23 november 2019
Week 3 van NaNoWriMo
In de derde week van de National Novel Writing Month dacht ik elke dag wel weer lekker door te kunnen schrijven aan mijn verhaal. Dat bleek nog niet zo gemakkelijk te zijn. Allereerst had ik last van uitstelgedrag en deed ik er van alles omheen, maar schreef ik urenlang niets. Daarnaast kreeg ik nog vier nieuwe hoofdstukken binnen van het redactiewerk voor deel 3 van De vergeten vloek, en die wilde ik eerst af hebben voordat ik aan het verhaal voor NaNoWriMo begon. Gelukkig bleek ook nu weer dat het met de te wijzigen scènes eigenlijk wel meeviel met die redactie. Natuurlijk ben ik ook niet alleen maar hele dagen aan het schrijven en moest er daarnaast van alles in de huishouding gedaan worden. Dan heb ik mijn koolhydraatarme dieet waar ik rekening mee moet houden. En de fysiotherapie met de oefeningen en het fietsen op de hometrainer. Dat is allemaal al drukte genoeg, zou je zeggen.
Toch wilde ik echt meters maken, maar het viel nog lang niet mee. In deze derde week begon ik vaak pas om drie uur ’s middags te schrijven voor de NaNoWriMo. Dan was ik even bezig en merkte tot mijn schrik dat het tijd was om het eten klaar te maken. Meestal at ik dat op bij het kijken naar het nieuws en ‘de wereld draait door.’ Gek, ik keek daar vroeger nooit naar maar de laatste tijd vind ik het wel leuk. Het zal er wel mee te maken hebben dat ik alleen ben nu. Als het journaal van acht uur dan voorbij was, ging ik pas weer verder schrijven. Ik zat helemaal in het verhaal en het werd snel elf uur ’s avonds. Een paar keer in de afgelopen week ben ik pas ver na middernacht naar bed gegaan. Dat moet niet te vaak gebeuren, want dan slaat de vermoeidheid toe.
Het duurde deze week wat langer om aan de woordenaantallen te komen. Ik zat in het middenstuk van het plot. Om het verhaal goed op te schrijven was er meer onderzoek nodig. Sommige scènes vereisten dat ik er nog iets nieuws bij moest verzinnen, want ongemerkt had ik de informatie al eerder gebruikt in het verhaal. Dat bedenken duurt meestal wel even. Gelukkig lukt het me telkens weer om iets te vinden waarmee ik verder kan.
Vanaf dag 1 tot afgelopen donderdag was het me gelukt om, met in week 2 het slim over de dagen verdelen van de woordenaantallen, elke dag precies 1667 woorden of meer toe te voegen. Donderdag lukte dat niet. Ik had er 1319. Geen ramp natuurlijk want er was al een flinke buffer opgebouwd. Op vrijdag rond een uur of 11 ’s avonds is het me gelukt om over de 50.000 woorden heen te gaan. Ik heb de NaNoWriMo van november 2019 weer gewonnen!
Zes jaar op rij.
Ik houd van de National Novel Writing Month. Het is voor mij een geweldige manier om aan een flink deel van een boek te werken. In de drie weken van november 2019 ben ik gekomen tot halverwege hoofdstuk 14 voor Interplanetair deel 1, Daniël en Irene. Dit moet uiteindelijk het eerste deel van een nieuwe trilogie worden die na De vergeten vloek gaat komen. Het manuscript is voor de helft af. Dat wil zeggen, versie 1 ervan. Want dit jaar heb ik echt volgens de NaNoWriMo traditie een eerste versie geschreven. Ik ben er nog niet klaar mee, ik moet nog verder totdat ik het hele verhaal voor mezelf heb uitgewerkt. En dan komen er nog een aantal herschrijfrondes. Een boek is nu eenmaal niet zomaar klaar, het schaven en nog beter maken begint later pas.
Op de nieuwe website van NaNoWriMo staat tegenwoordig alles bij elkaar. Niet alleen van de schrijfmaanden van november (NaNoWriMo), maar ook van april en juli (CampNaNoWriMo). Bij CampNaNoWriMo kun je zelf een doel stellen, daar mag je ook 10.000 of 20.000 woorden in een maand schrijven. Het is maar een keer voorgekomen dat ik het woordenaantal niet gehaald heb in zo’n maand. Daardoor heb ik nu in zes jaar tijd 631.457 woorden geschreven. Het zijn woorden die horen bij De vergeten vloek, bij korte verhalen en bij De twaalfde Saturnusmaan. Nu dus ook bij Interplanetair.
Dat er zoveel woorden zijn geschreven door mij, betekent niet dat al die woorden ook in boeken en verhalen staan. Toch is ongeveer de helft ervan wel in boeken en e-books terecht gekomen.
Ik ben soms een traditionele NaNoWriMo deelnemer, dan schrijf ik versie 1 van een verhaal. Maar vaak ook ben ik een rebel. Dat houdt in dat ik dan bezig ben met een herschrijfronde. Het is wel leuk om te zien hoe de titels van de manuscripten door de jaren heen steeds weer veranderd zijn. Ik merk ook dat ik door onder andere hieraan mee te doen een routine in het schrijven heb opgebouwd. Ooit hoop ik die toch ook nog eens voor tekenen te krijgen.
De intrinsieke motivatie voor verhalen schrijven is er, ik heb nog genoeg ideeën die ik ooit ook nog eens wil uitwerken voor een roman. NaNoWriMo maanden helpen me telkens weer om de routine van het elke dag aan een verhaal bezig zijn vast te houden.
Winnaar
Alles is relatief. Ik ben een winnaar! Ik heb een pdf bestand gekregen waar ik mijn pseudoniem op in kan vullen en de naam van het manuscript waaraan ik heb gewerkt.
Ik weet ook dat dit een prestatie is waar ik nog weinig mee kan. Ik heb iets op mijn computer staan waar ik lange uren in gestoken heb, maar wat heeft het voor zin?
Het wordt pas echt leuk als de verhalen die ik schrijf als een boek of een e-book gepubliceerd worden.
Korte verhalen schrijf ik meestal om ze aan een schrijfwedstrijd mee te laten doen. Als ik ze daarna voorzien van een juryrapport terug krijg, ga ik ze herschrijven en helemaal ideaal laat ik ze door een gedegen redactie gaan. Dat ik het kostenplaatje daarvan nooit meer terugverdien, interesseert me de laatste tijd minder dan vroeger, al blijft het krom dat je als fantasy/scifi-schrijver nauwelijks betaald krijgt voor al je werk. Ik vind het leuk om voor zo’n verhaal een leuke kaft te tekenen, het van een lay-out te voorzien en het op Smashwords uit te kunnen geven als e-book. Het alternatief is dat het op de computerschijf blijft staan en daar nooit meer af komt. Aan gratis weggeven doe ik niet meer, dat geeft een verkeerd signaal af. In sommige maanden verdien ik zelfs een paar centen aan mijn gepubliceerde e-books, als iemand een verhaal bij Smashwords of via Kobo of Bol heeft gekocht. Dan kan ik wel een gat in de lucht springen, zo blij ben ik dan. Gelukkig hoef ik van het geld niet te leven. Wat dat betreft is het eerder een hobby, want het kost me meer dan het oplevert.
Het wordt nog veel mooier als mijn langere verhalen echte paperbacks worden met een prachtige kaft, een foto en een flaptekst. Ik ben dan ook blij met uitgeverij Zilverbron. Daar kan ik ook echt andere schrijvers ontmoeten en daar voel ik me gewaardeerd. Bovendien ben ik nu op Facebook al ongeveer een jaar bezig als een van de beheerders van de Zilverboekenclub, waar ik samen met de auteurs hun personages en werelden uit de boeken voorstel aan de lezers. Zilverauteurs zijn auteurs die boeken hebben uitgegeven bij Zilverspoor of Zilverbron. De Zilverboekenclub gaat over hun boeken. U kunt er bijvoorbeeld ook recensies plaatsen bij de foto’s van de boeken, op Facebook dus.
Op het moment kan ik helaas niet zo gemakkelijk meedoen bij het verkopen van de boeken op de verschillende festivals zoals Comic Con, Elfia, Castlefest, Keltfest en dergelijke. Ik houd het staan geen weekend vol met mijn versleten heup en knie. Maar in april hoop ik toch wel op de Elfia in Haarzuilens te staan. Het afvallen lukt met het dieet dat ik van de diëtiste kreeg goed, al is er nog een lange weg te gaan voordat ik weer zo slank zal zijn als eigenlijk het beste voor me is. De oefeningen van de fysiotherapeut helpen ook, al heb ik sommige dagen best veel pijn. Ik hoop zonder operatie zover op te knappen dat ik weer helemaal fit word.
Op de Elfia van Haarzuilens in april 2020 kunt u dan de hele trilogie van De vergeten vloek kopen. Het schrijven en herschrijven daarvan besloeg een paar jaar van de NaNoWriMo, maar de boeken in handen hebben en ze echt kunnen lezen geeft me pas het gevoel een winnaar te zijn.
En de mooiste prijs om te winnen is als lezers laten blijken dat ze mijn boeken gelezen hebben en dat ze ervan genoten hebben. Want daar doe ik alles voor.
Groeten van Johanna Lime