2 december 2021
Het is alweer de laatste maand van het jaar. Een maand om even stil te staan bij hoever ik ben gekomen met mijn plannen van het afgelopen jaar. Een moment om te evalueren wat goed ging en wat beter kon. Een periode om te dromen over wat ik volgend jaar wil doen.
Wat dat betreft is november altijd een belangrijke maand, met de uitdaging die NaNoWriMo altijd weer geeft en met alles wat er nog meer rond deze tijd gebeurt.

Dat ik in november tijdens de NaNoWriMo bezig zou zijn met het schrijven van een heel nieuw, op zichzelf staand manuscript, kon ik in november vorig jaar nog niet weten. De manuscriptenwedstrijd van Zilverspoor kwam dit jaar als een grote verrassing. Zo leuk, dat ik direct besloot om mee te doen. Toen de Bootcamp kwam, gaf ik me ook daarvoor op. Leuk om samen met andere schrijvers op cursus te gaan en ideeën over schrijven uit te wisselen.
Na de twee eerste bijeenkomsten begon ik alvast met plotten. In oktober schreef ik voor de zekerheid alvast het begin van het manuscript, want ik wist dat ik in november naar de HSFCon in Sneek zou gaan en dat ik dan vier dagen lang niet door kon schrijven tijdens de NaNoWriMo. En natuurlijk wilde ik die winnen. Vorig jaar was dat door de dood van mijn vader niet gelukt, maar dit jaar kon ik het wel weer proberen te halen. Ik werd een NaNo Rebel, zoals ik dat eerder in een blog al schreef.

November 2021 is lekker productief geweest. Ik schreef in totaal 62.599 woorden aan het nieuwe verhaal. Een proloog en achttien hoofdstukken. Daarmee ben ik dus een lekker eind op weg voor de eerste versie. Ik moet nog zeven hoofdstukken en een epiloog om het af te maken. Die wil ik in december nog gaan schrijven, zodat het verhaal helemaal uitgeschreven zal zijn voor het nieuwe jaar. Dan kan ik in 2022 nog een paar keer herschrijven, voordat het ingestuurd wordt naar de wedstrijd van Zilverspoor.
De lezingen die ik zou geven tijdens een weekend in Sneek, op de HSFCon, gingen helaas niet door. Het evenement is uitgesteld vanwege de covid-19 maatregelen. Op 2 en 3 april van 2022 krijg ik een nieuwe kans. De organisatie hoopt dat het dan wel door mag gaan.
Op 28 november kwamen de uitslagen van de themawedstrijd met korte verhalen van Waterloper online. Dat was voor mij dit jaar wel wat teleurstellend. Mijn verhalen eindigden lang niet zo hoog als vorig jaar. Wel was het heel fijn om te zien dat een aantal schrijfcollega’s nu erg hoog eindigden, zoals Kelly van der Laan. Anaïd Haen en Django Mathijsen waren dit jaar de winnaars, met alle vijf hun ingestuurde verhalen in de top12 en natuurlijk het winnende verhaal op nummer 1. Gefeliciteerd met jullie prijs!
Ik zat even in een dip toen ik de uitslag van mijn eigen verhalen hoorde, maar kwam daar door de aanmoediging van vrienden op Facebook weer gauw uit. Op zulke momenten mis ik Dinie heel erg, zij zou me met een voor haar typische grap zo uit mijn depressieve gedachten omhoog getrokken hebben. Nu deden andere dat met hartverwarmend commentaar. Dank jullie wel!
Ik besloot om het terechte jurycommentaar ter harte te nemen en er weer van te leren, zoals ik dat in het verleden bij Fantastels ook altijd al deed. En ik ga mijn verhalen als ze verbeterd zijn zeker weer als e-books uitbrengen op Smashwords, want alle deelnemende wedstrijdverhalen verdienen lezers.
Uit de juryrapporten blijkt wel dat de thema’s en de smaak van de jury altijd een rol spelen in de plaats waarop een verhaal eindigt. Wat dat betreft val ik als schrijver vaak net een beetje in een niet al te gangbare categorie. Met horrorthema’s kom ik moeilijk uit de voeten, ik heb er lang over nagedacht maar kon niets bedenken bij “Monniken van de dood” of “Grimoire.”

De verhalen die ik had ingezonden kwamen tijdens de prijsuitreiking pas aan het licht, daarvoor wist zelfs de jury niet wie welk verhaal had geschreven.
Mijn verhaal “Nachtwaker op de maan” gaat over een politieagente die als bewaker op een overslagplaats van goederen is gaan werken om wat minder gestrest te hoeven zijn. Ze werkt daarbij wel altijd ’s nachts, waardoor ze een echt nachtdier wordt. Ze krijgt op haar werk te maken met indringers, waarvan er minstens één ook een nachtdier is. Je raadt het zeker al? Het thema van dit verhaal was “nachtdier.”
Bij het thema “verkikkerdril” had ik het best moeilijk. Ik ben niet zo goed met romances en dat is nou juist wat ik met dit verhaal wilde. Een sprookjesachtige wereldbouw met kikkers en prinsessen, zoals in het sprookje van de kikkerprins, maar dan anders. Ik probeerde er een wat actueel tintje aan te geven doordat de prinses verliefd bleek te zijn geworden op een vrouw. Maar de uitwerking was lastig. Ik had het kunnen weten, want romantische liefde is niet echt mijn ding. Bij de redactie van Ruimtestad werden ook al bijna alle pogingen op dat vlak door mijn redactrice eruit geschrapt. Ik ben veel te direct en sla alle subtiliteiten over wat dat betreft. Het zal nog wel wat oefening vergen voordat ik door heb hoe zoiets emotioneel en contextueel werkt… Helaas dus tamelijk onderaan, maar wel met jurycommentaar waar ik wat aan heb om het beter te krijgen.
Ik denk dat ik bij het thema “De Neanderthalers van Nerthus” een te moeilijk idee heb uitgewerkt over Moeder Aarde (de godin Nerthus die ik als leidster van de Neanderthalergemeenschap had neergezet) die sterft, met metaforische reizen door de tijdperken op Aarde waar een stel jagers mee te maken krijgen. Steeds komen ze door extreme weersomstandigheden in een andere tijd terecht met dinosauriërs en mammoeten. Als je dat niet doorhebt als lezer, lijkt het natuurlijk dat er iets niet klopt. Neanderthalers en dinosauriërs leefden niet in dezelfde tijd, daar had ik heus wel onderzoek naar gedaan. Maar als een lezer de clou niet snapt, moet ik dus wel aan de bak om het verhaal duidelijker te maken. Als Nerthus sterft gaat de Aarde ook achteruit en uiteindelijk sterft de planeet. Dat heeft te maken met het klimaat dat verandert. Een beetje te vergezocht van mij? Ik denk het, maar het vermijden van te veel infodump als regel werkt soms ook weer niet zo goed uit als de lezer te weinig informatie krijgt. Schrijven blijft een lastig laveren tussen creativiteit en vaardigheden. Ik vind dit verhaal nog altijd een goed idee van mezelf en ga ik dus mijn best doen om het beter te herschrijven. De thema’s waren dit jaar dan wel voor minder uitleg vatbaar dan eerder, voor mij waren ze niet bepaald gemakkelijk.
Misschien had ik het dit jaar simpeler moeten houden en geen fantasy laten vermengen met de actualiteit van genderidentiteit en klimaatsveranderingen of van een overslagbedrijf waar gevaarlijke dingen gebeuren? Maar dat het herkenbaar is, maakt het nou juist interessant omdat het tot nadenken aanspoort, lijkt me. Alleen moet het dan blijkbaar wel wat helderder uitgewerkt worden, zodat de lezer het begrijpt en mee kan leven met de personages. Ik vat hem weer, daar schortte het deze keer bij mijn verhalen aan en ik zal echt mijn uiterste best gaan doen om met de juryrapporten in handen er toch iets beters van te gaan maken.
De derde bijeenkomst van de Bootcamp van Zilverspoor van november, en de vierde van december, zijn allebei verplaatst naar begin volgend jaar. Vanwege de coronamaatregelen die aangescherpt zijn. Ik ben dus blij dat ik al eerder ben gaan plotten en schrijven aan de manuscriptenwedstrijd van Zilverspoor. Dan heb ik nu in ieder geval de eerste versie al een heel eind uitgeschreven en wordt het later meer redigeerwerk wat er nog te doen is.

Redactiewerk en redigeerwerk, daar begint volgend jaar dus mee. De redactie van mijn volgende boek van trilogie Interplanetair, boek 2 Geestenpoort, ga ik samen doen met Tamara Geraeds. We beginnen op 3 januari. Het boek zal dus wat later verschijnen, want de redactie begint iets later dan gepland. Ik vind het wel goed dat het later pas komt, want de kwaliteit moet goed zijn.
En terwijl die redactierondes dan bezig zijn, ga ik ook de korte verhalen van Waterloper redigeren en de manuscripten voor mijn volgende boeken. Dat past goed in redactietijd, want met redigeren zit ik in dezelfde modus.
Als de korte verhalen zijn verbeterd, zet ik ze weer op Smashwords, zodat lezers de kans krijgen om ze te lezen.
2022 wordt daarna vooral een jaar waarin ik veel ga bedenken over wereldbouw, personages, een magiesysteem in de ruimte en nieuwe conflicten en intriges. Met de verschillende volkeren en planeten in de zich steeds verder uitbreidende wereld leven waar Daniël en Irene zich in bevinden in trilogie Interplanetair. Waarschijnlijk spelen de nieuw te bedenken verhalen zich weer wat later in de tijd af en zeker komen er dan andere hoofdpersonen en antagonisten in voor. Vreemdere wezens dan tot nu toe bedacht.
Het is echt mooi om te zien hoe alles precies op tijd gebeurt, want de Bootcamp bij Cocky van Dijk heeft mij weer iets nieuws geleerd over hoe ik dit aan ga pakken. Met voor ieder nieuw boek een eigen “schrijfbijbel”, een notitieboekje waar alle informatie in te vinden is. Normaal deed ik dat op de computer, maar met het handmatig uitschrijven wordt het toch net weer iets handiger.
Een serie van zes nieuwe boeken. En misschien dan eindelijk ook die ene, die ongeveer in onze tijd op Aarde speelde. Het achtergrondverhaal waar heel Johanna’s wereldbouw mee begon, toen Dinie en Marjo samen Eibor Risoklany uitdachten en dagboeken schreven van personages. Heel vroeger, lijkt dat nu.
Ik hoop dat alles goed blijft gaan met ons, in Nederland, Europa en de wereld. We leven in een periode die veel gevaren en uitdagingen kent. Ik hoop echt dat ik tijd van leven mag krijgen om al mijn plannen te kunnen realiseren.
Blijf allemaal gezond en denk aan elkaar! Wees een beetje lief voor jezelf en voor de wereld om je heen. Blijf je ontwikkelen.
Groeten van Johanna Lime