19 februari 2016
De belangrijkste verhalenwedstrijden uit het fantastische genre (en dan hebben we het hier alleen over de wedstrijden waaraan wij hebben meegedaan in 2015), de Harland Awards en de Fantastels Verhalenwedstrijd, laten na lange tijd wachten eindelijk weer iets van zich horen.
Twee juryleden van de Fantastels Verhalenwedstrijd melden ons via Facebook dat de derde juryronde begint, dat is de eindronde waarin de winnaar eruit moet komen rollen. Cocky van Dijk meldde in een berichtje dat ze na gezellige kerstdagen weer druk bezig was met jureren voor de Harland Awards. Om zo maar een paar juryleden te noemen die ballonnetjes oplaten voor de wachtende auteurs, zodat wij weten dat er druk aan het jureren van onze verhalen gewerkt wordt.
Roselynd Randolph zal de komende weken weinig tijd hebben om eten te koken, zo schrijft ze op het smoelenboek, want ze zit in de derde ronde van het jureerproces in onze verhalen verstrikt. Wij krijgen subiet medelijden met haar, omdat ze nu de afhaalchinees moet aanspreken.
Kelly van de Laan schrijft in een blog op haar website Kristal en explosies: “Het is heel bijzonder om eens aan de andere kant van de tafel te zitten en de binnenkomende verhalen te beoordelen, in plaats van de verhalen te schrijven waarmee je hoopt te winnen.” En zij kan dat weten, want ze heeft al een keer gewonnen. Ze vertelt ook dat ze de rapporten voor de tweede juryronde heeft ingestuurd en uitkijkt uit naar de finaleronde. Daar is ze nu aan bezig.
Cocky van Dijk schrijft dat ze het jureren van de Harland Awards absoluut geen straf vindt. Ze heeft goede vondsten ontdekt en er zijn al vele pareltjes voorbij gekomen. De verhalen waren grappig en soms dramatisch. Er kwam van alles voorbij uit genres en subgenres. Haar persoonlijke favoriet heeft concurrentie gekregen van een ander verhaal.
De juryleden schrijven erover dat ze allemaal een soort beoordelingssysteem hebben met categorieën en een aantal punten dat ze te verdelen hebben. Ze lezen de verhalen en zien de titels, maar weten niet wie ze geschreven hebben. Om daar achter te komen is voor hen even spannend als voor ons, schrijvers. Pas op de dag van de prijsuitreiking zal alles onthuld worden. Voor de Harland Awards weten we de datum al, er staat veel leuks op het programma. Fantastels zal binnenkort ook wel een datum laten weten. Leuk, dan kunnen we ook weer andere schrijvers ontmoeten!
Wij lezen de berichten op Facebook met veel belangstelling, want het gaat tenslotte over de wedstrijden waaraan wij hebben deelgenomen. Maar terwijl we lezen wat er aan informatie loskomt, breekt het zweet ons uit of beginnen we te trillen als rietjes van de spanning.
We steken heel vreemd in elkaar. Nergens in die berichten wordt immers verklapt welk verhaal het aansprekende soort proza bezit dat het jurylid kon charmeren, nergens wordt gerept over de titel van de pareltjes die worden gevonden of in welk specifiek verhaal het hoge humorgehalte zat. Nergens wordt te kennen gegeven bij welke titel het een dramatisch verhaal was. Maar het gekke is: wij denken altijd weer bij die berichten, dat het over onze inzendingen gaat! Idioot natuurlijk, met meer dan honderd of tweehonderd inzendingen per wedstrijd, hebben we maar een schijntje kans dat we in de top tien terecht zullen komen.
De verhalen die wij schrijven halen zelden de tweede ronde, laat staan de derde. Ze komen meestal niet eens door de voorselectie heen. Wij schrijven niet van die verhalen die iedereen doet huiveren van dramatische spanning of die men in het algemeen zo boven de rest uit vindt steken. We kunnen maar beter bescheiden blijven en de realiteit onder ogen zien: we zijn er nog lang niet als schrijvers, anderen hebben al veel meer ervaring. Het zal wel weer een flinke desillusie opleveren, juist omdat wij die gekke verwachtingen maar moeilijk de kop in kunnen drukken. “Het gaat vast over ons verhaal,” zo wakkeren we het vuurtje ook nog aan. “Bij ons zat er flink wat humor in. Het was vast zo’n een pareltje, want het idee was goed, dat waren we het toch met elkaar over eens?”Ja, we staan vierkant achter onze verhalen.
De ervaring van de afgelopen jaren leert, dat we onze verhalen, voorzien van de nodige kritische kanttekeningen, ook wel weer terug zullen krijgen. Met sommige kritiek kunnen we gewoon niks, maar met andere gaan we al snel daarna aan de slag. De verhalen worden nog wel een keer of drie of vier herschreven voordat we vinden dat het echt goed door de beugel kan. En dan zullen we ook wel weer een manier vinden om ze te publiceren. Tenslotte blijkt dat ons “Pacifistenbloed”, een verhaal dat ergens laag op de ranglijst stond bij de Fantasy strijd Brugge, met één mooie zin erin volgens het juryrapport, nu al meer dan 92 keer gedownload is van Smashwords. Vast niet omdat lezers het zo lelijk vinden, maar misschien wel omdat het over een vampier gaat. We beginnen ons al af te vragen waarom lugubere verhalen beter verkopen dan de andere verhalen van ons die veel vrolijker aflopen.
Wie er ook zal winnen bij de wedstrijden, wij wachten in spanning af en zweten nog wel even door. Aan de berichtjes merken we dat de tijd van onthullingen er weer aan zit te komen. Nog een paar weken afwachten en dan zullen we onze collega’s weer ontmoeten, bij een prijsuitreiking. En dan gaat het niet alleen maar over wie er heeft gewonnen. Het fantastische genre begint terrein te winnen. En dat is heel goed nieuws, niet alleen voor schrijvers, maar ook voor lezers, vooral nu in het jaar van het boek. We kijken naar de juryrapporten uit, als we die in handen hebben kunnen we weer verder schaven, sleutelen en vervolmaken. We hebben meegedaan en dat is op zich al een hele prestatie. De toekomst zal het leren of we ooit nog eens een prijs in de wacht kunnen slepen. Maar deze vijf door ons ingestuurde verhalen zijn er al – achter de schermen, anoniem. En straks als nieuwe publicaties. Nee, de titels mogen we niet verklappen!