we begonnen.

Negeer andere boekideeën – dat doen we, maar zodra er weer iets van de redacteur binnen komt om aan ons debuut Schimmenschuw te sleutelen, gaat dat voor. De NaNoWriMo is leuk om aan mee te doen omdat je bij kunt houden hoe je dagelijks vordert en om met buddy’s op Facebook woordscores te delen, maar het blijft vrijblijvend. Het is voor onszelf.

Houd je verhaal geheim – we hebben alleen in wat algemene termen verteld waar het over gaat, verder is de enige informatie die we erover geven het woordenaantal en het hoofdstuknummer waaraan we bezig zijn. Dus geen reactie die je kunnen laten twijfelen.

Houd het plezierig – aan deze tip hebben we het meest gehad. Je moet het kunnen relativeren. Is het erg om een dag niet te schrijven? Nee. Is het erg als je een scène schrijft die later weer helemaal geschrapt moet worden? Nee. Is het erg als je maar een paar woorden per dag schrijft? Nee, alle beetjes helpen.

Met dat laatste in gedachten, lukte het weer. Marjo wist niet meer wat er nu precies moest gebeuren in het verhaal en liet het maar gewoon komen. En dat heeft goed gewerkt. Je inleven in een van de personages en de strijd die ontstaat schrijven vanuit zijn of haar gezichtspunt. Dat is een goede oplossing. En als je nu een stukje schrijft over iets dat eigenlijk veel later gepland was? Dat maakt niet uit. Misschien wordt het verhaal alleen maar interessanter door, spannender ook. Creativiteit laten stromen, dat is de oplossing. Je fantasie gebruiken en goed bijhouden in het Excel bestand hoe alles heet bij die ruimteschepen en op die verschillende planeten. Ervoor zorgen dat het logisch is. Tja, daar kun je wel mee aankomen bij Marjo, dat lukt haar wel.

Gisteren kwam er een heel spannende actiescène tevoorschijn. We zitten weer lekker in de flow. Vandaag is er minder tijd voor de NaNoWriMo. Deze blog moeten op internet komen. Maar we hebben straks weer een heel weekend samen en we komen nu aan bij een hoofdstuk met een wending in het verhaal. Daar kunnen we dan lekker weer samen over discussiëren en ervoor zorgen dat het schrijven leuk blijft. Datgene doen wat ons energie geeft, waar we blij van worden.

Statistieken:

1 november – 0 woorden

7 november – 19.242 woorden (einde van week 1)

9 november – 25.062 woorden (op de helft van 50.000)

13 november – 34.358 woorden (einde van week 2)

Als alles door kan gaan zoals het nu gaat, halen we de 50.000 wel en misschien komen we aan nog veel meer. Alles wat in de NaNoWriMo geschreven wordt, helpt. Wie weet komt ons doel ook steeds beter in zicht: een routine opbouwen om elke dag een aantal woorden te schrijven, want daar was het allemaal om begonnen.

 

Over Johanna Lime (Biografie)

Johanna Lime zw 302

16 maart 2014

Over Johanna Lime (Biografie)

Johanna Lime werd geboren op 1 november 2011 in Sliedrecht. Zij is het pseudoniem van Marjo Heijkoop en Dinie Boudestein. De naam Lime komt voort uit de gezamenlijke familienaam van moeders zijde: Kalkman. Johanna is de naam van onze oma, van Dinie’s zus Joke en het is de tweede doopnaam van Marjo.

Johanna Lime begon met het schrijven van een eerste deel voor een trilogie, maar toen dat klaar was, ontdekte ze in 2012 de manuscriptwedstrijd. Voor die wedstrijd besloot zij ene heel nieuw manuscript te schrijven: Schimmenschuw. Dit kan als alleenstaand verhaal gelezen worden of worden gezien als voorloper op de trilogie die ze weer opnieuw aan het schrijven is. Ze kwam op het forum van Magic Tales in contact met andere schrijvers. Daar ontdekte ze schrijfwedstrijden voor korte verhalen. Inmiddels neemt ze daar elk jaar aan deel en ze heeft ook enkele schrijfcursussen gevolgd.

Johanna heeft de ambitie om zo goed te worden met het schrijven over haar fantastywerelden dat er veel lezers van haar boeken zullen genieten.

Over Marjo (Biografie)

Marjo zw 202

16 maart 2014

Over Marjo (Biografie)

Marjo Heijkoop is geboren op 29 september 1956 in Krimpen aan den IJssel. Zij is de oudste telg uit een gezin met drie kinderen. Als kind was ze altijd al bezig met tekenen en schrijven.

Marjo studeerde aan de MAVO en de HAVO, ging naar de Pedagogische Academie en werkte vijfentwintig jaar als groepsleerkracht in het basisonderwijs. Ze werd intern begeleider en remedial teacher, studeerde voor NLP Practitioner, Master Practitioner en Coach. Ze had vijf jaar een eigen praktijk aan huis en werd daarna weer omgeschoold voor werkvoorbereider in de bouw. Ze kwam als intern projectleider te werken bij een schildersbedrijf. Nu volgt ze haar passie voor schrijven.

Het schrijven begon in 1966 met het winnen van de derde prijs voor een opstellenwedstrijd. Ze vond science fiction en fantasy altijd al geweldig. Op 19 november 1982 ging ze met Dinie samenwonen en schreef ze verschillende dagboeken van personages in de werelden waar het grootste deel van de verhalen van Johanna Lime over gaan. Haar hobby’s zijn: tekenen, schilderen en schrijven, lezen, films kijken en met de computer werken.