29 november 2019
Week 4 van NaNoWriMo
Ik schreef het vorige week al, ik heb de National Novel Writing Month van november 2019 weer gewonnen. Doel gehaald. Het verhaal over Daniël & Irene, versie 1 ervan, is voor de helft geschreven. Tot en met 25 november werden het in totaal 52.816 woorden met het afkomen van hoofdstuk 14 van de 27 hoofdstukken die het moeten worden.
Daarna heb ik uitstelgedrag vertoond. Ik was moe van NaNoWriMo en ik heb er geen woord meer bijgeschreven.
Hoe kwam dat? Ik had een depressieve bui. Met mijn gedachten zat ik steeds weer bij vorig jaar toen Dinie zo ziek was dat ze niets meer at. We moesten naar de internist en daarna ging ze door de scan. We kregen te horen dat de kanker door haar hele lichaam was uitgezaaid. Ze at al een hele maand niets meer, dat kon zo niet. Maar er was geen houden aan. Op 23 december stierf ze.
Nu gaan we weer naar de decembermaand toe. Ik voel me erg alleen.
Ik ben op de helft van het verhaal en ontdek dat ik te weinig weet. Wie lopen er allemaal in die ruimtestad, hoe zien ze eruit, wat doen ze, wie, wat, waar, waarom en hoe?
Ik moet eerst weer even aan het brainstormen. De vragenlijsten van de personages die ik erbij gehouden heb zijn al schrijvende alweer aangevuld met namen van volksgenoten en uiterlijke kenmerken zijn beter opgeschreven. Maar daarmee ben ik er nog niet. De wereldbouw vraagt om meer details, om meer beschrijvingen, om sfeer en spanning.
Daar heb ik op het moment geen zin in. Ik mis Dinie om mee te brainstormen. Ik schuif het naar het volgende jaar.
Ik ga in december eerst weer een planning maken voor 2020, zoals ik altijd doe. De korte verhalen van Waterloper moeten herschreven worden, ik moet nog een keer naar Brugge voor De Avonturensteen, De twaalfde Saturnusmaan vraagt om een volgende versie en de trilogie Interplanetair vraagt om veel meer ideeën en een chronologie voor boek 1,2 en 3 zodat ik verder kan. Dus freewriten, brainstormen, plotten en meer.
Voor dat meer heb ik al bedacht dat ik weer eens wil gaan tekenen. Een plattegrond van een ruimtestad maken bijvoorbeeld. De plattegrond die ik heb van Biarrastad moet omgekeerd worden, want tijdens het schrijven zijn oost en west verwisseld. Dan heb ik nog geen plattegrond van Bengalostad en die zou ook wel handig zijn.
Ik wil gaan werken met mijn tekenprogramma’s op de computer en weer nieuwe covers maken. En tussendoor komen er nog bergen praktische dingen op me af, zoals behangen en alle kasten in huis eens op gaan ruimen. Weg doen wat ik nooit meer gebruik.
Met dat laatste was ik pas ook bezig. Dat kan ertoe hebben bijgedragen dat ik me zo rot voelde. Spullen van Dinie opruimen omdat ik er niets aan heb. Overal zitten herinneringen aan. Dat valt dus nog niet mee.
Ik gun mezelf nu dus even een paar dagen rust door 0 woorden te schrijven. In december gaan Natascha en ik verder werken aan de redactie van Schamel verbond. Daar kijk ik nu naar uit. We gaan ons best doen om het verhaal zo mooi mogelijk te krijgen voor het boek dat in april 2020 wordt verwacht.
Het andere schrijfwerk zie ik volgend jaar dan wel weer.
Zes jaar op rij – ruim 700.000 woorden, of een miljoen?
In de vorige blog over week 3 van NaNoWriMo had ik een plaatje opgenomen waarop stond dat ik al 631.457 woorden had geschreven vanaf 1 november 2014 tot nu. Daarbij zijn alle NaNoWriMo en CampNaNoWriMo projecten meegeteld. Maar het klopte niet.
De organisatoren kregen het niet voor elkaar om op de nieuwe website de woordenaantallen van CampNaNoWriMo van april 2019 en juli 2019 erin te zetten. Daardoor miste ik dus twee maanden schrijfwerk. Het eigenlijke woordentotaal dat ik gehaald heb in de zes jaar dat ik meedoe is 784.839. Kijk maar op onderstaand plaatje. Ik houd de stand zelf in Excel bij en hier heb ik alles van de afgelopen zes jaar bij elkaar staan.
In die tijd heb ik aan korte verhalen geschreven voor de Paul Harland Prijs, Fantastels, Waterloper, onze e-books op Smashwords en aan de trilogie De vergeten vloek. Ook De twaalfde Saturnusmaan en Interplanetair kwamen aan bod.
Tussen de NaNoWriMo en CampNaNoWriMo maanden door hebben Dinie en ik natuurlijk ook geschreven. Schimmenschuw begon als manuscript al op 1 maart 2012, en daarvoor (vanaf 1 november 2011) waren we ook al bezig aan deel 1 van De vergeten vloek. Dus al met al is de stand misschien wel miljoen woorden?
Mijn leraar tekenen op de Pedagogische Academie, waar ik ook les kreeg voor de LO akte tekenen, zei altijd dat ik een eigen stijl had met mijn schilderijen. Maar om echt een kunstenaar te worden moest ik wel 100 schilderijen maken.
Misschien ben ik dan nu eindelijk zo ver dat ik me na miljoen woorden schrijver kan noemen. In elk geval heb ik in die tijd erg veel geleerd over schrijven en dat houdt ook nooit meer op. Ik begin te merken, aan het redactiewerk en aan het lezen van debuutromans, dat ik geen beginner meer ben. Alleen vraag ik me af waarom het zo moeilijk blijft om bij korte wedstrijdverhalen hoger te scoren. Misschien ben ik gewoon beter in het schrijven van romans? Wat denken jullie?
Groeten van Johanna Lime