In de redactiemodus

7 februari 2020

Een eerste versie is niet perfect.

Zoals jullie weten, probeer ik ieder jaar mee te doen aan de NaNoWriMo (National Novel Writing Month) in november. Met de bedoeling 50.000 woorden te schrijven in een maand. In 2019 schreef ik daardoor een half manuscript voor een nieuw boek. Het was de eerste versie van een verhaal waarvoor ik in oktober had geplot. Het eerste deel van de nieuwe trilogie Interplanetair.

Het voordeel van een eerste versie is, dat je kunt schrijven zonder angst. Je hebt een idee met personages en gebeurtenissen, conflicten en een wereldbouw en dat moet op de een of andere manier een nieuw verhaal gaan vormen. Je let er niet op of alles wel helemaal perfect geschreven is. Bij NaNoWriMo gaat het vooral om het plezier in schrijven, om je creativiteit aan te spreken en om een routine op te bouwen. De eerste veertien hoofdstukken waren geschreven, maar ze waren nog lang niet perfect. Het verhaal stond er nog maar half, ik moest het eigenlijk nog af gaan schrijven. Ik had de plot en wist hoe het verder zou gaan, maar ik stuitte op een weerstand. Ik zat in de redactiemodus.

Vorige week schreef ik dat ik heb besloten om versie 1 niet af te schrijven als versie 1. Na lang denken kreeg ik het idee dat doorgaan zonde van mijn tijd zou zijn. In plaats daarvan begon ik met redigeren en dat werd versie 2. Ik ben blij dat ik die keuze heb gemaakt, het bevalt me goed. Ik steun nu wat meer op mijn analytische kant, later krijgt de creatieve kant weer meer aandacht.

Ik heb de afgelopen week al negen hoofdstukken herschreven en ze zijn erg opgeknapt. Hier en daar heb ik een kleine wijziging in de plot verwerkt, maar vooral is het verhaal nu beter opgeschreven. Ik heb genadeloos geschrapt (en in mijn geval ook weer toegevoegd wat eraan ontbrak), woorden en zinnen geproefd en afgewogen, hele alinea’s verbeterd, dingen anders opgeschreven. Actiever taalgebruik, logischer van opbouw, herhalingen eruit. Ik krijg een veel beter gevoel over versie 2.

Nog vijf hoofdstukken redigeren en dan kan ik weer overschakelen. Creatief verder schrijven, maar wel met een goede eerste helft van het verhaal als steun en wetend welke personages waar moeten worden ingezet. Hoe die wezens van andere planeten er precies uit zien, van welke plaats uit het universum ze afkomstig zijn en op welk moment ik ze kan gebruiken.

Ik vond het citaat ‘Schrijf vrij van angst, redigeer genadeloos’ en zie dat tegenwoordig als een waarheid bij het schrijven. In het begin kan te veel kritiek al je pogingen om te beginnen met schrijven je in de kiem smoren, dan moet je nog niet redigeren, alleen maar creatief gaan schrijven. Het maakt niet uit hoe gek het lijkt, later komt het wel weer goed. Daarna heb je je analytische vermogen en kennis van de taal hard nodig om het precies zo te verwoorden als je in je dromen voor je zag.

Heerlijk als je ziet dat het lekker opknapt en er een goed verhaal komt te staan.

Voortgang van redactiewerk voor Schamel verbond.

Tegelijk met versie 2 van ‘Interplanetair, deel 1’, ben ik bezig aan de tweede redactieronde voor ‘De vergeten vloek deel 3, Schamel verbond’. Ook daar geldt dat je genadeloos moet zijn om het verhaal zo in het boek te krijgen dat alles klopt. Soms moet er iets geschrapt worden om het verhaal beter door te laten lopen. De zinnen moeten kloppen, voor sommige woorden wordt een synoniem gezocht, alles wordt nog eens grondig onder de loep gelegd.

Het gaat lekker. Ik ben heel blij met Natascha, de redactrice met wie ik dit samen doen kan. We hebben alweer een derde van het aantal hoofdstukken doorgenomen. Het verhaal komt er beter uit en wordt precies zoals ik het voor ogen had.

De komende weken weet ik wat ik kan doen: verder gaan met redigeren van Interplanetair en met de redactie van Schamel verbond.

Ik heb er zin in.

Johanna Lime