13 augustus 2020
Het tiende blog voor ‘Limeschrift’, in een serie van twintig blogs over schrijven.
Deze keer over organisch schrijven en werken op gevoel en intuïtie.
Vandaag gaat het over het onderwerp van dit plaatje.
Verschillende soorten schrijvers
Er zijn verschillende soorten schrijvers, die je in grote lijnen in kunt delen in organische schrijvers en planmatige schrijvers. Bovendien heb je schrijvers die heel methodisch werken en schrijvers die helemaal vertrouwen op hun intuïtie.
Een methodische organische schrijver schiet steeds heen en terug tussen schrijven en plannen. Ze beginnen aan de hand van een verhaalidee en verzonnen personages gewoon met schrijven, maar telkens als ze iets geschreven hebben vragen ze zich af of alles klopt. Dan lezen ze terug, plannen en schrijven weer verder. Deze manier van schrijven is een beetje chaotisch, maar hij werkt voor veel schrijvers erg goed.
Een zeldzaam fenomeen is de intuïtieve organische schrijver. Dit is de vorm van schrijven die het meest geromantiseerd is. Men gaat er vaak vanuit dat zulke schrijvers een pak papier of een schriftje bij zich hebben en dan vanuit hun hart het hele boek in een keer uit kunnen schrijven. Dat personages hen vertellen wat ze schrijven moeten. Deze schrijvers weten dus heel intuïtief hoe het hele verhaal geschreven moet worden. Toch zijn er bijna geen mensen die in een keer het verhaal goed op kunnen schrijven, zodat direct alles klopt. Meestal moet er nog wel iets aan verbeteren voordat het uitgegeven kan worden.
Een verhaal ontwikkelt zich namelijk al schrijvende, omdat het creatieve proces een organisch proces is. Te vergelijken met iets dat leeft en groeit. Het is dus niet statisch en onbeweeglijk.
Vaak weten organische schrijvers van tevoren helemaal nog niet waar het verhaal hen heen leidt en hoe het einde van hun boek zal worden of hoeveel hoofdstukken het zal beslaan. Ik neem aan dat ze al brainstormend steeds ideeën krijgen en die in hun verhaal verwerken. Het nadeel hierbij is dat je alles in je hoofd meedraagt en dat er weinig concreet op het papier te vinden is, behalve het uitgeschreven verhaal zelf.
Renate Dorrestein was zo’n organische schrijfster. In haar boek ‘Het geheim van de schrijver,’ vertelt ze dat ze vaak heel veel verschillende versies nodig had om haar verhaalidee helemaal goed uit te werken. Dat nam vaak veel tijd in beslag, wat zij zag als een nadeel van organisch of intuïtief schrijven. Een organisch verhaal ontwikkelt zich en blijft los. Het is in meest extreme zin nog zo flexibel dat het alle kanten op kan buigen.
Schrijvers die planmatig werken, zijn onder te verdelen in methodische planners en intuïtieve planners. Methodische planmatige schrijvers hebben veel voorbereiding nodig. Zij beginnen pas met schrijven wanneer de structuur van een verhaal, de uitwerking van personages en het plotten van de scènes helemaal is uitgeschreven. Intuïtieve planmatige schrijvers maken op hun gevoel een samenvatting van het verhaal en gaan dan schrijven. Daarna verandert er tijdens het schrijven van het verhaal nog van alles, maar aan de samenvatting hebben ze een houvast. Ze weten al hoe het verhaal in grote lijnen in elkaar zit en waar het eindigt.
Mijn schrijfproces
Als ik naar mijn schrijfproces kijk, ben ik voor mijn romans een planmatige schrijver. Ik werk niet zo strikt methodisch dat ik alles heb geplot en dan in een keer alle scènes op kan schrijven zonder dat er tijdens het proces nog van alles verandert. Er zijn toch nog aardig wat momenten waarbij ik mijn intuïtie aan moet spreken. Maar ik gebruik wel graag een samenvatting of uitgewerkte structuur met scènes en lijsten van personages voordat ik begin met schrijven. Meestal heb ik voor een boek toch wel meer versies nodig voordat het verhaal echt goed uitgeschreven staat. Daarbij is er in de loop van jaren wel een ontwikkeling te zien. Ik heb steeds minder versies nodig, naar gelang ik meer ervaring in het schrijven krijg.
Voor de korte verhalen, die ik voor schrijfwedstrijden maakte, had ik in het begin vaak alleen een brainstorm nodig. Daarbij maakte ik dan aantekeningen in een schriftje. Aan steekwoorden had ik meestal genoeg. Het verhaal zat in mijn hoofd en hoefde alleen nog uitgewerkt te worden. Daarna even wegleggen en nog een keer herschrijven, dan was het klaar.
Tegenwoordig gebruik ik naast die brainstorm steeds vaker de verhaalstructuur die uitgewerkt is in Limeschrift 08, zoals bij het verhaal van Asterix en Obelix. Meestal hebben mijn korte verhalen minder stappen nodig dan dat voorbeeld. Bovendien let ik op de verdeling voor een begin, midden en einde.
Werken op gevoel en intuïtie
Omdat je als schrijver uitgaat van thema’s, is het volgens mij altijd wel zo dat gevoel en intuïtie een belangrijke rol speelt bij het schrijven van verhalen. Ongeacht of je een methodische of intuïtieve schrijver bent, of je organisch of planmatig schrijft. De drang om een verhaal te willen schrijven komt voort uit je innerlijk. Je schrijft over dingen die je belangrijk vindt, over ervaringen en gevoelens. Dingen die je raken en die je aan lezers duidelijk wilt maken. Kritiek op iets in de maatschappij of juist iets dat diep in de mens schuilt, je angsten en je dromen. Zelfs de meest planmatige methodische schrijver heeft in zijn verhalen gevoel en intuïtie nodig. Ik denk niet dat er verhalen bestaan die je los kunt zien van de auteur, ook al is het onderwerp nog zo abstract.
De mythe dat personages zelf aangeven wat er over hen in boeken komen moet, lijkt mij te veel op het schrijven van een religieus boek waarbij de schrijver wordt geleid door een hogere macht. Tenzij je de menselijke geest als een hogere macht wilt zien, geloof ik daar niet in. Uit ervaring weet ik echter wel dat de personages uit mijn verhalen vaak tot mij spreken via mijn onderbewuste. Als ik nog wat in bed lig te dommelen, zie ik beelden voor mijn geestesoog en heb ik gesprekken met personages. Gek genoeg vaak in het Engels en in een omgeving uit vreemde droomsituaties. Als ik vast zit in mijn verhaal, gebeurt het best veel dat ik door zo’n droom weer verder kan met schrijven. Vaak krijg ik dan een idee van iets dat ik nog miste, dat aan mijn uitgedachte scènes ontbrak. Soms is het de aanleiding om aan een nieuwe versie van het verhaal te beginnen, omdat de hoofdstukken die ik al geschreven had net iets anders moeten.
Ik denk dat het onderbewuste een erg belangrijke rol speelt in een creatief proces. In je hersenen zit namelijk alles wat je ooit hebt meegemaakt in je leven, alles wat je zintuigen hebben geregistreerd, opgeslagen. Daar is zoveel te vinden dat je verder kan helpen. Als je lief bent voor je geest, helpt hij waar je vastgelopen bent. Zelfs de interne criticus die je soms vreselijk laat twijfelen, heeft het goede met je voor. Hij wil je behoeden voor het maken van fouten of afgaan voor anderen.
Ergens is het jammer dat je als schrijver, naarmate je meer over schrijven leert, de onwetendheid en onschuldige onbevangenheid van toen je net begon te schrijven bent verloren. Door de redactie en de kritieken van lezers, door studies over schrijftechnieken en door waarschuwingen van wat je niet mag doen in fantasyboeken omdat een ander dat al heeft gedaan, word je soms wat angstig om vrij te kunnen schrijven wat je wilt. Goede feedback helpt je verder, als je er open voor blijft staan en zelf uitzoekt of het in jouw situatie werkt. Maar ongegronde kritiek en domme belemmeringen omdat iemand iets verbiedt, zorgen ervoor dat je soms het bijltje erbij neer wilt gooien. Ik hoop dat de twijfels die daardoor ontstaan nog eens uit mijn leven zullen verdwijnen. Dat ik mijn onbevangenheid weer terugkrijg en gewoon mezelf mag en kan zijn.
En ja, je verwachtte het zeker al, vrijheid is een thema dat mij raakt.
Vandaag tot zover. Volgende keer een nieuwe blog over schrijven.
Het is leuk om reacties op dit blog te krijgen, dus als je tot zover gekomen bent, laat dan weten wat je hiervan vond. Dat kan ook goed in de opmerkingen op Facebook.
Alvast bedankt daarvoor,
Groeten van Johanna Lime
Herkenbaar wat je schrijft. Zelf herken ik me het meest als intütieve planmatige schrijver.
Wat betreft schrijfregels denk ik dat je ze goed moet kennen om ze vervolgens te kunnen verbreken.
Klopt, als je de regels kent, kun je er bewust mee experimenteren en op je eigen manier iets toepassen. Ik denk datals je je er bewust van bent wat en waarom je zoiets doet, het beter is dan dat je het onbewust doet, omdat je die regels (nog) niet kent.
Dat laatste is absoluut waar. Zo wilde ik ooit een verhaal vanuit de alwetende verteller schrijven. Mijn proeflezer zei toen dat ik perspectieffouten maakte. Eerst snapte ik dat niet, ik schreef immers vanuit de alwetende verteller? Inmiddels begrijp ik wat de proeflezer bedoelde.