29 oktober 2020
Het twintigste en tevens laatste blog voor ‘Limeschrift’, in een serie van twintig blogs over schrijven.
Deze keer over het fantastische genre.
Vandaag gaat het over het onderwerp van dit plaatje.
Het fantastische genre
Wanneer je fantasy- en sciencefictionromans schrijft, is het nodig dat je weet welke onderverdeling in subgenres er vaak wordt gemaakt voor deze verhalen. Ik ga ze niet allemaal behandelen, maar neem er een paar voor dit blog onder de loep.
Fantasy
Fantasy wordt vaak onderverdeeld in high fantasy en low fantasy. Wat is het verschil?
High fantasy, dat ook wel epische fantasy wordt genoemd, is veruit de meest bekende vorm van fantasy. Het klassieke voorbeeld voor high fantasy is Lord of the Rings van J. R. R. Tolkien. Hij bedacht een eigen wereld, met eigen regels, talen, landen, mensen, elven, hobbits en trollen. Daarnaast stond zijn wereld bol van de magie.
Frodo gaat op reis door deze bedachte andere wereld, met als doel het kwaad af te wenden, zodat de wereld weer zo goed kan worden als in de tijd voordat het kwaad er kwam.
De strijd tussen goed en kwaad is één van de van de meest belangrijke kenmerken van epische fantasy. Deze verhalen bevatten meestal dezelfde ingrediënten: een held, een wijze man of raadgever en een duistere macht. Onze werkelijkheid wordt vervangen door een verbeeldingswereld (Midden Aarde van Tolkien), of je komt de verhaalwereld binnen door een poort (zoals in de verhalen over Narnia), of de verhaalwereld is een wereld binnen onze wereld (zoals bij Harry Potter).
High fantasy is dus een mix van een aantal belangrijke ingrediënten waarmee schrijvers eindeloos kunnen variëren. Daarom zijn er zoveel uiteenlopende verhalen in dit genre.
Low fantasy is het tegenovergestelde van high fantasy. Waar het in high fantasy om complexe, ingewikkelde en niet bestaande werelden draait, doet het dat bij low fantasy juist niet. Low fantasy speelt zich af in onze bekende wereld. Het kan magisch realistisch zijn of overlappingen hebben met urban fantasy. Vaak speelt het verhaal zich af in een ons bekende stad. Het zien van geesten of het achterna gezeten worden door monsters kan in deze verhalen verwerkt zijn. Maar ook hier zijn er weer uiteenlopende verhaalmogelijkheden.
Fantasy heeft vele subgenres die allemaal net iets anders toevoegen aan de diversiteit van dit genre. Magie speelt bij fantasy vaak een grote rol.
Science fiction
Science fiction is iets wat er eigenlijk (nog) niet is. Het gaat over dingen die in de toekomst wellicht tot de mogelijkheden kan behoren. Net als bij fantasy heb je voor science fiction de zogenaamde ‘willing suspension of disbelieve’ nodig. De lezer moet bereid zijn om alles wat hij of zij weet en alles wat wel of niet kan even aan de kant te zetten. Hij of zij moet geloven dat wat er in het verhaal gebeurt mogelijk is in dit verhaal.
Het grote verschil tussen science fiction en fantasy is dat de realiteit in science fiction vaak wetenschappelijk onderbouwd is. Er worden mogelijkheden gegeven voor een alternatieve manier van leven. Dat heb je bijvoorbeeld in boeken waarin tijdreizen plaatsvinden.
Net als fantasy is de term science fiction niet rechtlijnig. Je kunt het opdelen in verschillende subgenres waaronder bijvoorbeeld ‘harde science fiction’, ‘sociale science fiction’, ‘apocalyptische science fiction’ en zo meer. Science fiction speelt zich af in de toekomst, in de ruimte, op een andere planeet, er komen aliens in voor, er wordt technologie gebruikt die bekende wetten van de natuur overschrijft, er worden nieuwe technologieën toegepast zoals sneller reizen dan het licht en robots.
Je kunt dus stellen dat science fiction veel technischer is dan fantasy. Hoewel je er niet minder fantasie voor nodig hebt om het te lezen.
Science fantasy is een subgenre van zowel fantasy als science fiction. Naast vele typische sciencefictionaspecten bevatten deze verhalen veelal fantasyachtige magie (zoals speciale aangeboren krachten) en zijn bepaalde aspecten van de fictieve wereld meer verbonden met fantasy dan met sciencefiction.
Horror is het genre van de enge verhalen die inspelen op angsten. In dit soort verhalen wordt het paranormale en de angst voor het onbekende veel gebruikt. De dood, het hiernamaals en de hel. Duivels en demonen komen in veel horrorverhalen voor, soms in de gedaanten van heksen, vampiers, weerwolven en geesten.
Dit genre stamt uit de achttiende eeuw en de gotische horrortraditie ging in de negentiende eeuw verder. Klassiekers als Dracula en het monster van Frankenstein vallen oorspronkelijk onder horror. Tegenwoordig worden veelal de boeken van Stephen King hiermee in verband gebracht. Bij sommige lezers is er een behoefte naar enge verhalen. Voor hen is niets zo leuk als een verhaal wat je uit moet lezen omdat je anders niet kunt slapen.
Ook in deze behoefte voorziet de fantastiek.
Vandaag tot zover. Dit was mijn laatste blog van Limeschrift over schrijven.
Het is leuk om reacties op dit blog te krijgen, dus als je tot zover gekomen bent, laat dan weten wat je hiervan vond. Dat kan ook goed in de opmerkingen op Facebook.
Alvast bedankt daarvoor,
Groeten van Johanna Lime
Als iemand aan mij vraagt wat de verschillen zijn tussen fantasy, horror en sciencefiction, dan verwijs ik ze door naar jouw blog. Je kunt het echt goed en duidelijk uitleggen.
De afgelopen maanden heb ik met plezier jouw blogs over schrijven gelezen en er ook veel van geleerd. Jammer dat dit de laatste was.