Schrijven aan onze trilogie – 5

My beautiful picture

Geplaatst 4 september 2016

Schrijven aan de trilogie – 5.

We hebben weer een mijlpaal bereikt!

Ze zeggen altijd: ‘Schrijven is schrappen,’ wat zoveel betekent als ‘minder is meer.’ Voorheen was het bij ons altijd eerder: ‘Schrappen is per saldo meer woorden overhouden,’ want als wij iets herschreven kwamen er gegarandeerd meer woorden bij, vooral bij korte verhalen. Niet dat het verhaal er dan slechter door werd, we hadden kennelijk nog niet alles zo opgeschreven zoals het moest. Pas bij de redactieronde van Schimmenschuw ging het schrappen lukken, hoewel ook daar nieuwe woorden bijkwamen.

Bij versie 5 van Sluimerend vuur lukte het schrappen ineens. 3.376 woorden verwenen van de teller en de tekst knapte ervan op. Maar we waren er nog niet. Na een telefoongesprek met Cocky van Dijk van uitgeverij Zilverbron, zagen wij het licht. Schrapversie 6 ging van start. Hele stukken tekst verdwenen in de digitale prullenbak. Het is ons gelukt! We hebben nu een woordenaantal dat onder het maximum bleef dat de redactie van ons wilde. Er zijn nog eens 14.515 woorden verdwenen. ‘Minder is nu niet meer meer,’ maar hier gaat het dan alleen om het aantal woorden, want ‘minder’ blijkt wel degelijk ‘meer’ te zijn voor het verhaal. Het verhaal heeft aan kracht gewonnen, het is ons gelukt om dichter bij de essentie te blijven.

Twijfels en actie

Om met een uitspraak van een schrijfcursus die we volgen bij Marjon Sarneel te spreken: ‘Wie zit hier nu op te wachten?’ U snapt het al: we twijfelen. We zitten zo diep in het verhaal dat het voor ons vanzelfsprekend is. We zijn in onze verbeeldingswereld gekropen en wij weten heel goed wat de Klanische woorden betekenen en hoe Laskoro eruit ziet. We leven in onze personages en denken zoals zij, we weten beter wat er op het spel staat dan de personages zelf. En dan komt de twijfel opzetten. Zullen de lezers het wel leuk vinden? Is het niet te moeilijk? Zal het wel een goed verhaal zijn? Hoe gaan ze nu de namen verbasteren? (N.B. We hebben de audio cd van Schimmenschuw gehoord en verbazen ons over de uitspraak van sommige namen. Tip: Fonetisch Nederlands gebruiken, soms een beetje Engels, maar geen Frans! Een y wordt meestal uitgesproken als een i, keiyi als ‘keedjie’, Revaldesh-Morane = ‘revaldesj-moreen’, Baksy = ‘baksie’ (zoals een kopje koffie in Sliedrecht wordt genoemd), Lyoncourt = ‘leionkoord’, Gettferdrey = ‘getverdrie’. Tulle = ‘tulle’, enz.)

Nee, we willen niet twijfelen! De lezer snapt het heus wel. Het verhaal klopt en hoewel wij er niet meer door verrast worden, hopen we dat de lezer er straks wel door verrast wordt. Dat de vervreemdende werking van techniek en magie overkomt. Er komt nog een redactieronde, dan wordt het vast nog mooier. Dit eerste deel van de trilogie hebben we nu geschreven. We gaan door naar de volgende groep personages in een ander koninkrijk. Wanneer komt het allemaal weer bij elkaar? Wij hebben er zicht op, jullie nog niet, maar dat komt wel als je ons blijft volgen. De twijfels zetten we aan de kant door actie. We schrijven verder. De trilogie is ingepland en hij zal er komen.

Dit is een geschrapt stuk, voor degenen die Schimmenschuw hebben gelezen is dit misschien wel leuk. Fidelity komt in ons manuscript niet meer voor. Kamilia wel.

Ze liepen over geplaveide straten, door een voetgangersgebied waar heel veel winkels waren.

‘Wat leuk dat je op visite komt, Kamilia.’ Fidelity’s stem klonk enthousiast als vanouds. ‘Ik mis je wel, hoor. Maar Stad-Droam is echt zoveel dynamischer dan Tulle. Heb je de bakkerij van mijn vader gezien? Die is vijf keer zo groot als wat hij had en er komen de hele dag door klanten. Mijn moeder is al met me naar het kledingmuseum geweest, ze hebben hier erg veel galeries van beroemde kunstenaressen. Zo mooi! Er is altijd wat te doen.’

Kamilia werd er een beetje verlegen van. Wat moest zij in zo’n drukke stad? Ze liepen een rondje langs alle plekjes die Fidelity haar wilde laten zien. Fidelity’s school stond maar een paar straten bij haar huis vandaan. Kamilia’s mond zakte open toen ze alle gebouwen zag die daar bij hoorden. ‘Wat een grote school!’

‘O, maar alleen dat gebouw links hoort bij de hogere school, hoor. Die andere gebouwen zijn van de middenschool, de modevakschool en de kunstacademie.’ Fidelity wees de blokken een voor een aan. ‘Ik moest wel even slikken toen ik hier voor het eerst kwam, dat snap je zeker wel? Maar met de hulp van een plattegrondje heb ik de weg nu toch wel aardig in mijn hoofd geprent. Nu verdwaal ik niet meer.’

‘Is dat een bibliotheek?’ Kamilia wees naar een wat ouder gebouw waar zuilen voor de gevel stonden en zag een uithangbord met een boek.

‘Ja, hoe raad je het zo? Vind je het erg om daar naar binnen te gaan? Ik moet nog een boek ruilen. Hoe zou je het vinden als ik het modevak in ging? Misschien kan ik dan gaan werken bij een van de chique modehuizen waar Droam om bekend staat.’

Kamilia glimlachte, ze vond het wel iets voor Fidelity. Met haar vrolijke gebabbel en haar zakelijke inzicht zou ze het vast goed doen in een modehuis. ‘Dat is net iets voor jou. Ik denk erover om geschiedenis te gaan studeren aan de universiteit.’

Fidelity was even stil, maar daarna knikte ze. ‘En dat is precies iets voor jou.’

In de bibliotheek moest ze wachten op Fidelity die naar een nieuw boek zocht. Intussen speurde Kamilia naar boeken in de Oude Taal, liefst Klanisch. Maar die waren er blijkbaar niet in Stad-Droam. Waar zouden die boeken dan te vinden zijn?

‘Kom, we moeten naar huis.’ Fidelity sleepte haar mee en het werd erg gezellig bij de familie Cook. Haar vriendin liet haar nieuwe kamer zien en daarna at ze mee.’

Laat in de middag stopte er een grijze Carraat voor de winkel.

‘Jammer, ik moet weer naar huis. Ik wens je veel geluk, Fidelity!’

‘Ik jou ook. Bedankt voor je bezoek, Kamilia.’

Ons manuscript is opgestuurd. Nu wachten we op de reactie van de uitgever.

Spannend!

Tot de volgende blog en dank voor de belangstelling.