Limeschrift 08 – Johanna Lime over schrijven

30 juli 2020

Het achtste blog voor ‘Limeschrift’, in een serie van twintig blogs over schrijven.

Deze keer over een schema en een analyse van een stripverhaal.

Vandaag gaat het over het onderwerp van dit plaatje.

Als je schrijft is het goed om je aan een verhaalstructuur te houden. Met de verhaalstructuur die ik tijdens de schrijfcursus bij de Online Schrijfschool van Marjon Sarneel https://www.marjonsarneel.nl/ leerde, heb ik het verhaal uit een stripboek over Asterix en Obelix geanalyseerd. De uitwerking daarvan staat hier.

De Odyssee van Asterix – Asterix en Obelix – R. Goscinny en A. Uderzo

1 Stilte, de status quo, rust. (De lezer wordt in de stemming gebracht)

In het Gallische bos loopt een everzwijn zenuwachtig te doen. Zijn hele familie is al aan het spit geregen door Obelix en zij denkt dat zij nu aan de beurt is. Een ander everzwijn weet daar wel raad op. Als Asterix en Obelix komen, rennen de zwijnen naar het Romeinse kamp. Dan gaan Asterix en Obelix zoals gewoonlijk met de Romeinen vechten.

In Rome hoort Caesar dat zijn soldaten nu ook al door everzwijnen worden aangevallen. Hij krijgt het advies om de druïde Nulnulnix naar het Gallische dorp te sturen. Deze spion (een persiflage op James Bond) moet het recept achterhalen van de toverdrank die de Galliërs onoverwinnelijk maakt. Nulnulnix besluit om de alleenheerser van het Romeinse rijk te willen worden zodra hij het recept van de toverdrank bezit.

2 Begin nieuwe situatie (Er verandert iets)

In het Gallische dorpje zitten Asterix en Obelix rustig everzwijn te eten als Panoramix, de druïde, loopt langs. Hij wil niets eten en niets drinken wanneer hem dat aangeboden wordt. De druïde krijgt zelfs een woedeaanval, hij is niet in zijn gewone doen. Asterix moet Panoramix van het stamhoofd in de gaten houden en uitzoeken wat er met hun druïde aan de hand is. Panoramix loopt te ijsberen langs het strand en tuurt over de zee. Als het donker wordt gaat hij naar huis en mompelt: ‘Vreselijk, verschrikkelijk, rampzalig.’ Asterix brengt verslag uit aan het stamhoofd.

3-1 Eerste handeling

De volgende dag roept iemand dat iedereen snel naar het strand moet komen, want de Phoenicische koopman, Epidemaïs, is met zijn schip aangekomen en heeft zijn koopwaar uitgestald. De druïde is ineens heel opgewekt en groet iedereen vriendelijk. Hij deelt complimentjes uit en gaat naar de koopman toe. Maar dan blijkt dat Epidemaïs het door hem bestelde product, aard-olie, vergeten is. De druïde krijgt een zenuwinzinking en wordt naar bed gebracht. Aard-olie uit Mesopotamië wordt gebruikt voor olielampen, het wordt weinig gebruikt want het stinkt, vertelt Epidemaïs. Het stamhoofd maakt zich zorgen, want Panoramix is ziek en zijn toestand verbetert niet. Er is ook geen druppel toverdrank meer om hem aan te laten sterken. Ze hebben een andere druïde nodig om hem te helpen.

4-1 Het gaat mis (er ontstaat conflict)

Asterix en Obelix gaan op zoek naar een andere druïde en toevallig komt Nulnulnix er precies aan, hij zegt dat hij een reizende druïde is. Obelix vraagt of hij een druïde kan helpen die uit zijn doen is door de olie-crisis. Ze gaan in zijn opvouwbare strijdwagen terug naar het dorp maar komen onderweg een Romeinse patrouille tegen. Nulnulnix gebruikt (net als James Bond) allerlei dingen: openklappende messen, een rookgordijn een duik van een klif en dergelijke, om de Romeinen af te schudden. Ze gaan naar Panoramix en Nulnulnix geeft hem drank die van graan wordt gemaakt en uit Caledonia komt (Schotse whisky). Panoramix is direct stomdronken en begint te zingen. Als hij is opgeknapt, vertelt hij dat de aard-olie heel belangrijk is, want zonder dat ingrediënt kan hij geen toverdrank maken. Hij heeft maar één druppel petra-oleum nodig voor zijn toverdrank, maar zonder dat ingrediënt lukt het niet.

5-1 Voorlopige oplossing

Asterix en Obelix gaan mee op het schip van Epidemaïs. Maar die wil wel zijn handelswaren nog verkopen. Asterix belooft hem dat hij de handelswaren onderweg wel zal verkopen. Nulnulnix vraagt Panoramix intussen om het recept van de toverdrank en Panoramix zegt: ‘Als ik de ingrediënten voor de toverdrank niet meer bij elkaar kan krijgen, dan vertel ik het misschien. Maar Asterix en Obelix zullen wel terug komen met de aard-olie.’ Dan gaat Nulnulnix ook mee naar Mesopotamië, om te verhinderen dat Asterix en Obelix aard-olie zullen vinden. Hij stuurt een vlieg weg met de boodschap dat de Romeinen het Phoenicische schip aan moeten vallen. Als Panoramix het laatste flesje toverdrank aan Asterix meegeeft, zegt hij dat ze op moeten passen voor Nulnulnix, want hij vertrouwt die man niet.

6-1 Het gaat nog erger mis (want hoofdpersoon is ijdel/lui/wil zich bewijzen)

Het schip van Epidemaïs gaat op weg maar wordt al snel aangevallen door piraten. Die hebben al vaker met Asterix en Obelix te maken gehad. Het gevecht dat volgt kan de ondergang worden van het piratenschip. De kapitein smeekt om zijn boot te redden, hij moet nog drie termijnen betalen. Asterix gaat akkoord als de piraten alle handelswaar kopen van Epidemaïs. Die moeten ze dan maar zien te verkopen. Als ze net van de piraten hebben gewonnen, komt er een Romeins galeischip aan. Maar dat gaat ten onder doordat Asterix en Obelix de Romeinen verslaan en zo gaat dat steeds als er weer een Romeins schip komt dat hen probeert te enteren. Nulnulnix gelooft zijn ogen niet en wordt bang van de Galliërs.

4-2 Het gaat mis (er ontstaat conflict)

Caesar is woedend en stuurt de hele Romeinse vloot naar Phoenicië. Hij laat alle havens van dat land volledig blokkeren door gevechtsschepen. Nu kan het schip nergens in een haven aanleggen en bovendien is alle proviand aan boord bijna op. Caius Commissarus, de adviseur van Caesar en de opdrachtgever van Nulnulnix, maant Nulnulnix door middel van een boodschap met de vlieg dat hij op moet schieten, anders gooit Caesar hem voor de leeuwen. Nulnulnix stuurt een boodschap terug dat alle olievoorraden in Palestina door de Romeinen vernietigd moeten worden.

5-2 Voorlopige oplossing

De volgende dag worden Asterix en Obelix aan de kust van Judea afgezet met de boot en ze moeten naar Jeruzalem lopen. Ze komen ene Jozef tegen met een ezeltje. Hij brengt hen naar Jeruzalem, maar ze mogen de stad niet in. De Galliërs worden door de Romeinen gezocht. Jozef helpt hen en brengt hen naar een dorpje, Bethlehem, daar slapen ze in een stal.

6-2 Het gaat nog erger mis (want hoofdpersoon is ijdel/lui/wil zich bewijzen)

De volgende morgen gaan ze al heel vroeg naar de muur van Jeruzalem en ze klimmen omhoog met een touw. Nulnulnix moet op de een of andere manier de aandacht van de Romeinse soldaten wekken en laat zich halverwege de klim naar beneden vallen. Hij schreeuwt en doet net of zijn enkel verstuikt is. Obelix, die zich toch al ergert aan de druïde die steeds een vlieg om zijn hoofd heeft, slaat hem neer. Maar de Romeinse soldaten zijn dan al gealarmeerd en komen eraan. Daar weten Obelix en Asterix echter wel raad mee. Ze slaan ze in elkaar. Jozef brengt de twee bij een koopman die vertelt dat er geen druppel olie meer in het land is. De Romeinen hebben alle voorraden verbrand.

4-3 Het gaat mis (er ontstaat conflict)

Asterix en Obelix gaan, in kleding waarin ze niet zo opvallen, met kamelen op reis door de woestijn in de richting van Babylon, waar wel aard-olie moet zijn. Obelix rent de dode zee in, maar kan daar niet zwemmen. Intussen is Nulnulnix bij Poreus Pilarus, maar Asterix en Obelix zijn buiten zijn rechtsgebied en hij kan niets doen. Nulnulnix besluit te wachten totdat de Galliërs weer teruggaan naar hun eigen land. In de woestijn waar Asterix en Obelix doorheen trekken, moeten ze steeds wegduiken voor pijlen van Akkadiërs, Hettieten, Assyriërs die in oorlog zijn met elkaar. Als er ook nog een groep Meden komt die de weg aan hen vraagt, roept Obelix: ‘volg de pijlen maar!’ Dan komen ze tot de ontdekking dat iemand een pijl door hun waterzak heeft geschoten en dat het water op is.

5-3 Voorlopige oplossing

Het hondje Idefix graaft in het zand en vindt een oliebron. Nu hoeven Asterix en Obelix niet meer helemaal naar Babylon. Asterix repareert de waterzak en doet hem vol met aard-olie. Ze gaan zo snel ze kunnen naar de havenplaats Tyr waar Epidemaïs woont.

6-3 Het gaat nog erger mis (want hoofdpersoon is ijdel/lui/wil zich bewijzen)

Nulnulnix is bij Praefectus Classis in Tyr en laat een briefje lezen waarop staat dat het schip van Epidemaïs de grond ingeboord moet worden. Intussen zoeken Asterix en Obelix naar het pakhuis. Ze ondervragen een Romeinse soldaat en vinden Epidemaïs. Die kan hen niet thuis brengen want zijn schip is in rook opgegaan.

7 De hel breekt los (hoogtepunt conflict)

Epidemaïs heeft een ondergrondse opslagplaats om de Romeinse belasting te ontduiken. Daarvandaan komen ze op de kade waar precies het admiraalsschip van de Romeinen ligt. Asterix en Obelix confisqueren het Romeinse schip waar Caius Commisarus en Nulnulnix op zitten te wachten tot zij komen. De twee Romeinen worden in de boeien geslagen, maar de vlieg wordt naar Caesar gestuurd. Caesar laat het dorpje van de Galliërs aanvallen in de veronderstelling dat de Galliërs geen tegenstand meer zullen bieden omdat ze geen toverdrank meer hebben. Onderweg naar huis komen Asterix en Obelix de piraten weer tegen en die worden weer verslagen. Als Nulnulnix aan dek komt, zegt Asterix tegen hem dat ze toch aard-olie meenemen naar huis. Hij laat de zak zien. Nulnulnix wil de aard-olie afpakken maar dan grijpt Obelix in. Ze vallen op de zak en de olie wordt eruit geperst en komt in zee terecht: de eerste olieramp. Nu hebben ze geen aard-olie meer. Asterix en Obelix komen bij hun dorpje aan en ze voelen zich mislukkelingen. Hoe vertellen ze dat ze gefaald hebben?

8 Oplossing conflict (personage moet knieval doen / iets inzien)

Als Asterix en Obelix bij hun dorp aankomen, vechten de Galliërs tegen de Romeinen en winnen als vanouds. Hoe kan dat, zonder toverdrank? Dan blijkt dat Panoramix wat geëxperimenteerd heeft en in plaats van petra-oleum ook wortelsap kan gebruiken als ingrediënt voor de toverdrank. De drank wordt er zelfs nog lekkerder door. Asterix krijgt een zenuwinzinking, maar wordt weer opgepept met toverdrank. Die smaakt echt lekkerder, maar Panoramix belooft hem wel dat hij voortaan eerst zijn ontdekkingen zal doen voordat hij iemand naar het andere eind van de wereld sturen zal. De twee Romeinen: Caius Commisarus en Nulnulnix worden door de Galliërs in een kist gestopt (de opvouwbare strijdwagen van Nulnulnix kan ook een kist worden) en naar Rome vervoeren. Caesar laat hen insmeren met stroop en in de arena komen er hele zwermen vliegen achter hen aan.

9 Rust is terug (cirkel is rond)

In het Gallische dorp is de rust teruggekeerd. Er is zoals in alle stripboeken van Asterix en Obelix een groot feestmaal aan het eind. De bard staat vastgebonden aan een boom zodat hij niet vals kan zingen en de everzwijnen uit het begin kijken van een afstand toe en zeggen: ‘Onze vakantie zit erop.’

4 t/m 6 kan eindeloos herhaald worden bij dit verhaalschema.

Zo zie je dus hoe een verhaal kan worden opgebouwd. Ik heb dit schema al een paar keer gebruikt voor een (kort) verhaal en vind het een fijn schema om te gebruiken.

Aan de stripverhalen van Asterix en Obelix heb ik hele goede herinneringen. Vroeger kwam er meestal net voor de zomervakantie een nieuw stripboek op de markt. Wij kochten dat en gingen met ons gezin naar de camping in Zuid Frankrijk. Op de achterbank van de auto zat ik samen met mijn twee broers. Het stripboek ging van de een naar de ander en steeds zat er wel iemand van ons te gniffelen om de leuke grappen die in de boeken waren verwerkt. Door de leuke kwinkslagen leerde je en passant ook nog iets over bepaalde volkeren en gebeurtenissen uit de geschiedenis. Ik vond het altijd heel knap gedaan door Goscinny en Uderzo. Helaas zijn beide schrijvers inmiddels overleden.

Vandaag tot zover. Volgende keer een nieuwe blog over schrijven.

Het is leuk om reacties op dit blog te krijgen, dus als je tot zover gekomen bent, laat dan weten wat je hiervan vond. Dat kan ook goed in de opmerkingen op Facebook.

Alvast bedankt daarvoor,

Groeten van Johanna Lime

2 gedachtes over “Limeschrift 08 – Johanna Lime over schrijven

Reacties zijn gesloten.