De routine vasthouden

07 mei 2020

Hoe houd ik die routine vast?

Het positieve van meedoen aan CampNaNoWriMo of NaNoWriMo is altijd weer dat ik routine opbouw. Omdat ik elke dag het aantal woorden dat ik heb geschreven in kan vullen op hun website, komt er een grafiek tevoorschijn. Daar zie ik dat het woordenaantal gestaag oploopt. En dat motiveert om vol te houden. Ik merk dan dat ik niet zo snel geneigd ben om me af te laten leiden of om een dag helemaal niet te schrijven. Eerst moeten die woorden erbij staan, daarna kan ik weer wat anders doen.

Wat zou het fijn zijn om die routine, en daarmee dus ook de discipline van het elke dag een aantal uren schrijven, voortdurend vast te houden.

Waarom zit ik altijd zo aan te hikken tegen iets nieuws beginnen of doorgaan met een project waaraan ik al eerder bezig was?

Verhalen voor HSF

Vorige week schreef ik dat ik was begonnen aan een sciencefiction verhaal voor HSF. Ik twijfelde eraan of dat me wel zou lukken. Een kortverhaal van 3000 woorden, daar zag ik tegenop. Mijn korte verhalen zijn tegenwoordig meestal twee keer zo lang als dat.

Toch is het me gelukt. Niet alleen dat eerste verhaal, maar ook een tweede, heb ik inmiddels ingestuurd naar de redactie. Een nieuw verhaal, dat tamelijk actueel is in deze tijd. En een herschreven verhaal dat oorspronkelijk twee keer zo lang was, maar dat door het heel anders te herschrijven en door er veel uit te schrappen, uiteindelijk net iets groter dan 3000 woorden werd. Of ze in het HSF magazine worden opgenomen, hoor ik in juni.

Ergens ben ik nu toch wel trots dat dit me gelukt is. Ik heb doorgezet.

Dit citaat vond ik in het Engels op Pinterest.

SCHRIJF tot het zo normaal wordt als ADEMHALEN.

SCHRIJF totdat niet schrijven je BENAUWD maakt.

Als ik weer eens in een impasse dreig te raken, denk ik hier aan.

Wat zou het geweldig fijn zijn als ik dit bereiken kon!

Eerlijk gezegd ben ik al een eindje op weg, want ik heb een Schrijfroutinetacker gemaakt, waarin ik voor elke dag de uren bijhoud die ik schrijf.

Hij staat in een Excelblad met de bedoeling om hem elke dag in te vullen, net als het bestand waarin ik mijn voortgang bijhoud van het aantal hoofdstukken dat ik heb geschreven. Het is net zoiets als de score bijhouden van NaNoWriMo, een middel om de routine vast te houden.

 

Verder schrijven aan mijn nieuwe trilogie Interplanetair.

Na het schrijven en herschrijven van korte verhalen in april en begin mei van 2020, wil ik nu weer verder gaan met mijn grote project, het manuscript voor mijn volgende boek. Ik ben net iets over de helft van het plot gekomen. Het spannendste gedeelte komt er nog aan.

Toch zit ik er weer tegenaan te hikken. Gisteren heb ik alweer niets geschreven, maar ik wil de draad van het verhaal weer oppakken.

Dus, hup: verder schrijven! Houd die routine vast!

Ik heb me namelijk voorgenomen om mei en juni van 2020 te gebruiken om versie 2 van dit manuscript af te maken. Dan heb ik tijdens CampNaNoWriMo van juli 2020 tijd voor versie 3 en dan kan het op tijd naar de uitgever.

Ik wil in november de NaNoWriMo weer gebruiken voor de eerste versie van deel 2 van Interplanetair. Dat is mijn plan. Ik moet gewoon volhouden!

Als ik er weer eenmaal in zit, is het vast weer zo leuk om te doen, dat ik mijn koffie koud laat worden en de tijd vergeet. Dan is schrijven net ademhalen. Dan voel ik dat ik leef!

 

Groeten van Johanna Lime

 

Dromen en doen

14 februari 2020

 

Maak je droom waar

Een van de betere spreuken vind ik MAAK JE DROOM WAAR. Ik denk dat iedereen dromen heeft, voorstellingen en verlangens van wat je graag zou willen in je leven. Als kind was ik al veel aan het tekenen en schrijven, want daar voelde ik me lekker bij. Ik maakte landkaarten, een eigen krantje, lange gedichten, brieven en verhalen. Ik ging schilderijen maken en was ook best handig met handwerken en knutselen. Toch bleven dit hobby’s.

Nadat ik in het onderwijs was gaan werken, schreef ik artikelen voor de schoolkrant, er kwam zelfs ook een vervolgverhaal in te staan, dat ik geschreven had. Van alle leerkrachten vulde ik de meeste pagina’s. In het schildersbedrijf waar ik na omscholing terecht kwam, schreef ik weer voor het personeelsblaadje. Schrijven zat er altijd al in.

Pas nadat ik geen nieuwe baan meer vinden kon, keerde ik terug naar mijn echte droom: Boeken schrijven. Ik vind niet meer dat dit alleen maar een hobby is. Het is mijn passie en ik leef ervoor. Eindelijk, nu ik de leeftijd heb bereikt van de oudste debutant van de schrijfwedstrijd Waterloper 2019, valt mijn passie samen met mijn grootste droom. Er komen boeken van mij uit, die lezers in mijn droomwereld trekt. Hopelijk hebben ze het er net zo naar hun zin als ik. Mijn tekeningen komen als kaften van e-books op Smashwords te staan. Ik wil nog veel meer gaan doen met tekenen en schrijven. Ik heb nog zoveel dromen. Hopelijk worden ze allemaal waar.

Een update van wat ik de afgelopen week heb gedaan

Vorige week was ik met versie 2 van ‘Interplanetair, deel 1’, de herschrijfronde, tot hoofdstuk negen gekomen. Deze week heb ik alle veertien hoofdstukken van versie 1 herschreven. Wat in dit verhaal moest veranderen, is gelukt. Bovendien leest het nu beter doordat ik het heb geredigeerd. Vanaf nu kan ik weer verder gaan schrijven aan de tweede helft van het manuscript.

Voortgang van redactiewerk voor Schamel verbond

De redactie van ‘De vergeten vloek, deel 3, Schamel verbond’ ging de afgelopen week ook gestaag door. Natascha en ik hebben elke dag twee hoofdstukken verwerkt. Van de dertig zijn er nu twintig door de eindredactie heen. Als het zo doorgaat, kan deze redactieronde eind volgende week klaar zijn. Ik ben heel trots op hoe het verhaal uiteindelijk wordt.

Om dromen uit te laten komen, moet je wel iets doen. Anders blijft het slechts een droom.

Johanna Lime

In de redactiemodus

7 februari 2020

Een eerste versie is niet perfect.

Zoals jullie weten, probeer ik ieder jaar mee te doen aan de NaNoWriMo (National Novel Writing Month) in november. Met de bedoeling 50.000 woorden te schrijven in een maand. In 2019 schreef ik daardoor een half manuscript voor een nieuw boek. Het was de eerste versie van een verhaal waarvoor ik in oktober had geplot. Het eerste deel van de nieuwe trilogie Interplanetair.

Het voordeel van een eerste versie is, dat je kunt schrijven zonder angst. Je hebt een idee met personages en gebeurtenissen, conflicten en een wereldbouw en dat moet op de een of andere manier een nieuw verhaal gaan vormen. Je let er niet op of alles wel helemaal perfect geschreven is. Bij NaNoWriMo gaat het vooral om het plezier in schrijven, om je creativiteit aan te spreken en om een routine op te bouwen. De eerste veertien hoofdstukken waren geschreven, maar ze waren nog lang niet perfect. Het verhaal stond er nog maar half, ik moest het eigenlijk nog af gaan schrijven. Ik had de plot en wist hoe het verder zou gaan, maar ik stuitte op een weerstand. Ik zat in de redactiemodus.

Vorige week schreef ik dat ik heb besloten om versie 1 niet af te schrijven als versie 1. Na lang denken kreeg ik het idee dat doorgaan zonde van mijn tijd zou zijn. In plaats daarvan begon ik met redigeren en dat werd versie 2. Ik ben blij dat ik die keuze heb gemaakt, het bevalt me goed. Ik steun nu wat meer op mijn analytische kant, later krijgt de creatieve kant weer meer aandacht.

Ik heb de afgelopen week al negen hoofdstukken herschreven en ze zijn erg opgeknapt. Hier en daar heb ik een kleine wijziging in de plot verwerkt, maar vooral is het verhaal nu beter opgeschreven. Ik heb genadeloos geschrapt (en in mijn geval ook weer toegevoegd wat eraan ontbrak), woorden en zinnen geproefd en afgewogen, hele alinea’s verbeterd, dingen anders opgeschreven. Actiever taalgebruik, logischer van opbouw, herhalingen eruit. Ik krijg een veel beter gevoel over versie 2.

Nog vijf hoofdstukken redigeren en dan kan ik weer overschakelen. Creatief verder schrijven, maar wel met een goede eerste helft van het verhaal als steun en wetend welke personages waar moeten worden ingezet. Hoe die wezens van andere planeten er precies uit zien, van welke plaats uit het universum ze afkomstig zijn en op welk moment ik ze kan gebruiken.

Ik vond het citaat ‘Schrijf vrij van angst, redigeer genadeloos’ en zie dat tegenwoordig als een waarheid bij het schrijven. In het begin kan te veel kritiek al je pogingen om te beginnen met schrijven je in de kiem smoren, dan moet je nog niet redigeren, alleen maar creatief gaan schrijven. Het maakt niet uit hoe gek het lijkt, later komt het wel weer goed. Daarna heb je je analytische vermogen en kennis van de taal hard nodig om het precies zo te verwoorden als je in je dromen voor je zag.

Heerlijk als je ziet dat het lekker opknapt en er een goed verhaal komt te staan.

Voortgang van redactiewerk voor Schamel verbond.

Tegelijk met versie 2 van ‘Interplanetair, deel 1’, ben ik bezig aan de tweede redactieronde voor ‘De vergeten vloek deel 3, Schamel verbond’. Ook daar geldt dat je genadeloos moet zijn om het verhaal zo in het boek te krijgen dat alles klopt. Soms moet er iets geschrapt worden om het verhaal beter door te laten lopen. De zinnen moeten kloppen, voor sommige woorden wordt een synoniem gezocht, alles wordt nog eens grondig onder de loep gelegd.

Het gaat lekker. Ik ben heel blij met Natascha, de redactrice met wie ik dit samen doen kan. We hebben alweer een derde van het aantal hoofdstukken doorgenomen. Het verhaal komt er beter uit en wordt precies zoals ik het voor ogen had.

De komende weken weet ik wat ik kan doen: verder gaan met redigeren van Interplanetair en met de redactie van Schamel verbond.

Ik heb er zin in.

Johanna Lime

Verander het plan maar nooit het doel

30 januari 2020

Een zoektocht naar wijze woorden.

Een van de voordelen van internet en sociale media is, dat je soms van die wijsheden tegenkomt die je aan het denken zetten. Zo was ik op Pinterest op zoek naar citaten voor in mijn bullet journal. In 2020 begon ik namelijk aan alweer mijn derde bujo. Ik merkte dat het steeds een beetje op hetzelfde neerkomt. Als de jaaragenda staat, komen de maandagenda’s en de weekagenda’s erin. Een paar bladzijden waar wat afgevinkt kan worden, zoals gelezen boeken en bekeken films. Wat schema’s voor wedstrijden, een tabel voor het bijhouden van mijn blogs, maar dan heb je het bijna wel gehad. Ik wilde er toch af en toe ook wel weer een tekening of een citaat in kwijt. Gewoon als verluchtiging van de pagina’s, omdat het boekje met alleen maar agenda’s erin nooit helemaal vol komt. Ik houd ieder jaar een aantal lege bladzijden over. Ik zocht dus naar citaten en zag dat de meeste die ik op Pinterest ontdekte weer eens in het Engels waren. Dat is leuk voor Engelstaligen, maar ik wil wel Nederlands. Ik zocht verder en vond er ook een paar Nederlandse teksten tussen. Nu heb ik een aantal Engelse en Nederlandse ‘wijsheden’ op mijn harde schijf bewaard. Als ik er zin in krijg, zet ik er af en toe een in mijn bujo. Een tekening of sticker erbij en ik heb weer een bladzijde vol.

Plaatjes voor mijn blogs.

Later zocht ik onderwerpen voor mijn wekelijkse blogs. Daarvoor kon ik ook mooi inspiratie halen uit de opgeslagen plaatjes. Dus heb ik er een aantal uit het Engels vertaald en omdat dat in het Nederlands nou net niet lekker klonk, heb ik ze bewerkt op mijn manier. Ik gaf er een eigen draai aan. En nu heb ik in mijn digitale tekenprogramma zelf afbeeldingen met teksten gemaakt voor dit soort blogs.

Het schrijfproces.

Tijdens het redactiewerk voor De vergeten vloek deel 3 betrapte ik me erop dat ik steeds maar zat te wachten. Op de e-mail met het bestand dat nagekeken moest worden. Sommige dagen kwam er wel een hoofdstuk binnen, maar op andere dagen niet. Ik vond het eigenlijk maar niks dat ik zo aan het uistellen was, want dat redactiewerk was zo gepiept. Dus ik had nog wel een paar uur kunnen schrijven. Ik kreeg weer een enorme behoefte om verder te gaan met mijn volgende boek. Versie 1 was tijdens de NaNoWriMo van november 2019 tot op de helft af gekomen. Ik had het plan gevolgd en zou weer verder kunnen gaan.

Daar begon de twijfel. Zoals altijd gebeurt bij mij, vond mijn onderbewuste dat het niet goed was. Ik droomde er ’s nachts over dat er elementen aan ontbraken die er toch nog in moesten komen. Overdag pakte ik het eerste hoofdstuk op. Ik zat vanwege de redactie in de redigeermodus en het was goed te merken dat dit nog maar een eerste versie was. Dat kon veel beter opgeschreven worden!

Afijn, wat moest ik doen? Het hele plan overboord gooien en opnieuw beginnen?

Ik wist het niet, november was alweer een poosje geleden. Daarom ben ik eerst maar eens die veertien hoofdstukken die er al stonden door gaan lezen. Ik merkte dat alleen aan het begin veel te verbeteren was, de rest viel eigenlijk reuze mee, daar liep het lekker door. Toch gingen mijn logicadeel, mijn creatieve deel en mijn interne criticus ermee vanbinnen aan de haal. Hoe kon ik het verhaal nog beter maken? In een Interplanetaire ruimtestad zouden veel meer verschillende wezens moeten zijn. De hoofdpersoon zou daar toch op zijn minst een beschrijving van moeten geven. Hoe zagen ze eruit. Hoe was het leven in zo’n stad? En als ik het eens van het standpunt van de antagonist bekijken zou, wat dan? Wat zou hij doen om zijn zin te krijgen? Afijn, mijn fantasie ging op de loop en iedereen vanbinnen vond dat ik er hier en daar nog wel wat tussen moest voegen om het verhaal aan geloofwaardigheid te laten winnen. Ik kreeg goede ideeën om het verhaal beter te maken.

Op Facebook kreeg ik eens de raad om eerst het hele verhaal uit te gaan schrijven en daarna pas aan herschrijven te beginnen. Dan kon ik dat waarschijnlijk beter eerst gaan doen. Want, ja, dat was een goed advies. Of niet?

Nou, na veel wikken en wegen ben ik daarvan teruggekomen. Bij de twaalfde Saturnusmaan werkte dat wel goed. Maar bij de verhalen voor Zilverbron ging het niet zo. Vaak begon er een nieuwe versie als de vorige nog niet klaar was.

Daar heb ik nu ook weer voor gekozen. Met de aantekeningen die ik heb gemaakt, tijdens het lezen van versie 1, kan ik versie 2 al tot voorbij het midden herschrijven. Het initiële plan, het uitgewerkte plot, wordt tijdens het herschrijven aangepast. Of ik daarmee een organische schrijven word of een plotschrijver blijf? Ik weet het echt niet. Maar het is wel een beproefde manier voor Johanna Lime.

En als ik dan weer aangekomen zal zijn op het punt waar ik met versie 1 gebleven was, ga ik van daaruit verder. Dan is er al zoveel nieuws bijgekomen dat ik vast en zeker prachtige ideeën heb voor de rest van het verhaal, waarvan het plot trouwens ook al in grote lijnen vaststaat. Ik voel me hier veel beter bij, want dit zie ik helemaal voor me. Echt veel handiger dan verder schrijven aan iets wat ik niet meer helemaal zie zitten.

Dus ik ben ik begonnen met versie 2 van mijn volgende verhaal. Dit is mijn nieuwe plan. Aan het doel verandert niets, dat is nog steeds het schrijven van het eerste deel van Interplanetair. Mijn tweede trilogie bij Zilverbron.

Het is een hele klus om het begin zo te veranderen dat het verhaal beter loopt. Vooral bij het begin van een verhaal, waar je alle pionnen neer moet zetten, is het altijd moeilijk om goed te doseren. Maar ik ben deze week begonnen en vandaag was ik tot het midden van hoofdstuk 3 gekomen. Het herschrijven gaat langzamer dan gedacht, maar alles zit goed in elkaar. Ik hoef niet echt veel te veranderen aan het plot, slechts hier en daar een kleinigheid. Dat maakt een enorm verschil. Over het verhaal zoals het nu vorm krijgt, twijfel ik niet meer. Zo is het echt gegaan. Als zelfs mijn logische deel en mijn innerlijke criticus vinden dat het geloofwaardiger overkomt dan bij versie 1, zit het wel goed. Dan zullen de lezers het daar ook wel mee eens zijn. Ik krijg weer heel veel zin om dit verhaal helemaal neer te zetten zoals ik het voor me zie. Ook van dit gedeelte van mijn verbeeldingswereld wordt steeds meer onthuld. Corona Stella voegt zich bij Laskoro en Berinyi.

NaNoWriMo 2019 week 4 en nu even rust

29 november 2019

Week 4 van NaNoWriMo

Ik schreef het vorige week al, ik heb de National Novel Writing Month van november 2019 weer gewonnen. Doel gehaald. Het verhaal over Daniël & Irene, versie 1 ervan, is voor de helft geschreven. Tot en met 25 november werden het in totaal 52.816 woorden met het afkomen van hoofdstuk 14 van de 27 hoofdstukken die het moeten worden.

Daarna heb ik uitstelgedrag vertoond. Ik was moe van NaNoWriMo en ik heb er geen woord meer bijgeschreven.

Hoe kwam dat? Ik had een depressieve bui. Met mijn gedachten zat ik steeds weer bij vorig jaar toen Dinie zo ziek was dat ze niets meer at. We moesten naar de internist en daarna ging ze door de scan. We kregen te horen dat de kanker door haar hele lichaam was uitgezaaid. Ze at al een hele maand niets meer, dat kon zo niet. Maar er was geen houden aan. Op 23 december stierf ze.

Nu gaan we weer naar de decembermaand toe. Ik voel me erg alleen.

Ik ben op de helft van het verhaal en ontdek dat ik te weinig weet. Wie lopen er allemaal in die ruimtestad, hoe zien ze eruit, wat doen ze, wie, wat, waar, waarom en hoe?

Ik moet eerst weer even aan het brainstormen. De vragenlijsten van de personages die ik erbij gehouden heb zijn al schrijvende alweer aangevuld met namen van volksgenoten en uiterlijke kenmerken zijn beter opgeschreven. Maar daarmee ben ik er nog niet. De wereldbouw vraagt om meer details, om meer beschrijvingen, om sfeer en spanning.

Daar heb ik op het moment geen zin in. Ik mis Dinie om mee te brainstormen. Ik schuif het naar het volgende jaar.

Ik ga in december eerst weer een planning maken voor 2020, zoals ik altijd doe. De korte verhalen van Waterloper moeten herschreven worden, ik moet nog een keer naar Brugge voor De Avonturensteen, De twaalfde Saturnusmaan vraagt om een volgende versie en de trilogie Interplanetair vraagt om veel meer ideeën en een chronologie voor boek 1,2 en 3 zodat ik verder kan. Dus freewriten, brainstormen, plotten en meer.

Voor dat meer heb ik al bedacht dat ik weer eens wil gaan tekenen. Een plattegrond van een ruimtestad maken bijvoorbeeld. De plattegrond die ik heb van Biarrastad moet omgekeerd worden, want tijdens het schrijven zijn oost en west verwisseld. Dan heb ik nog geen plattegrond van Bengalostad en die zou ook wel handig zijn.

Ik wil gaan werken met mijn tekenprogramma’s op de computer en weer nieuwe covers maken. En tussendoor komen er nog bergen praktische dingen op me af, zoals behangen en alle kasten in huis eens op gaan ruimen. Weg doen wat ik nooit meer gebruik.

Met dat laatste was ik pas ook bezig. Dat kan ertoe hebben bijgedragen dat ik me zo rot voelde. Spullen van Dinie opruimen omdat ik er niets aan heb. Overal zitten herinneringen aan. Dat valt dus nog niet mee.

Ik gun mezelf nu dus even een paar dagen rust door 0 woorden te schrijven. In december gaan Natascha en ik verder werken aan de redactie van Schamel verbond. Daar kijk ik nu naar uit. We gaan ons best doen om het verhaal zo mooi mogelijk te krijgen voor het boek dat in april 2020 wordt verwacht.

Het andere schrijfwerk zie ik volgend jaar dan wel weer.

 

Zes jaar op rij – ruim 700.000 woorden, of een miljoen?

In de vorige blog over week 3 van NaNoWriMo had ik een plaatje opgenomen waarop stond dat ik al 631.457 woorden had geschreven vanaf 1 november 2014 tot nu. Daarbij zijn alle NaNoWriMo en CampNaNoWriMo projecten meegeteld. Maar het klopte niet.

De organisatoren kregen het niet voor elkaar om op de nieuwe website de woordenaantallen van CampNaNoWriMo van april 2019 en juli 2019 erin te zetten. Daardoor miste ik dus twee maanden schrijfwerk. Het eigenlijke woordentotaal dat ik gehaald heb in de zes jaar dat ik meedoe is 784.839. Kijk maar op onderstaand plaatje. Ik houd de stand zelf in Excel bij en hier heb ik alles van de afgelopen zes jaar bij elkaar staan.

In die tijd heb ik aan korte verhalen geschreven voor de Paul Harland Prijs, Fantastels, Waterloper, onze e-books op Smashwords en aan de trilogie De vergeten vloek. Ook De twaalfde Saturnusmaan en Interplanetair kwamen aan bod.

Tussen de NaNoWriMo en CampNaNoWriMo maanden door hebben Dinie en ik natuurlijk ook geschreven. Schimmenschuw begon als manuscript al op 1 maart 2012, en daarvoor (vanaf 1 november 2011) waren we ook al bezig aan deel 1 van De vergeten vloek. Dus al met al is de stand misschien wel miljoen woorden?

Mijn leraar tekenen op de Pedagogische Academie, waar ik ook les kreeg voor de LO akte tekenen, zei altijd dat ik een eigen stijl had met mijn schilderijen. Maar om echt een kunstenaar te worden moest ik wel 100 schilderijen maken.

Misschien ben ik dan nu eindelijk zo ver dat ik me na miljoen woorden schrijver kan noemen. In elk geval heb ik in die tijd erg veel geleerd over schrijven en dat houdt ook nooit meer op. Ik begin te merken, aan het redactiewerk en aan het lezen van debuutromans, dat ik geen beginner meer ben. Alleen vraag ik me af waarom het zo moeilijk blijft om bij korte wedstrijdverhalen hoger te scoren. Misschien ben ik gewoon beter in het schrijven van romans? Wat denken jullie?

 

Groeten van Johanna Lime

NaNoWriMo 2019 week 3, Winnaar

23 november 2019

Week 3 van NaNoWriMo

In de derde week van de National Novel Writing Month dacht ik elke dag wel weer lekker door te kunnen schrijven aan mijn verhaal. Dat bleek nog niet zo gemakkelijk te zijn. Allereerst had ik last van uitstelgedrag en deed ik er van alles omheen, maar schreef ik urenlang niets. Daarnaast kreeg ik nog vier nieuwe hoofdstukken binnen van het redactiewerk voor deel 3 van De vergeten vloek, en die wilde ik eerst af hebben voordat ik aan het verhaal voor NaNoWriMo begon. Gelukkig bleek ook nu weer dat het met de te wijzigen scènes eigenlijk wel meeviel met die redactie. Natuurlijk ben ik ook niet alleen maar hele dagen aan het schrijven en moest er daarnaast van alles in de huishouding gedaan worden. Dan heb ik mijn koolhydraatarme dieet waar ik rekening mee moet houden. En de fysiotherapie met de oefeningen en het fietsen op de hometrainer. Dat is allemaal al drukte genoeg, zou je zeggen.

Toch wilde ik echt meters maken, maar het viel nog lang niet mee. In deze derde week begon ik vaak pas om drie uur ’s middags te schrijven voor de NaNoWriMo. Dan was ik even bezig en merkte tot mijn schrik dat het tijd was om het eten klaar te maken. Meestal at ik dat op bij het kijken naar het nieuws en ‘de wereld draait door.’ Gek, ik keek daar vroeger nooit naar maar de laatste tijd vind ik het wel leuk. Het zal er wel mee te maken hebben dat ik alleen ben nu. Als het journaal van acht uur dan voorbij was, ging ik pas weer verder schrijven. Ik zat helemaal in het verhaal en het werd snel elf uur ’s avonds. Een paar keer in de afgelopen week ben ik pas ver na middernacht naar bed gegaan. Dat moet niet te vaak gebeuren, want dan slaat de vermoeidheid toe.

Het duurde deze week wat langer om aan de woordenaantallen te komen. Ik zat in het middenstuk van het plot. Om het verhaal goed op te schrijven was er meer onderzoek nodig. Sommige scènes vereisten dat ik er nog iets nieuws bij moest verzinnen, want ongemerkt had ik de informatie al eerder gebruikt in het verhaal. Dat bedenken duurt meestal wel even. Gelukkig lukt het me telkens weer om iets te vinden waarmee ik verder kan.

Vanaf dag 1 tot afgelopen donderdag was het me gelukt om, met in week 2 het slim over de dagen verdelen van de woordenaantallen, elke dag precies 1667 woorden of meer toe te voegen. Donderdag lukte dat niet. Ik had er 1319. Geen ramp natuurlijk want er was al een flinke buffer opgebouwd. Op vrijdag rond een uur of 11 ’s avonds is het me gelukt om over de 50.000 woorden heen te gaan. Ik heb de NaNoWriMo van november 2019 weer gewonnen!

 

Zes jaar op rij.

Ik houd van de National Novel Writing Month. Het is voor mij een geweldige manier om aan een flink deel van een boek te werken. In de drie weken van november 2019 ben ik gekomen tot halverwege hoofdstuk 14 voor Interplanetair deel 1, Daniël en Irene. Dit moet uiteindelijk het eerste deel van een nieuwe trilogie worden die na De vergeten vloek gaat komen. Het manuscript is voor de helft af. Dat wil zeggen, versie 1 ervan. Want dit jaar heb ik echt volgens de NaNoWriMo traditie een eerste versie geschreven. Ik ben er nog niet klaar mee, ik moet nog verder totdat ik het hele verhaal voor mezelf heb uitgewerkt. En dan komen er nog een aantal herschrijfrondes. Een boek is nu eenmaal niet zomaar klaar, het schaven en nog beter maken begint later pas.

Op de nieuwe website van NaNoWriMo staat tegenwoordig alles bij elkaar. Niet alleen van de schrijfmaanden van november (NaNoWriMo), maar ook van april en juli (CampNaNoWriMo). Bij CampNaNoWriMo kun je zelf een doel stellen, daar mag je ook 10.000 of 20.000 woorden in een maand schrijven. Het is maar een keer voorgekomen dat ik het woordenaantal niet gehaald heb in zo’n maand. Daardoor heb ik nu in zes jaar tijd 631.457 woorden geschreven. Het zijn woorden die horen bij De vergeten vloek, bij korte verhalen en bij De twaalfde Saturnusmaan. Nu dus ook bij Interplanetair.

Dat er zoveel woorden zijn geschreven door mij, betekent niet dat al die woorden ook in boeken en verhalen staan. Toch is ongeveer de helft ervan wel in boeken en e-books terecht gekomen.

Ik ben soms een traditionele NaNoWriMo deelnemer, dan schrijf ik versie 1 van een verhaal. Maar vaak ook ben ik een rebel. Dat houdt in dat ik dan bezig ben met een herschrijfronde. Het is wel leuk om te zien hoe de titels van de manuscripten door de jaren heen steeds weer veranderd zijn. Ik merk ook dat ik door onder andere hieraan mee te doen een routine in het schrijven heb opgebouwd. Ooit hoop ik die toch ook nog eens voor tekenen te krijgen.

De intrinsieke motivatie voor verhalen schrijven is er, ik heb nog genoeg ideeën die ik ooit ook nog eens wil uitwerken voor een roman. NaNoWriMo maanden helpen me telkens weer om de routine van het elke dag aan een verhaal bezig zijn vast te houden.

 

Winnaar

Alles is relatief. Ik ben een winnaar! Ik heb een pdf bestand gekregen waar ik mijn pseudoniem op in kan vullen en de naam van het manuscript waaraan ik heb gewerkt.

Ik weet ook dat dit een prestatie is waar ik nog weinig mee kan. Ik heb iets op mijn computer staan waar ik lange uren in gestoken heb, maar wat heeft het voor zin?

Het wordt pas echt leuk als de verhalen die ik schrijf als een boek of een e-book gepubliceerd worden.

Korte verhalen schrijf ik meestal om ze aan een schrijfwedstrijd mee te laten doen. Als ik ze daarna voorzien van een juryrapport terug krijg, ga ik ze herschrijven en helemaal ideaal laat ik ze door een gedegen redactie gaan. Dat ik het kostenplaatje daarvan nooit meer terugverdien, interesseert me de laatste tijd minder dan vroeger, al blijft het krom dat je als fantasy/scifi-schrijver nauwelijks betaald krijgt voor al je werk. Ik vind het leuk om voor zo’n verhaal een leuke kaft te tekenen, het van een lay-out te voorzien en het op Smashwords uit te kunnen geven als e-book. Het alternatief is dat het op de computerschijf blijft staan en daar nooit meer af komt. Aan gratis weggeven doe ik niet meer, dat geeft een verkeerd signaal af. In sommige maanden verdien ik zelfs een paar centen aan mijn gepubliceerde e-books, als iemand een verhaal bij Smashwords of via Kobo of Bol heeft gekocht. Dan kan ik wel een gat in de lucht springen, zo blij ben ik dan. Gelukkig hoef ik van het geld niet te leven. Wat dat betreft is het eerder een hobby, want het kost me meer dan het oplevert.

Het wordt nog veel mooier als mijn langere verhalen echte paperbacks worden met een prachtige kaft, een foto en een flaptekst. Ik ben dan ook blij met uitgeverij Zilverbron. Daar kan ik ook echt andere schrijvers ontmoeten en daar voel ik me gewaardeerd. Bovendien ben ik nu op Facebook al ongeveer een jaar bezig als een van de beheerders van de Zilverboekenclub, waar ik samen met de auteurs hun personages en werelden uit de boeken voorstel aan de lezers. Zilverauteurs zijn auteurs die boeken hebben uitgegeven bij Zilverspoor of Zilverbron. De Zilverboekenclub gaat over hun boeken. U kunt er bijvoorbeeld ook recensies plaatsen bij de foto’s van de boeken, op Facebook dus.

Op het moment kan ik helaas niet zo gemakkelijk meedoen bij het verkopen van de boeken op de verschillende festivals zoals Comic Con, Elfia, Castlefest, Keltfest en dergelijke. Ik houd het staan geen weekend vol met mijn versleten heup en knie. Maar in april hoop ik toch wel op de Elfia in Haarzuilens te staan. Het afvallen lukt met het dieet dat ik van de diëtiste kreeg goed, al is er nog een lange weg te gaan voordat ik weer zo slank zal zijn als eigenlijk het beste voor me is. De oefeningen van de fysiotherapeut helpen ook, al heb ik sommige dagen best veel pijn. Ik hoop zonder operatie zover op te knappen dat ik weer helemaal fit word.

Op de Elfia van Haarzuilens in april 2020 kunt u dan de hele trilogie van De vergeten vloek kopen. Het schrijven en herschrijven daarvan besloeg een paar jaar van de NaNoWriMo, maar de boeken in handen hebben en ze echt kunnen lezen geeft me pas het gevoel een winnaar te zijn.

En de mooiste prijs om te winnen is als lezers laten blijken dat ze mijn boeken gelezen hebben en dat ze ervan genoten hebben. Want daar doe ik alles voor.

 

Groeten van Johanna Lime

 

NaNoWriMo week 2, Waterloper en redactie

17 november 2019

De tweede week van de National Novel Writing Month staat bekend als ‘Hell Week’. Dat komt doordat de vermoeidheid toeslaat bij veel schrijvers die in de eerste week fris van start gegaan zijn. Ook begint de inspiratie van het begin op te raken en komen sommigen niet zo veel verder op een dag. Dat geldt denk ik dan het meest voor schrijvers die niet plotten en op dag een van november gewoon ergens beginnen en wel zien waar het verhaal hen heen leidt. Ik heb daar niet zoveel last van, al heb ik het zelfs met een schematische planning nog wel eens dat dingen tocht uitgebreider moeten worden en anders lopen dan gepland. Gelukkig had ik een paar goede invallen en kon ik weer verder als ik het even niet goed wist.

Ik had meer een ‘Hell Week’ doordat ik steeds werd onderbroken in mijn schrijfwerk. Om ruim tweeduizend woorden per dag vol te kunnen houden is het nodig om vier tot vijf uur per dag te schrijven, anders gaat het niet. Nu moest ik maandag de deur uit om bloed te prikken voor een controle bij de huisarts. Afijn, dat duurde niet zo lang dus de rest van de dag kon ik wel schrijven. Dinsdag had ik een afspraak bij de kapper en was ik een groot deel van de morgen kwijt. Donderdag was het helemaal druk en die hele dag kwam ik niet aan schrijven toe. Naar de huisarts voor de uitslag van het bloedonderzoek, tanken en auto wassen, boodschappen halen, met mijn vader naar de oogarts in het ziekenhuis in Zwijndrecht en ook nog eens zelf naar de fysiotherapeut. Tussendoor opletten dat ik mijn koolhydraatarme dieet goed opvolgde en mijn oefeningen deed voor mijn heup en knieën. Ik haat het echt als mijn dagen grotendeels opgaan aan allerlei verplichtingen die me de deur uit sturen. Het heeft er, denk ik, mee te maken dat ik dan dingen doen moet waar ik zelf niet voor gekozen heb. Ik heb er geen leiding over en word gedreven door omstandigheden.

Vrijdag mantelzorg voor mijn vader en ’s middags naar een begrafenisdienst voor de vader van mijn schoonzus. Zondagmiddag was dan weer leuk, de prijsuitreiking van Waterloper. Maar toch, de meeste tijd van week 2 van NaNoWriMo moest ik me in allerlei bochten wringen om mijn woordenaantallen te halen. Ik geef het toe, ik heb gesmokkeld. De ene dag schreef ik wat meer woorden, de andere wat minder. Ik heb er zo mee geschoven dat ik het kon regelen dat ik elke dag 1667 of meer woorden bij kon schrijven.

Ik ben er erg gelukkig mee dat het verhaal me nog steeds boeit en dat ik vandaag hoofdstuk 11 af kon ronden. Het eerste deel van de nieuwe trilogie, Interplanetair, belooft een goed verhaal te worden. Ik ben bijna op de helft en de rest wordt alleen maar spannender. Daarom hoop ik de komende week weer wat meer woorden te kunnen maken op een dag.

Uiteindelijk gaat het mij erom dat ik de eerste versie van deel 1 geschreven krijg, voor mezelf, zodat ik er later aan kan gaan sleutelen om er een manuscript van te maken dat naar de uitgever kan worden opgestuurd. Wat een boek kan worden.

Tot nu toe heb ik 40.489 woorden geschreven en het is nog lang geen 30 november, dus het gaat geweldig goed. Die 50.000 woorden moeten weer te halen zijn (en ook de rest, want voor het hele manuscript is 50.000 te weinig – maar die rest hoeft dus niet meer in de maand november af te komen, want voor NaNoWriMo ben je al winnaar als je de 50.000 haalt)

Ik houd u op de hoogte van de verdere ontwikkelingen.

Prijsuitreiking van Waterloper

Nu is het 17 november en ben ik teruggekomen van de prijsuitreiking van de schrijfwedstrijd Waterloper. Dat is een nieuwe themawedstrijd van de maand mei 2019. Ik had er drie korte verhalen voor ingestuurd. Van de 36 verhalen zijn er zeven gediskwalificeerd.

Voor de wedstrijd heb ik erg veel na moeten denken over verhalen die bij de drie thema’s zouden passen. Uiteindelijk heb ik twee nieuwe verhalen geschreven en een verhaal dat al eens eerder aan een wedstrijd meegedaan had als zogenaamd ‘veteranenverhaal’ herschreven en ingestuurd.

Mijn veteranenverhaal gaf ik de titel: ‘Hoe een oger uit Glelogurk de aardmannen hielp.’

Het jurylid, Steven Wekdam, kwam erachter dat ik het thema wel twee keer benoemd had, maar dat het niet een geïntegreerd onderdeel vormde van het verhaal zelf. Daardoor moest het worden gediskwalificeerd voor deze themawedstrijd. Maar hij vond het een heel leuk en grappig verhaal. Ook Gerard van de Akker vond het een leuk verhaal. Dus zo erg vind ik het eigenlijk niet eens. Dat er door twee juryleden wordt gezegd dat ze het leuk vonden, bewijst voor mij dat ik het gewoon nog eens door kan nemen en dan net als de rest uit kan gaan geven als e-book. Dat ben ik er dan ook mee van plan.

Met ‘De Piet Hein en de pratende hond’ kwam ik op plaats 27 terecht. Het was een beetje langdradig. Ik begin me af te vragen of ik wel korte verhalen moet blijven schrijven, want romans gaan mij denk ik veel beter af. Maar ik heb toch maar weer beloofd de volgende editie van Waterloper weer mee te doen. Dan komen er zes thema’s om uit te kiezen, wat het misschien wat makkelijker maakt om een verhaal bij een thema te zoeken.

Met ‘Die duivelse koeien’ kwam ik op plaats 21. Het was een leuk en luchtig verhaal over een inquisiteur op heksenjacht en koeien waar vlekjes aan zaten.

Ik heb net het volledige juryrapport binnen gekregen en ga het met veel belangstelling doorlezen. Eens kijken wat er beter kan worden door mijn verhalen nog eens te herschrijven.

Het was heel fijn om weer bij andere schrijvers samen bij de prijsuitreiking te zijn. De organisator en de juryleden hadden weer heel erg hun best gedaan. Lieve collega’s wonnen mooie certificaten. Ik heb zelfs ook een certificaat gewonnen: De ‘Eerste druppel senior prijs’, als oudste debutant van de Waterloper Verhalenwedstrijd. Maar het beste verhaal was van Debby Willems. Zij won met ‘Paardenbloemen” de eerste prijs en de trofee.

Gefeliciteerd, Debby!

 

Redactie van De vergeten vloek deel 3 Schamel verbond

Wat kan ik hierover zeggen? Natascha ven Limpt en ik zijn al druk bezig met ronde 1 van deze redactie en er zijn al negen hoofdstukken doorgenomen. Dat het in november al begonnen is, in de NaNoWriMo maand, maakt het voor mij extra druk. Maar we hebben wel ontdekt dat ik door de vorige redacties van boeken al heel wat geleerd heb. Tot nu toe vallen de te wijzigen scènes reuze mee. Ik heb het verhaal een poosje niet meer aangekeken en geniet er weer van als ik het tijdens de redactie teruglees. Dus ik heb er een goed gevoel over. Dat boek, het derde deel van de trilogie, wordt weer een boek waar ik volkomen achter kan staan. Alle draadjes uit de twee vorige boeken worden aan elkaar geknoopt.

 

Groeten van Johanna Lime

NaNoWriMo week 1

7 november 2019

Ik doe voor het zesde jaar op een rij mee aan de National Novel Writing Month. Het doel is om in de maand november een routine vast te houden en om 50.000 woorden van een nieuw verhaal te schrijven.

In 2019 schrijf ik ook echt de eerste versie van een heel nieuw verhaal, wat eigenlijk de opzet is van NaNoWriMo. Voorheen heb ik de novembermaand ook wel gebruikt om delen van een manuscript te redigeren en te herschrijven. Toen was ik een zogenaamde Rebel, maar nu dus niet. Ik werk aan deel 1 van een nieuwe trilogie die na De vergeten vloek moet komen en die ik de naam Interplanetair gegeven heb.

De website waar ik elke dag mijn geschreven aantal woorden moet invoeren, is vernieuwd. Het is even wennen aan de lay-out, maar ik vind hem wel mooier geworden. Hopelijk halen ze alle kinderziektes er nog uit. Dan werkt hij voor NaNoWriMo in november, maar ook voor CampNaNoWriMo in april en juli. Alles staat dan netjes bij elkaar.

Het leuke van de nieuwe website is dat er een stopwatch en een timer op staat, zodat je een woordsprint kunt maken. Je kunt ook invoeren van hoe laat tot hoe laat je geschreven hebt. Ik heb de timer al eens op een uur gezet. Tussen 10.00 uur ’s morgens en 11.00 ’s morgens kreeg ik een plaatje van een ‘vroege vogel’.

Vandaag voerde ik in dat ik tussen 12.00 uur en 15.00 uur geschreven had, en kreeg ik een flamingo.

Ik werk thuis op mijn laptop. Deze gegevens kun je invoeren en dan krijg je plaatjes op je webpagina te zien. Bovendien zijn er grafieken. Ik vind de staafgrafiek waarop te zien is hoeveel er per dag is geschreven wel handig.

De afgelopen week ben ik goed van start gegaan, er zijn nu 19.240 woorden geschreven.

Vandaag begon de vermoeidheid toe te slaan, dus het is wel fijn dat ik alvast een buffer heb voor als het niet zo lukken wil. 1667 woorden per dag zijn nodig om 50.000 aan het eind van de maand te halen. Ik hoop de 50.000 woorden te kunnen halen, maar liever nog meer.

Het is altijd weer een stimulans om te weten dat schrijvers van over de hele wereld eraan meedoen.

De badges die je krijgt, vind ik leuk. Ik zie ze als een soort beloning. Twee dagen achtereen je woordenaantal invoeren, 3 dagen, 7 dagen, leveren een badge op. 1667 woorden per dag geschreven, 5.000 woorden gehaald, 10.000 woorden gehaald ook. Vanaf nu wordt het lastiger om nog nieuwe beloningen te krijgen en uiteindelijk gaat het er natuurlijk om dat ik een winnaar word.

Ik heb nu van het nieuwe verhaal in een week tijd vijf hoofdstukken geschreven en daar ben ik erg blij mee. Het is het begin van een nieuw avontuur, een nieuwe serie boeken.

 

Wie van jullie doet er ook mee aan NaNoWriMo?

 

Groeten van Johanna Lime

NaNoWriMo 2019 begint

31 oktober 2019

Ik had het al eerder aangekondigd op deze website, maar hier dan nog een keer. Morgen is het 1 november en dan ga ik weer meedoen aan de NaNoWriMo. De hele maand november 2019 zal ik druk bezig zijn met het schrijven van het begin van de eerste versie van deel 1 van een nieuwe trilogie: ‘Interplanetair’.

De verhalen van deze nieuwe trilogie zullen zich in dezelfde verbeeldingswereld afspelen als Schimmenschuw en De vergeten vloek, alleen een generatie later. De hoofdpersonages zijn Irene Morane en Daniël Muir-Attholred, de kinderen van Jima Revaldesh-Morane en van Sylviana Attholred.

Ik ben de laatste week bezig geweest met voorbereidingen.

Prinses Irene Morane die Interplanetair Recht studeert, gaat stage lopen in de ruimtestad waar de Galactische Rechtbank zich bevindt. Ze komt erachter dat er bewijsmateriaal van een vorige rechtszaak wordt ontvreemd. Hun vijanden zouden daardoor een nieuwe rechtszaak kunnen beginnen tegen haar volk. Ze zouden Laskoro en Berinyi kunnen dwingen om de Neutrale Zone op te geven. Dat zal enorme consequenties hebben voor het prille verbond dat haar volk is aangegaan met het volk van prins Daniël Muir-Attholred.

Daniël moet op een andere planeet vrienden van Berinyi te hulp snellen. Zij worden aangevallen door oude vijanden. Maar wanneer Daniël daar is ontdekt hij nog iets anders.

Afijn, het is een ingewikkeld verhaal waarin heel veel gebeurt. Er komen ook wezens in voor die van verschillende planeten afkomstig zijn.

Ik heb het plot al helemaal in een schema staan, dus morgen kan ik starten. Ik heb ook al een idee waar deel 2 en 3 over moeten gaan en welke personages daar een hoofdrol moeten krijgen.

Ik heb er veel zin in. Het lijkt me een geweldige nieuwe uitdaging om fantasy (magie) science fiction (ruimtetechniek) en een vleugje romantiek in een nieuwe trilogie samen te brengen.

Ik hoop dus dat ik tijdens de maand november de eerste 50.000 woorden kan schrijven. Als dat me lukt heb ik een fijn begin en kan ik er in 2020 aan verder werken.

 

Aangezien het wel een aantal uren per dag in beslag zal nemen, moet ik andere dingen laten staan. Sociale media bijvoorbeeld. Daar zal ik minder op te vinden zijn.

Maar als het tussen de bedrijven door lukt, hou ik u van de voortgang op de hoogte.

 

Groeten van Johanna Lime

 

De twaalfde Saturnusmaan is geschreven

21 oktober 2019

 

Het verhaal dat er moest komen is af

Op 16 september schreef ik over mijn passie voor het verhaal ‘De twaalfde Saturnusmaan’. Deze titel heb ik nu gekozen omdat een droom die Dinie ’s nachts had over de ontdekking van een nieuwe maan bij Saturnus, werkelijk uitkwam. ‘s Morgens kwam in het nieuws op de radio dat de twaalfde maan van Saturnus ontdekt was. Ik vind dit een mooie herinnering aan haar. In het boek landen er aliens op de twaalfde maan van Saturnus. Daarvandaan doen ze onderzoek naar de ontwikkeling van de mensheid op aarde. Dat gebeurt aan de hand van herinneringen en ervaringen van twee eigenwijze vrouwen, die anders zijn dan de meeste mensen.

Ik heb veel getwijfeld tijdens het schrijven van dit gedeeltelijk autobiografische verhaal. Uit de cursus ‘Schrijf Je Verhaal’ die ik volgde bij Marjon Sarneel bleek dat autobiografisch schrijven specifieke vaardigheden vereiste. Ook maak je als schrijver bepaalde overwegingen omdat je uit persoonlijke ervaringen put. Je wilt niet dat degenen die zich in jouw verhaal herkennen zich gekwetst zullen voelen. Toch wil je met je verhaal je boodschap kwijt, want je hebt als schrijver iets te melden. Iemand die de noodzaak voelt om met een autobiografisch verhaal naar buiten te komen, heeft dingen meegemaakt waar een lezer iets van kan leren. Al was het alleen maar om aandacht te vragen voor bepaalde zaken die in onze maatschappij nodig eens van meerdere kanten bekeken moeten worden. Ik ben over dit verhaal zo gepassioneerd omdat er in mijn leven heel wat conflictsituaties waren. En zoals u misschien weet is een conflict de motor voor een verhaal. Daarom moest ik dit wel schrijven.

Maar een zwaar deprimerend verhaal met schrijnende problemen is niet geschikt om te lezen en bovendien schrijft het helemaal niet fijn. Daarom heb ik er toch weer een fantasy en sciencefictionachtig verhaal van gemaakt. En daar komen de aliens tevoorschijn. Ze waren al eerder op de Aarde, bij de bouw van de Egyptische piramiden. En nu keren ze terug. Ze zijn op zoek naar specifieke hersengolven bij mensen. En als ze die gevonden hebben, starten ze een onderzoek op de twaalfde maan van Saturnus. Maar dat levert problemen op voor de twee vrouwen die ze voor hun onderzoek hebben uitgekozen. Afijn, u merkt het misschien al. Daar komt het verhaal tevoorschijn.

 

Maar ik hou het nog even vast

Ik heb het verhaal opnieuw geplot. Het heeft vierentwintig hoofdstukken gekregen en het is niet al te lang, nog net geen 55.000 woorden.

Mijn Facebookvrienden hebben me het advies gegeven om het in elk geval helemaal uit te schrijven. Ik ben blij dat ik dat heb gedaan.

Nu het helemaal geschreven is, hou ik het toch nog even vast. Ik ga het zelf helemaal doorlezen en redigeren. Bovendien wil ik uitzoeken of de hoofdstukken duidelijker zullen worden als ik er citaten boven zet. Als ik dat doe, wil ik een literatuurlijst achter in het boek zetten. In elk geval wil ik nog een nawoord schrijven waarin ik uitleg hoe ik ertoe gekomen ben om dit verhaal te schrijven.

Uiteindelijk moet ik gaan bepalen hoe ik het uit wil geven. Een uitgeverij zoeken die er iets in ziet, uitgeven in eigen beheer of net als mijn korte verhalen als een e-book op Smashwords.

 

Eerst in november NaNoWriMo

Ik leg ‘De twaalfde Saturnusmaan’ even aan de kant. Later kan ik de laatste versie schrijven van dit verhaal.

Nu ga ik snel verder met de voorbereidingen voor mijn project van NaNoWriMo van november. Ik wil die 50.000 woorden graag halen voor deel 1 van een trilogie die na ‘De vergeten vloek’ komt. Het eerste deel gaat over Irene Morane en Daniël Muir-Attholred, de volgende generatie na Jima Revaldesh-Morane en Sylviana Attholred. Laskoro en Berinyi moeten samenwerken om het evenwicht in de bevolking te kunnen herstellen. Maar er dreigt een gevaar. Daar gaat dit boek over. De hoofdpersonages komen in een ruimtestad terecht en op een planeet van hun handelspartner. Als titel voor de volgende trilogie gebruik ik ‘Interplanetair.’

Voordat het 1 november is moet ik nog het een en ander voorbereiden aan de antagonisten en aan de wereldbouw. Bovendien wil ik een plot uitwerken. Daar heb ik niet veel tijd meer voor, maar als het niet op tijd af is, begin ik gewoon met schrijven. Het liefst ben ik een planner, maar schrijven als een pantser lukt ook vaak. Dus: ‘no worries.’

 

Groeten van Johanna Lime

(Marjo)