Een moeizaam proces

11 oktober 2019

Wachten om de deur uit te gaan

Hebben jullie dat nou ook? Dat je nergens toe lijkt te kunnen komen omdat je een afspraak hebt staan? Dat je maar zit af te wachten tot het tijd is om de deur uit te gaan? Vreselijk vind ik het.

Natuurlijk weet ik wel dat ik gewoon moet beginnen met schrijven, maar op de een of andere manier komt het er niet van. Het idee dat ik de deur uit moet, blijft maar spoken door mijn hoofd. Ik mag dat niet vergeten. Dus schuif ik mijn eigen wensen naar de achtergrond. Een nare karaktertrek en nogal hardnekkig.

Vandaag heb ik me ertoe gedwongen om verder te gaan met schrijven. Want het manuscript dat ik, met wat geluk, in september al af wilde hebben, is nog steeds niet geschreven.

Ik heb best vorderingen gemaakt de afgelopen tijd, want van de vierentwintig hoofdstukken zijn er twintig af. Maar het is nog niet genoeg. Ik wil meer. Ik wil het hele manuscript graag af hebben, want daarna moet ik ook heel gauw verder met de voorbereidingen voor mijn volgende NaNoWriMo project. Op 1 november wil ik klaar staan voor de start. Dan begint de NaNoWriMo-maanduitdaging al en ik heb nog steeds geen uitgewerkt plot.

Het zou moeten lukken om voor ik de deur uit moet nog wat te werken aan mijn manuscript.

Maar meestal lukt het niet op zo’n dag dat ik een afspraak heb.

 

In de molen

Ik had al meer dan acht jaar last van mijn linkerknie en sinds ik in maart gordelroos kreeg, speelde ook mijn linkerheup op. Ik kon niet meer slapen op mijn linkerzij. Op mijn rug slapen gaat lastig, op mijn rechterzij vind ik niet prettig liggen. Ik was steeds weer wakker en wist niet hoe ik moest gaan liggen om zo min mogelijk pijn te voelen. Erg ongemakkelijk dus.

Op Castlefest was het zo erg geworden dat ik door mijn been heen zakte. Het lange eind teruglopen naar de parkeerplaats lukte nog maar net. Ik heb een paar weken nodig gehad om bij te komen van een dag staan en zitten in de boekentent van Zilverbron en zag het al gebeuren dat ik daar nooit meer zou kunnen staan. Dat wil ik niet!

Afijn, ik ging naar de huisarts en werd doorverwezen. Zes weken later, op 25 september, kon ik voor röntgenfoto’s naar de radiologieafdeling en direct erna naar de orthopeed. Gelukkig was het nieuwe ziekenhuis in Sliedrecht open en kon ik dicht bij huis terecht.

Mijn knie en heup zijn versleten. En nu zit ik in de molen, zoals dat wordt gezegd als je bij een specialist onder behandeling bent.

 

Mantelzorg

Wie er al jaren in de molen zit, is mijn vader, voor wie ik al jarenlang mantelzorger ben. Ik moet wel, want ik ben de enige uit de familie die in zijn buurt woont en dit kan doen. Om de zes weken ga ik met hem naar de oogarts.

Op dinsdag 1 oktober moesten we voor de zoveelste keer naar het ziekenhuis in Zwijndrecht voor een injectie in zijn oog. Niet dat het veel helpt, want hij is bijna blind en het wordt er niet beter op. Maar ja, ik kan niet bewijzen dat de oogarts ongelijk heeft als hij zegt dat het zicht vanwege de injecties die mijn vader krijgt stabiliseert. Ik ben geen specialist.

Het is elke keer weer een getob om met mijn vader die dus bijna niets meer ziet en ook nog eens vreselijk doof is, met zijn rollator naar het ziekenhuis te moeten. Hem met de auto ophalen, naar het ziekenhuis rijden, hem uit helpen stappen bij de ingang, de auto gaan parkeren, naar de wachtkamer van de oogarts lopen, hem daar aanmelden, naar de wachtkamer, drie keer oogdruppels en daarna een injectie en daarna ook weer een nieuwe afspraak maken. We zijn er altijd uren mee kwijt. Als hij geluk heeft is hij snel aan de beurt. Anders kun je in een overvolle wachtkamer, met allemaal oude mensen die injecties in hun ogen krijgen, zitten wachten. Wachten. Wachten. En de tijd loopt door.

Dat is gauw verdiend voor die oogarts, denk ik dan. Of ben ik nu te cynisch en te kritisch?

 

Daar gaat mijn middag.

Afijn, de oogarts zit altijd helemaal aan het einde van een lange gang, achter in het ziekenhuis. Is je dat al eens opgevallen? In elk ziekenhuis waar we komen, is dat zo.

Ik liep op 1 oktober met die heup en knie toch al niet zo gemakkelijk en moest nadat mijn vader uitgestapt was de auto helemaal aan het eind van de parkeerplaats gaan parkeren. Een bijna blinde en stokdove man alleen achterlaten in de hal van het ziekenhuis zit me al niet lekker. Maar al dat in en uitstappen met die zere heup en dan ook nog de hele parkeerplaats en het hele ziekenhuis door lopen, kostte toch veel van mijn al op scherp staand incasseringsvermogen.

Er is ook moeilijk met elkaar te praten, want in een wachtkamer ga ik alles geen tien keer herhalen voordat hij me verstaat.

Gelukkig werden we deze keer goed geholpen, maar twee nieuwe afspraken maken voor de volgende keren? Nee, dat kon nog niet. Het Kerstrooster zat nog niet in de computer. Dus volgende keer na de injectie kunnen we weer een hele tijd bij de balie gaan staan wachten totdat er een afspraak voor de daarop volgende keer gemaakt is. Ik ben waarschijnlijk weer te cynisch en te kritisch als ik denk: ‘Kunnen ze geen handiger computerprogramma gebruiken voor die afspraken? Waarom moet dat altijd zo enorm lang duren voordat er een datum geprikt wordt?’ Ik baal van ziekenhuizen, want 1 oktober was zo’n dag waarop ik niet aan schrijven toegekomen ben.

En nu moest ik zelf

Op woensdag 2 oktober moest ik zelf naar het ziekenhuis. Alleen, voor een CT-scan van mijn heup. De afspraak was in de middag, op de locatie Dordrecht. Dus je begrijpt wel dat ik die woensdag ook weer niet aan schrijven toegekomen ben.

Op donderdag 3 oktober had ik een tweede afspraak bij de fysiotherapeut, waar ik een week eerder ook al was geweest, op doorverwijzing van de orthopeed. Je begrijpt het zeker al? Donderdag was ook niet echt een geweldige dag om te schrijven.

Vrijdagochtend 4 oktober ging ik naar mijn vader voor de nodige mantelzorg en dus had ik alleen het weekend nog maar over. Gelukkig heb ik toen wel een paar hoofdstukken kunnen schrijven, al had ik bijna weer op stel en sprong in de auto kunnen springen om een pakje voor mijn broer op de post te gaan brengen omdat de postbode zo stom geweest was om het naar de afzender (mijn vader) te sturen in plaats van naar het postadres in het buitenland.

 

Nog een week vol afspraken

Maandag kon ik een hoofdstuk schrijven.

Maar dinsdag 8 oktober moest ik naar de diëtiste. En daarvandaan ben ik met het postpakketje van mijn vader maar weer naar de winkel terug gegaan, om het nog eens te posten.

Woensdag 9 oktober moest ik naar de orthopeed terug voor de uitslag van de CT-scan. Ik was al bang dat ik de NaNoWriMo van november 2019 op mijn buik kon schrijven en misschien ook de redactie die in december is gepland. Stel je voor dat ik een heupoperatie zou moeten ondergaan?

Gelukkig bleek het mee te vallen en zat er nog een beetje kraakbeen. Trouwens reuze interessant hoe die 3D-scan eruit zag van mijn heup. Hij was duidelijk wel versleten, maar als het me lukt om hem wat soepeler te krijgen met de oefeningen van de fysiotherapeut en mijn spieren beter te trainen, kan het nog wel worden uitgesteld. Belangrijk is natuurlijk ook dat ik mijn overgewicht kwijtraak. Dat zal niet makkelijk zijn want ik ben al jaren aan het jojoën, maar met de hulp van de diëtiste gaat het nu vast lukken. Ik heb begeleiding en ben begonnen met een koolhydraatarm dieet. Haar conclusie was dat ik te weinig at. Dat was weer een eyeopener. Ik ben een paar dagen bezig en mag alleen bepaalde producten nemen, maar ik eet veel meer dan ik deed. Dus dat valt reuze mee. Alleen de discipline opbrengen om het vol te houden, maar dat lukt mij wel.

Woensdagmiddag moest ik naar de huisarts voor de jaarlijkse griepprik. Dus je raadt het al, woensdag was geen schrijfdag. Ik moest twee keer de deur uit en tussendoor ben ik nog naar de winkel gegaan om die bijzondere producten van de dieetlijst te kopen, want er zat heel wat bij wat ik normaal niet in voorraad had.

Op donderdag 10 oktober heb ik 1228 woorden geschreven van een hoofdstuk van ‘De twaalfde Saturnusmaan’. ’s Middags moest ik weer naar de fysiotherapeut.

Dus meer dan dat aantal woorden lukte niet.

 

Weer een beetje normaal

Het goede nieuws is dat alles vanaf nu weer een beetje normaal wordt. Ik moet wel elke week naar de fysiotherapeut en dagelijks mijn oefeningen doen, ook drie keer tien minuten op de hometrainer fietsen en op tijd mijn maaltijden, tussendoortjes en water nemen voor het dieet. Maar over een maand hoef ik pas terug naar de diëtiste en over drie maanden naar de orthopeed.

Er komt weer wat rust in huis. Ik hoef niet meer bijna elke dag de deur uit. Ik kan zonder dat ik steeds op de klok hoef te kijken of het nog geen tijd is voor mijn afspraak verder met mijn schrijfwerk.

Ik hoop echt dat de training goed gaat helpen en dat ik met de begeleiding van de diëtiste blijvend kan afvallen. Dat de pijn verdwijnt en dat een heupoperatie echt niet meer nodig is.

Gelukkig kan ik in november gewoon aan mijn project voor NaNoWriMo schrijven en in december aan de redactie van Schamel verbond werken.

Ik ben heel blij dat ik niet direct naar het ziekenhuis hoef. En ik hoop echt dat ik in april 2020 al zo ver opgeknapt zal zijn dat ik op de Elfia in Haarzuilens kan staan, als de hele trilogie van ‘De vergeten vloek’ compleet zal zijn. Wat kijk ik daar naar uit!

 

Groeten van Johanna Lime (Marjo)

2 gedachtes over “Een moeizaam proces

  1. Wat word je met veel tegelijk geconfronteerd, Marjo! Ik hoop voor je dat de oefeningen en voedingsrichtlijnen gaan helpen en dat je je gezondheid kunt verbeteren.

    Ik vind het herkenbaar wat je schrijft over ruimte voor jezelf creëren voorafgaand aan een afspraak. Dat is iets wat ik ook moeilijk vind; ik ben dan heel bewust bezig met dat moment van vertrek, waardoor ik minder aan mezelf toekom. Sowieso lastig om allerlei afspraken en activiteiten goed op elkaar af te stemmen.

Reacties zijn gesloten.