Geplaatst 02 januari 2015
We tellen af: Nog 8 maanden geduld, dan wordt Schimmenschuw uitgegeven bij Zilverbron.
De groep mensen die verbannen werd van de Aarde crashte op EIBOR RISOKLANY (zie 10 – Het aftellen begint).
De Avatars grepen in en redden de kolonisten van een wisse dood door hen te leren hoe ze hun magische krachten onder controle kregen en gebruiken moesten (Zie 9 – De teller staat op de negen).
Op Eibor Risoklany begonnen de kolonisten uit de verschillende dorpen en landen na een periode van relatieve vrede te bakkeleien over de vraag wie er nu de baas was op de planeet.
Natuurlijk kwam daarbij een machtsstrijd op gang (ze stamden tenslotte af van mensen op Aarde). Ze vroegen zich af: wie heeft de sterkste magie en wie kan daarmee de wet voorschrijven aan de anderen?
De zeven sterkste magiërfamilies hadden na verloop van tijd hun eigen landen, waar ze regeerden als koningen en koninginnen. Met groeiende zorg keken ze naar de ontwikkelingen in de andere gebieden. Ze vroegen zich af: gaan mijn collega’s niet te snel, kan ik ze wel de baas blijven en waar kan ik hulp vinden om nog meer macht te krijgen?
Er ontstonden twee grotere samenwerkingsverbanden tussen de verschillende machtige families. De elementenmagiërs zochten steeds meer hulp bij elkaar. Ook bij de dynamiekmagiërs ontstond een machtsblok.
Aan beide zijden werd er druk gestudeerd op manieren om hun magie toe te passen tegen hun soortgenoten. Dit was dan ook de tijd waarin veel van de magische spreuken werden ontwikkeld en geperfectioneerd.
Men vond uit dat met magie aanvallende spreuken konden worden gebruikt, maar er werden ook vele verdedigingsspreuken ontwikkeld. Vooral de dynamiekmagiërs waren meesters in het bedenken van verdediging tegen de elementaire aanvallen van vuur-, water-, aarde- en luchtmagie. Maar ook de elementenmagiërs vonden een verdediging tegen de geest- ziel en lichaammagie van de dynamiekmagiërs. De laatste groep werd vooral flink tegengewerkt en kon weinig aanvallende spreuken gebruiken. Alle magie deed een beroep op de aanwezige vrije energie van de planeet en de Avatars maakten zich zorgen om de agressie van de mensen.
Elk land kreeg een eigen leger met zwaardvechters en boogschutters en de magiërs sloten zich daarbij aan. De koningen en koninginnen begonnen ook hulp te zoeken bij de draken die op Eibor Risoklany leefden, maar de meeste draken wilden niets met de mensen te maken hebben. Enkele van hen werden er zelfs zo boos over dat de delegaties die zich in het drakenland waagden nooit meer terug kwamen.
De dynamiekmagiërs vonden dat ze te weinig verweer hadden tegen de elementen en ontwikkelden een geheel nieuwe magiesoort. Ze hadden gemerkt dat er door de ingrepen van de Avatars veel mana in het bloed van de mensen huisde en na veel onderzoek deden ze voor hun magie een beroep op dat bloed. Ze gingen daarbij zelfs zo ver, dat ze er mensen voor doodden.
De Avatars waren geschokt dat de mensen zichzelf of anderen verwondden voor rituelen waarin bloedmagie werd toegepast. Deze magie hoorde thuis bij de zwarte, duistere magie. Die soort werd door hen met klem verboden. Ze konden de vijandigheden echter niet stoppen en tenslotte kwamen er oorlogen op Eibor Risoklany. Er werden verschillende slagen uitgevochten, maar het bleek dat de legers tegen elkaar opgewassen waren. De Avatars zagen al gebeuren dat hun planeet door het misbruik van de vrije energie zou imploderen. Ze moesten iets tegen het geweld doen.
Wat er dan gebeurt, staat in ons verhaal: “De wording van Chyndyro.” Dit verhaal in pdf bestand, met tekeningen, is gratis te verkrijgen bij inschrijving voor ons boek Schimmenschuw, wanneer dit na uitgave (gesigneerd) gekocht wordt via ons. Daarvoor kunt u een berichtje achterlaten op Facebook of in een reactie op onze WordPress website. Als u dit wilt, vermeldt dan uw e-mail adres, zodat wij kunnen reageren op het bericht.
Op het moment zijn we bezig aan de redactie van Schimmenschuw en hebben we nog 8 maanden te gaan voordat (naar verwachting) in augustus ons boek bij Zilverbron uitkomt.
Hieronder een klein stukje uit het begin van “De wording van Chyndyro.”
© Johanna Lime
Vuurballen, ijshagel, brokken steen en bliksemflitsen schoten door de lucht. Sesha, de gouden draak keek ernaar vanaf de top van de godenberg. Hij had hier een goed uitzicht over het land. Maar zelfs met zijn scherpe ogen kon hij geen wijs worden uit wat er precies in het dal gebeurde. Er was alweer een strijd bezig tussen de legers van de zeven magische dynastieën. Hij kon alleen raden naar de menigte ridders die strijdend ten onder gingen en het aantal boogschutters dat pijl na pijl afschoot. Het enige dat hij zonder problemen waar kon nemen, was de magie. Hij kneep zijn ogen dicht en stampte geërgerd met zijn poot op de rots. Hoeveel mensenlevens zou dit nu weer kosten en waarvoor?
De goden hadden hem bevolen om deze keer op de berg te blijven. Het lag niet in zijn aard om slechts toeschouwer te zijn.
Enkele Avatars waren wel afgedaald om zich in de strijd te mengen. Hij voelde zich machteloos. Het enige dat hem restte, was de gesprekken aan te horen van de achterblijvende goden en godinnen.
Een van de goden die nog op de bergtop stond, was de vogelgod Aquila. Hij hoorde hem kreunen en draaide langzaam zijn kop om naar de adelaar. In de anders zo felle ogen van de Avatar zag hij nu een diepe verslagenheid.
De god die naast Aquila stond, greep naar zijn buik en kokhalsde. ‘Heb jij er ook zo’n spijt van, Aquila?’ mekkerde Mage, de zwarte ram.
‘Als ik mijn vooruitziende blik meer had vertrouwd, zou ik die mensen nooit hebben geholpen,’ verzuchtte Aquila. ‘Ik heb me laten ompraten door jullie en ik ben bang dat we nu echt heel erg streng en afdoende moeten ingrijpen.’
‘Het is helemaal uit de hand gelopen,’ beaamde Mage. ‘Zo zie je maar, wat er kan gebeuren als je medelijden hebt met mensen. Wij zijn veel te weekhartig.’
Sesha zag de godin Wieke in haar blinkende harnas vastberaden op de twee Avatars af stappen. Ze had het gesprek blijkbaar gevolgd en keek over de rand van de berg naar het strijdgewoel in het dal. Afkeurend schudde ze haar hoofd. ‘Dat het zo erg zou worden, kon zelfs Aquila in het begin niet voorspellen,’ zei ze tegen Mage. ‘We hebben ons vreselijk in de mensen vergist.’
Groeten van Johanna Lime.