15 april 2022
Vertrouwen
Op sommige momenten is het moeilijk voor mij als schrijver om vertrouwen te houden in wat ik doe. Dat komt dan vooral doordat een zogenaamde ‘kenner’ van het genre zijn ongezouten kritiek weer eens vrijelijk spuit, bijvoorbeeld op social media of in filmpje waarin hij wordt geïnterviewd. Het gaat er dan over hoe slecht het fantastische genre het doet in ons land en wat er allemaal niet deugt aan het werk van collega-auteurs. Zelf hoort deze ‘kenner’ niet bij die groep die alles fout doet, want hij heeft alles goed bestudeert en initieert allerlei geweldige initiatieven. Er komen allerlei voorbeelden voorbij van hoe geweldig het genre in de Engelstalige wereld is en hoe Nederland en Vlaanderen niet kunnen tippen aan de kwaliteit daarvan. Telkens geeft zo iemand, bedoeld of niet, weer de boodschap dat anderen nooit de kwaliteit kunnen leveren die het genre nodig heeft. Dit opleggen van een mening aan alle collega-auteurs in ons genre vind ik op zijn zachts gezegd vreselijk negatief en demotiverend. Precies wat we niet nodig hebben. Kan dat nou niet anders? Waarom kunnen Nederlandstalige boeken niet ‘awsome’ zijn zoals de Engelstaligen het noemen. Waarom moeten wij hier altijd weer afgezeken worden door anderen en kunnen we elkaar geen complimenten geven voor het schrijfwerk dat we doen voor de fantastiek?
Het is mij wel duidelijk dat diegene die zoveel kritiek heeft veel Engelstalig werk leest, maar slechts een handjevol Nederlandse auteurs gelezen heeft. Mijn boeken zaten er zeker niet bij. Dus hoe kan zijn mening dan objectief zijn, als het gros van de schrijvers wordt vergeten?
Als ik zie wat er de afgelopen tien jaren dat ik schrijf is gebeurd in Nederland, krijg ik toch echt het idee dat we in de lift zitten met het genre. Natuurlijk bekijk ik het voornamelijk door de gekleurde bril van de uitgeverij bij wie ik boeken heb uitgebracht en van wie ik in de loop der jaren tientallen boeken heb gelezen. De andere schrijvers zie ik voorbijkomen in About Boks, een wekelijks programma op Facebook, van Zilverspoor, waar vele auteurs de kans krijgen over hun boeken te vertellen, ongeacht bij welke uitgever ze zijn uitgegeven. Laten we eens wat liever zijn voor elkaar en daar een voorbeeld aan nemen, in plaats van altijd maar weer te doen alsof Nederlanders en Vlamingen ten opzichte van Amerikanen en Engelsen zoveel minder waard zijn in de verbeeldingsliteratuur. We moeten toch al dealen met dat landelijke literaire air dat onze niche de grond in boort, waardoor onze boeken nauwelijks in normale winkels komen. Op dit soort psychologische dreunen zit ik echt niet te wachten. Het als genreschrijver vol te houden is al lastig genoeg. Of is die ‘kenner’ erop uit om de concurrentie te verkleinen?
Ik ga er niet meer naar luisteren. De volgende keer dat er weer zo’n man komt met een berg kritiek zet ik het filmpje uit of lees ik gewoon niet verder.

Je kunt geen appels met peren vergelijken. De situatie Engelstalig of Nederlandstalig verschilt enorm. De doelen die individuele schrijvers hebben ook.
Laat ik me voornemen om hetgeen wat op bovenstaand plaatje staat aan te houden. Ik schrijf omdat ik het wil, omdat ik me er goed bij voel. Er zijn lezers die mijn boeken fijn vinden om te lezen, er zijn er zelfs die halsreikend uit zitten te kijken naar mijn volgende boek. Wat heb ik dan te klagen?
Moet het mijn doel zijn om het genre in Nederland naar een hoger plan te tillen? Volgens mij werk ik daar al aan mee. Van ieder nieuw verhaal dat ik schrijf en dat bij een jury terecht komt, een redactie krijgt en herschreven wordt, groei ik als schrijver. Moet ik het hele veld meetrekken? Alleen als ik me daartoe geroepen voel. Behalve zakelijke overeenkomsten die ik heb afgesloten, ben ik niemand iets verschuldigd.
Het gaat goed
Laat ik voorop stellen dat het goed gaat met mij als schrijver. Ik mag er trots op zijn dat de redactie van mijn volgende boek goed verlopen is en dat ik weer kon merken dat er minder ‘fouten’ in het manuscript te verwerken waren dan bij eerdere werken. Dat ik bij ieder boek dat ik schrijf minder versies nodig heb.
Interplanetair boek 2 Geestenpoort is terug bij de uitgever en wordt in 2022 een nieuw uitgegeven boek.
Inmiddels heb ik naast dit manuscript nog een tweede manuscript geschreven het afgelopen jaar. Voor de manuscriptenwedstrijd van Zilverspoor zijn de bestanden opgestuurd.
Tijdens CampNaNoWriMo ben ik aan versie 3 bezig voor het derde deel van Interplanetair en ik vermoed dat ik met dit manuscript zelfs met een versie minder rond kan komen dan voor de vorige, omdat het vanaf het begin al beter lukte de ideeën direct goed op te schrijven.
Er zijn pasgeleden nog drie nieuwe korte verhalen van mij verschenen op Smashwords.
Dus naar mijzelf kijkende, en dat is het beste om te vergelijken, gaat het nog niet zo slecht.
En als ik zie wat voor mooie nieuwe boeken er weer bijgekomen zijn van collega’s in de artbooksshop.com gaat het met ons genre ook heus wel goed. Het ligt er maar net aan welke eisen je stelt (en of je in de positie bent om die te mogen stellen?)

Wie leest dit nou eigenlijk?
Dat vraag ik me iedere week weer af. Ik schrijf een blog maar kom er nooit achter wie dit ook echt gelezen heeft, op een paar mensen na die het trouw liken op mijn website. Dat is leuk om te zien. Ik krijg daar een bericht van binnen in mijn e-mail.
Maar van degenen die het via Facebook lezen merk ik nauwelijks iets. Kun je het liken op Facebook als je dit via de link hebt gelezen? Ik denk niet dat ik iets anders aan promotie ga doen dan bloggen, filmpjes op You Tube zijn soms wel leuk maar het is niets voor mij. Ik wil ook niet iedere dag in twaalf groepen een post van mijn boeken opdringen via sociale media. Dus ik doe het zo.
Rest me om iedereen een Vrolijk Pasen te wensen, voor 17 en 18 april 2022
