15 mei 2020
Even ter herinnering aan mezelf. Ik heb al vier geweldige fantasy boeken uitgebracht bij Zilverbron, waar ik enorm van kan genieten. Ik zal ze toch weer eens allemaal gaan lezen, al was het alleen al om weer eens te zien hoe wonderlijk het schrijfproces verliep. Details verzamelen voor wat hierna nog komt, zodat ik op de funderingen verder kan bouwen.
Mijn boeken bij Zilverbron zijn hier te koop.
En het is me ook gelukt om een autobiografisch verhaal te schrijven, over gebeurtenissen uit mijn leven, waar ik belangrijkje thema’s in heb verwerkt die mij na aan het hart liggen.
De twaalfde Saturnusmaan kwam in 2020 tegelijk met Schamel verbond uit.
Ik heb ook een boek bij uitgeverij aquaZZ.
In totaal vijf boeken van Johanna Lime.
Mijn boek bij aquaZZ is hier te koop.
Deze boeken zijn trouwens zoals altijd ook gesigneerd en wel via mij te bestellen. Volg mijn link naar Facebook en stuur me een persoonlijk chatbericht als je interesse hebt. Dan deel ik de informatie over hoe je de boeken thuis kunt krijgen.
En dan nu de blog die bij de titel hoort.
Het gaat niet gemakkelijk, maar is de moeite waard (Of zoals het in het onderstaande citaat is opgeschreven: ‘Ik zeg niet dat het gemakkelijk zal gaan, alleen dat het de moeite waard zal zijn.’)
Sinds vorige week ben ik verder aan het werken aan deel 1 van Interplanetair. En ik ben alweer op een punt beland waarop het allemaal niet zo gemakkelijk gaat.
Wat is er aan de hand?
Ik was al bezig aan een tweede versie van dit nieuwe manuscript omdat er tijdens het schrijven van versie 1 wat plotwijzigingen waren doorgevoerd. De details van wat er in de eerste helft van het manuscript gebeuren moet, zijn tijdens het schrijven enigszins veranderd. Daardoor kon ik beter opnieuw beginnen dan verder te schrijven aan iets waarvan ik wist dat er in de eerste helft al fouten zaten. Ik hoor dan wel van andere schrijvers dat ze eerst het hele verhaal geschreven hebben voordat ze eraan gaan sleutelen, dat werkt voor mij niet goed. Vandaar dat ik al na veertien hoofdstukken aan een tweede versie van het manuscript begon.
Ik ben een plantser
Ik kom steeds meer tot de conclusie dat ik een verhaal weliswaar helemaal kan plannen en in een schema kan zetten, maar dat ik toch geen typische planner ben. Mijn schrijfproces bestaat niet uit het volgen van harde feiten of van tevoren uitgewerkte scènes, het proces is zacht en intuïtief. Ik heb in grote lijnen de informatie die nodig is paraat, maar niet de details. Die komen tijdens het schrijven. Er wordt van alles bijgesteld tijdens het proces. Tijdens het schrijven komen er nieuwe onderbewuste inzichten naar boven borrelen waardoor de details van het plot een andere kant op kunnen gaan. Niet de grote lijnen met de keerpunten, niet de eerste actie waarin er iets verandert na de beginsituatie, niet de climax en het einde. Nee, die staan tamelijk vastgespijkerd. Het gaat vooral om de hoofdstukken daartussen. Wat daarin gebeurt, is niet zo gemakkelijk te vangen in een planning.
In de afgelopen week kreeg ik hoofdstuk 16 van de 27 beoogde hoofdstukken eindelijk af. Dat ging al niet zo soepel. Maar toen ik verder ging met hoofdstuk 17 bleek het nog veel moeilijker te gaan. Ik kwam erachter dat het plotschema zo niet werkt! Ik had flink door willen schrijven zodat ik eind mei versie 2 al af kon hebben. Maar nee, dat gaat zo niet. Er klopt iets niet. Ik heb besloten dat het anders moet. Ik heb een derde versie nodig voor het eerste stuk.
Wat is er dan mis?
Ik heb me verkeken op de antagonist. De dingen die ik hem laat doen zijn niet logisch. Waarom zou hij Kwerpardiërs gebruiken voor zijn terreurdaden, terwijl hij dat ‘gewoon’ met andere middelen kan doen? Waarom zou hij Calliope in de strijd betrekken als hij zich wil wreken op Berinyi? Omdat Philippe Bollophar de Berinezen heeft geholpen? Nee, het is allemaal niet logisch genoeg, het is te indirect. Natuurlijk neemt de antagonist direct wraak op de Koninklijke families van Laskoro en Berinyi.
Ik ben dus tijdens het schrijven van hoofdstuk 17 weer eens flink gaan twijfelen over het plot. Ik ga terug naar de tekentafel en verander het middelste deel van het verhaal.
De afgelopen nacht kwamen de ideeën als vanzelf naar boven. Ideeën voor deel 1 van Interplanetair, maar ook direct voor deel 2 en 3. Ik heb nu een beter zicht gekregen op de gehele trilogie en hoe die logischer in elkaar kan steken. Ik ga de hoofdstukken 1 tot en met 17 redigeren en herschrijven en schrap er alles uit dat anders moet. Ik ga het plotschema bijwerken en dan kan ik pas weer verder. Hoeveel versies er ook nodig zijn, het maakt me niet uit. De meest flexibele persoon beheerst het systeem. Het zal allemaal niet gemakkelijk gaan, maar het is de moeite waard! Daar vertrouw ik op, want waar mijn onbewuste vannacht weer mee aankwam, is echt een geweldig mooi compleet verhaal. En als ik eenmaal weet hoe ik verder kan, zal het vast weer sneller gaan. Dan kan ik zelfs mijn planning wel halen, en de deadline van de uitgever.
Een naamswisseling voor de ruimtestad uit trilogie Interplanetair
Verder heb ik, in verband met de coronacrisis, besloten om de ruimtestad een andere naam te geven dan in trilogie De vergeten vloek. Daar heet de ruimtestad Corona Stella, een naam die Dinie en ik al voor het jaar 2000 hadden bedacht. Ook de partijleidster van de RRP heet Corona. Dat is op het moment niet zo’n fijne naam. Hoewel corona natuurlijk gewoon kroon betekent in het Latijn en we er nooit een virus mee bedoeld hebben.
Afijn, Corona is intussen bij de RRP vervangen door Constantia. En er kan na drieëntwintig jaar natuurlijk wel een naamswijziging van de ruimtestad zijn doorgevoerd. Tenslotte is de huidige burgemeester, mevrouw Kimra, een Kilamiër. Haar volk komt oorspronkelijk van Kilama UZ 54, een planeet bij de ster Hassaleh in Auriga. Kilamiërs en Terranen hebben ooit samen deze ruimtestad in Gemini gesticht. Hij bevindt zich bij de ster Alhena. Ik noem hem voortaan Alhenapolys. Ja, met een y, zoals wel meer woorden met een y geschreven worden in mijn boeken.
En nu?
Ik ben blij dat het probleem boven tafel is en ga weer verder schrijven. Eerst controleren wat er anders moet en dan doorstomen naar het einde van het verhaal. Ik heb er weer veel zin in.
Intussen is er weer een aankondiging voor een korte verhalenwedstrijd langsgekomen. Ik twijfel heel erg of ik daaraan mee moet doen, hoewel het me wel wat lijkt. Maar ik ben al ruim een maand aan korte verhalen bezig geweest dit jaar. Het grote manuscript gaat nu toch voor.
Groeten van Johanna Lime