21 oktober 2019
Het verhaal dat er moest komen is af
Op 16 september schreef ik over mijn passie voor het verhaal ‘De twaalfde Saturnusmaan’. Deze titel heb ik nu gekozen omdat een droom die Dinie ’s nachts had over de ontdekking van een nieuwe maan bij Saturnus, werkelijk uitkwam. ‘s Morgens kwam in het nieuws op de radio dat de twaalfde maan van Saturnus ontdekt was. Ik vind dit een mooie herinnering aan haar. In het boek landen er aliens op de twaalfde maan van Saturnus. Daarvandaan doen ze onderzoek naar de ontwikkeling van de mensheid op aarde. Dat gebeurt aan de hand van herinneringen en ervaringen van twee eigenwijze vrouwen, die anders zijn dan de meeste mensen.
Ik heb veel getwijfeld tijdens het schrijven van dit gedeeltelijk autobiografische verhaal. Uit de cursus ‘Schrijf Je Verhaal’ die ik volgde bij Marjon Sarneel bleek dat autobiografisch schrijven specifieke vaardigheden vereiste. Ook maak je als schrijver bepaalde overwegingen omdat je uit persoonlijke ervaringen put. Je wilt niet dat degenen die zich in jouw verhaal herkennen zich gekwetst zullen voelen. Toch wil je met je verhaal je boodschap kwijt, want je hebt als schrijver iets te melden. Iemand die de noodzaak voelt om met een autobiografisch verhaal naar buiten te komen, heeft dingen meegemaakt waar een lezer iets van kan leren. Al was het alleen maar om aandacht te vragen voor bepaalde zaken die in onze maatschappij nodig eens van meerdere kanten bekeken moeten worden. Ik ben over dit verhaal zo gepassioneerd omdat er in mijn leven heel wat conflictsituaties waren. En zoals u misschien weet is een conflict de motor voor een verhaal. Daarom moest ik dit wel schrijven.
Maar een zwaar deprimerend verhaal met schrijnende problemen is niet geschikt om te lezen en bovendien schrijft het helemaal niet fijn. Daarom heb ik er toch weer een fantasy en sciencefictionachtig verhaal van gemaakt. En daar komen de aliens tevoorschijn. Ze waren al eerder op de Aarde, bij de bouw van de Egyptische piramiden. En nu keren ze terug. Ze zijn op zoek naar specifieke hersengolven bij mensen. En als ze die gevonden hebben, starten ze een onderzoek op de twaalfde maan van Saturnus. Maar dat levert problemen op voor de twee vrouwen die ze voor hun onderzoek hebben uitgekozen. Afijn, u merkt het misschien al. Daar komt het verhaal tevoorschijn.
Maar ik hou het nog even vast
Ik heb het verhaal opnieuw geplot. Het heeft vierentwintig hoofdstukken gekregen en het is niet al te lang, nog net geen 55.000 woorden.
Mijn Facebookvrienden hebben me het advies gegeven om het in elk geval helemaal uit te schrijven. Ik ben blij dat ik dat heb gedaan.
Nu het helemaal geschreven is, hou ik het toch nog even vast. Ik ga het zelf helemaal doorlezen en redigeren. Bovendien wil ik uitzoeken of de hoofdstukken duidelijker zullen worden als ik er citaten boven zet. Als ik dat doe, wil ik een literatuurlijst achter in het boek zetten. In elk geval wil ik nog een nawoord schrijven waarin ik uitleg hoe ik ertoe gekomen ben om dit verhaal te schrijven.
Uiteindelijk moet ik gaan bepalen hoe ik het uit wil geven. Een uitgeverij zoeken die er iets in ziet, uitgeven in eigen beheer of net als mijn korte verhalen als een e-book op Smashwords.
Eerst in november NaNoWriMo
Ik leg ‘De twaalfde Saturnusmaan’ even aan de kant. Later kan ik de laatste versie schrijven van dit verhaal.
Nu ga ik snel verder met de voorbereidingen voor mijn project van NaNoWriMo van november. Ik wil die 50.000 woorden graag halen voor deel 1 van een trilogie die na ‘De vergeten vloek’ komt. Het eerste deel gaat over Irene Morane en Daniël Muir-Attholred, de volgende generatie na Jima Revaldesh-Morane en Sylviana Attholred. Laskoro en Berinyi moeten samenwerken om het evenwicht in de bevolking te kunnen herstellen. Maar er dreigt een gevaar. Daar gaat dit boek over. De hoofdpersonages komen in een ruimtestad terecht en op een planeet van hun handelspartner. Als titel voor de volgende trilogie gebruik ik ‘Interplanetair.’
Voordat het 1 november is moet ik nog het een en ander voorbereiden aan de antagonisten en aan de wereldbouw. Bovendien wil ik een plot uitwerken. Daar heb ik niet veel tijd meer voor, maar als het niet op tijd af is, begin ik gewoon met schrijven. Het liefst ben ik een planner, maar schrijven als een pantser lukt ook vaak. Dus: ‘no worries.’
Groeten van Johanna Lime
(Marjo)