7 augustus 2022
Jureren voor Waterloper

“Nieuw bloed in de jury! Steven Wekdam heeft besloten zijn stoeltje af te staan en droeg haar persoonlijk voor als vervanging. Fervent deelneemster aan NaNoWriMo, winnaar van onder ander de Eb en Vloed- en Stormvloedkeringprijs in eerdere edities van Waterloper, en auteur onder het pseudoniem Johanna Lime: een hartelijk welkom voor Marjo Heijkoop!”
Met het bovenstaande kondigde de organisator aan dat ik in de jury van de verhalenwedstrijd van Waterloper kwam, waarna de link volgde naar het voorstelrondje van de jury op haar website.
Na jarenlang zelf meegedaan te hebben aan onder andere de verhalenwedstrijden van Fantastels en Waterloper, kwam ik nu aan de andere kant van de tafel te zitten. Ik zette een andere pet op dan mijn schrijfpet en werd een jurylid.
In de eerste ronde kreeg ik vijftien verhalen om te lezen en die taak heb ik heel serieus aangepakt. Ik las de verhalen kritisch, probeerde de schrijftechnieken en onderwerpen te analyseren en ging na of aan de voorwaarden van de wedstrijd was voldaan. Bij elk verhaal uit ronde 1 schreef ik een nogal uitgebreid rapport, dat ik na afloop weer terugstuurde naar de organisator, met mijn ranglijst voor de verhalen. Dat rapport vind ik erg belangrijk, omdat ik weet dat het mij in het verleden ook erg geholpen heeft om mijn schrijfstijl te verbeteren en mijn verhalen nog eens beter te herschrijven.
Na ronde 1 gingen de vijfentwintig beste verhalen door naar de tweede ronde. Ze kwamen nu, in plaats van bij twee, bij drie juryleden terecht. Ik kreeg er elf om weer door te nemen, allemaal andere verhalen dan die ik in ronde 1 gelezen heb. Op het moment ben ik druk bezig met die tweede ronde. Ik lees elke dag een verhaal en ben er weer heel kritisch op.
Steeds houd ik me voor hoe het mijzelf vergaan is, toen ik bij mijn opleiding LO tekenen een leraar had die ook zo kritisch naar mijn werk keek. Ik had een schilderij gemaakt op een vel papier van 60 x 80 centimeter. Hij wees twee vierkante centimeter aan, en zei: “Dit stukje is goed.” Wat was ik kwaad! Maar na een poosje kwam ik erachter dat hij helemaal gelijk had. Dat stukje van twee vierkante centimeter nam ik als voorbeeld voor mijn volgende schilderijen. Ze werden steeds beter en uiteindelijk zei mijn leraar: “Je hebt een heel eigen schilderstijl ontwikkeld.” Ik was trots op mezelf en op de weg die ik had afgelegd.
Het is grappig om te ontdekken dat het bij schrijven eigenlijk net zo werkt. Vermoedelijk is het bij alle kunstvormen zo. Het valt voor ons, als genreschrijvers in Nederland en Vlaanderen, nog niet mee om de juiste schrijfvaardigheden te kunnen leren, omdat er nauwelijks scholen voor onze kunstvorm te vinden zijn. Ik heb echt heel veel geleerd van de juryrapporten van Fantastels en van Waterloper en dat gun ik jullie ook.
Soms, tijdens het lezen van een verhaal, denk ik aan de schrijfstijl iemand te herkennen, maar dat idee zet ik dan gauw van me af. Ik wil zo onpartijdig mogelijk zijn. Dat is het grote voordeel van een nummer toegewezen krijgen per verhaal en documenten die anoniem zijn gemaakt. Een voorwaarde van deze wedstrijd is namelijk dat alle gegevens van de auteur uit het bestand zijn gehaald zodat nergens aan te zien is wie het heeft geschreven. Ik weet dus niet van wie een verhaal is, maar zie aan de manier van schrijven wel of ik met een beginnende schrijver of met een gevorderde te maken heb. Bij iedereen probeer ik punten te ontdekken waar ik zelf op let als ik mijn verhalen redigeer, de punten waar een redacteur ook op let. Gelukkig heb ik zelf al veel ervaring met meerdere versies van mijn verhalen en ook met verschillende redacteuren, die mij bij de redactie van zeven boeken hebben geholpen. Ik hoop dan ook dat mijn kritieken goed over zullen komen en vooral dat ze jullie, de deelnemende schrijvers, verder helpen. Als je er kwaad om wordt in het begin, omdat je je misschien persoonlijk voelt aangevallen, kan ik dat heel goed begrijpen. Dat heb ik zelf ook ervaren, maar als je het even laat bezinken is het meestal bruikbare informatie waar je mee verder komt. Ik probeer je niet af te kraken, al zal ik misschien wel pijnpunten aanwijzen. Je hoeft van mijn kritiek ook niet alles te gebruiken, alleen datgene waar je wat mee kunt om er verder mee te komen. Een jurylid is tenslotte ook maar een mens en mensen kunnen ernaast zitten. Het zou alleen zonde zijn als je kansen liet liggen, want kansen om jezelf te verbeteren als schrijver krijg je bij een wedstrijd als Waterloper wel. Naar mijn bescheiden mening maakt dat deze wedstrijd ook zo uniek voor ons genre.

Je moet wel een beginner zijn voordat je iets anders wordt. Daarom vind ik het ook helemaal niet erg om uren per dag bezig te zijn met jullie ingezonden verhalen en er rapporten bij te schrijven die, net als jullie verhalen, bestaan uit meerdere pagina’s. Het gaat erom dat ik een eerlijk verslag schrijf van mijn leeservaring, mijn analyse van de toepassing van de schrijfregels en misschien de nodige hulp verleen met betrekking tot de Nederlandse taal.
Ik ben al een eind op weg in ronde 2 en geniet ervan. De lerares in mij (dat werk heb ik vijfentwintig jaar gedaan) krijgt weer volop aandacht.
Toch heeft dit jureren ook weer invloed op mijn eigen schrijfdromen. Als ik iedere dag een juryrapport schrijf, kom ik zelf niet aan schrijven toe in de tijd die ik daar meestal voor heb gereserveerd. Omdat ik in de jury zit, kon ik dit jaar ook niet zelf korte verhalen schrijven voor de themawedstrijd, dus heb ik me maar op het schrijven van mijn volgende boekenserie gestort. Het begin daarvan is gemaakt tijdens CampNaNoWriMo, maar toen liep het in een hoofdstuk vast. Nu ik er even afstand van genomen heb, begint het weer flink te kriebelen. Ik heb me daarom voorgenomen om, nadat ik ronde 2 opgestuurd zal hebben naar Roos, weer flink door te gaan schrijven aan dit grote verhaal. Door het jureren heb ik in ieder geval weer de routine en de zin teruggevonden van het iedere dag ervoor gaan zitten en echt iets te doen. Ik word tijdens het lezen van de wedstrijdverhalen ook heel nieuwsgierig en zou graag willen weten van wie die verhalen zijn. Daarom hoop ik iedereen te kunnen ontmoeten bij de prijsuitreiking ergens in het najaar van 2022. Maar na de tweede ronde komt dan natuurlijk eerst ronde 3 nog. Aan deze kant van de tafel zitten, is al net zo spannend als aan de schrijverskant. Het jureren beval me goed.
Groeten van Johanna Lime
O, nee, Marjo Heijkoop