23 februari 2023
Nieuwsberichten die tot de verbeelding spreken passeren zo af en toe de revue. Zo kwam afgelopen week dit bericht via de televisie mijn huiskamer binnen:
Nederland krijgt scherpste MRI-scanner ter wereld
In Nederland moet over drie jaar de scherpste MRI-scanner ter wereld staan. Daarmee hopen onderzoekers delen van het menselijk lichaam, zoals de hersenen, nog beter in kaart te brengen. Ook moeten met het apparaat ziektes in het lichaam beter opgespoord kunnen worden. (Bron: NOS)
‘Wat als’ begon ik direct te denken. Wat als de medische wetenschap hier nieuwe ontdekkingen over onze hersenen mee doet? Zou dementie dan uit ons leven kunnen verdwijnen? Wat zou er allemaal tussen onze hersencellen aan stoffen te vinden zijn? Vast een hele wereld op zich, een tot nu toe welhaast onontgonnen gebied. Ik zou er bijna een sciencefictionverhaal over schrijven, maar bij een sterkte van 14 tesla begint het me toch te duizelen. Nee, laat ik me toch maar meer bij fictie houden dan bij science. Laat ik een nieuwe wekelijkse quote zoeken uit mijn lijst, een die beter past bij waar ik mee bezig ben geweest de afgelopen week. Ik ben tenslotte geen hersenchirurg, maar gewoon een schrijver van nogal ongewone verhalen.

Het mooie van schrijven is, in tegenstelling tot het werk van een hersenchirurg, dat een manuscript niet per se de eerste keer al helemaal perfect hoeft te zijn.
About Books
Dat heb ik op woensdag 22 februari gemerkt, tijdens de uitzending van About Books, het wekelijkse boekenprogramma van uitgeverij Zilverspoor/Zilverbron. (Terug te kijken op YouTube). Daar hebben ze iedere laatste woensdag van elke maand de tekstsperts: Anaïd Haen en Django Mathijsen. Als een schrijversduo dat behalve aan schrijven ook veel aan redactiewerk doet, gaan zij als een soort van hersenchirurgen door een ingezonden tekst. Ik had daarvoor een stukje ingestuurd van het manuscript waaraan ik nu aan het schrijven ben. Het was een stukje van versie 1, 1a, 2, afijn van de versie waarin ik het hele verhaal eerst nog maar helemaal uitgewerkt moest zien te krijgen.
Behalve complimenten over de opmaak en de alinea-indeling, kreeg ik natuurlijk ook kritiek. Over herhaald woordgebruik en mezelf beter in de hoofdpersoon verplaatsen, over show don’t tell en laat het maar doen in plaats van leg het aan de lezer uit. Afijn, dat had ik kunnen verwachten en het was voorspelbaar, omdat het een bekende valkuil is. Ik vind het fijn dat er zo grondig is gekeken naar mijn tekst. Het heeft me doen besluiten dat ik na de huidige versie nog een redigeerronde nodig heb, voordat het manuscript helemaal goed zal zijn. Het perfect krijgen van een manuscript, voordat het opgestuurd wordt naar de uitgever, is altijd al mijn doel. Ik weet wat me te doen staat, dankzij deze twee grandioze tekstchirurgen. Dank je wel, Django en Anaïd.
Wat heb ik de afgelopen week gedaan?
Dat is best wat. Van het cyberpunk/klimaatproblematiek/fantasyverhaal: Het geheim van Shiloh, ben ik bezig geweest aan het redigeren van het manuscript dat vorig jaar meedeed aan de manuscriptenwedstrijd van Zilverspoor. Ik ben bezig aan versie 5 en heb de hoofdstukken 7 tot en met 11 flink onder handen genomen. Daarbij is de verhaalopbouw enigszins gewijzigd, waardoor ik bij hoofdstuk 12 uiteindelijk tegen een barrière opliep.
Voordat ik met dit verhaal verder kan gaan, moet ik nu eerst even afstand nemen en de rest van het plotschema aan gaan pakken. Door wat ik als feedback van proeflezer Peter Kaptein terugkreeg, heb ik andere ideeën gekregen over hoe het verhaal nog beter kan worden. Die moet ik eerst in het plotschema verwerken voordat ik ermee verder kan. Misschien ga ik ook de volgorde van de gebeurtenissen net iets anders indelen. Dus dit verhaal ligt nu even aan de kant. Even een poosje rust voordat ik het weer op ga pakken.
Tegelijk met dit wedstrijdmanuscript was ik ook begonnen met de eerste grote redigeerronde voor Magische Alliantie 1 Woest Water. Versie 3 heb ik die maar genoemd. Daarvan heb ik de afgelopen week gewerkt aan hoofdstuk 7 tot en met 15. Soms één hoofdstuk per dag en de komende tijd misschien wel twee. Het gaat lekker, de zinnen worden anders en het verhaal loopt beter. Maar zoals vermeld, krijgt dit manuscript later in het jaar toch ook een vierde ronde, waarbij ik beter op de zaken ga letten waar de tekstsperts mij op wezen. In ieder geval ben ik lekker bezig en het hoeft nog niet zo perfect te zijn als bij een echte hersenchirurg. Ik geniet van de wereldbouw en controleer of de ideeën die daarin voorkomen ook echt zouden kunnen, of ze in deze fantasywereld logisch overkomen. Ik kijk of wat ik eerder schreef beter verwoord kan worden, duidelijker voor de lezer, beter passend bij wat ik ermee beoog over te brengen. En ik geniet. Ja, het kan misschien nog wel beter, maar dat houd ik voor ronde 4.
De scherpste scanner voor mijn verhalen zitten, denk ik, in mijn eigen hersenen. Hoe zou dat eruit zien met een MRI scan die met 14 tesla werkt? Dat lijkt me eigenlijk wel fascinerend om te zien. Hoe werkt het brein van een schrijver? Of weet ik dat eigenlijk wel?
Groeten van Johanna Lime