Geplaatst 07 november 2014
We tellen af: Nog 10 maanden geduld, dan wordt Schimmenschuw uitgegeven bij Zilverbron.
Voordat het verhaal van het boek Schimmenschuw begint, is er al veel gebeurd.
Mensen met een hele hoge psi gevoeligheid, voelden grote rampen aankomen op de Aarde.
Zij wilden iedereen waarschuwen, maar hun verhalen werden niet geloofd.
Ze kregen zelfs de schuld van allerlei onverklaarbare fenomenen en werden opgesloten.
Dat hielp natuurlijk niet, want de natuurrampen bleven komen.
Uiteindelijk kwam het zover, dat de groep mensen werd gezien als een soort magiërs met vreemde krachten, die de wereld wilden vernietigen.
Andere mensen, zoals familieleden en journalisten, kwamen erachter dat de onheilsprofeten vastgehouden en zelfs gemarteld werden, dat ging tegen alle regels in.
Er kwamen processen van en daaruit kwam naar voren dat deze mensen moesten worden verbannen van de planeet. Degenen die hen de schuld gaven van alle rampen wonnen, want de angst voor magie regeerde.
De psi gevoelige mensen werden met een ruimteschip weggestuurd en dat bleek niet zo’n goed schip te zijn. Ze crashten op een planeet en moesten daarop zien te overleven.
De planeet waarop ze geland waren, bleek de planeet te zijn van Avatars, van goden en godinnen. EIBOR RISOKLANY.
Kijk, dit is een stukje van onze brainstorms over het ontstaan van onze werelden.
Misschien vind je het wel wat al te fantastisch en het is ook helemaal niet uitgewerkt.
We moesten een paar verklaringen zien te vinden op vragen.
Hoe kwamen er mensen op Laskoro en Chyndyro?
Waar kwamen die vandaan?
Hoe komen ze aan hun magie?
Waarom zijn sommige families daar beter in dan andere?
Hoe zijn die planeten bij de ster Atlas ontstaan?
Nog niet zo lang geleden zag je natuurramp na natuurramp op de televisie.
Vulkaanuitbarstingen, aardbevingen, de tsunami, overstroomde rivieren, orkanen.
Denk aan wat er gebeurde in Iran, Florida, de Filippijnen, Japan, de overstromingen in Limburg, de Bommelerwaard, de aardbevingen in Groningen.
Wat als er mensen zouden zijn die dat allemaal konden voelen aankomen, die ervoor gewaarschuwd hadden. Zouden we er dan eerder iets tegen hebben kunnen doen? Zouden er minder slachtoffers zijn geweest, minder schade?
Zouden die mensen geloofd zijn als ze alarm geslagen hadden?
Hoe zit dat bij ons? Luistert de overheid naar ons als wij aangeven dat er gevaar is?
Helaas niet is onze ervaring. Als wij de politie bellen omdat er in de straat een lantaarnpaal is afgebroken waarbij alle elektriciteitsdraden bloot zijn komen te liggen en we melden dat, omdat we het gevaarlijk vinden: wat gebeurt er dan?
‘Wat is uw achternaam?’
‘Lime’ (Het was natuurlijk een andere naam maar we nemen deze even als voorbeeld).
‘O, dat is geen naam die in deze plaats (onze woonplaats) veel voorkomt, hè?’
‘Wat heeft dat met de lantaarnpaal te maken?’
‘Waar bent u geboren?’
‘Eh, wij komen (daar en daar = geboorteplaats) vandaan. Maar we wonen hier al dertig jaar.’
‘En u weet niet hoe die paal is gebroken?’
‘Nee, we zagen het pas toen we vanmorgen uit bed kwamen.’
‘Weet u zeker dat u het zelf niet hebt gedaan?’
‘Nee, we willen alleen maar waarschuwen omdat we het gevaarlijk vinden dat die kabels bloot liggen. Kunt u er iets aan doen, zodat er geen ongelukken gebeuren?’
Ze beloofden langs te komen om te kijken. Gelukkig zijn we niet opgepakt omdat we als oplettende burgers anticipeerden op mogelijke ongelukken in de straat. Twee dagen later waren de draden pas weer bedekt, zodat niemand per ongeluk geëlektrocuteerd kon worden.
Nu hoeft het helemaal niet zo te lopen, maar we schrijven fantasy en dan ga je van alles bedenken. Als het nou eens zus en zo? Wat als dat gebeurde? Wat als koeien konden vliegen? Wat als de klimaatverandering voor steeds meer natuurrampen op Aarde zorgt? Als dat doorzet? Kunnen we dan wel op de Aarde blijven leven? Waar moeten we dan heen?
Nu gaat ons boek Schimmenschuw hier niet over, want we geven natuurlijk niet het verhaal van ons boek weg. Dat moet u zelf maar lezen. Over een maand of tien, als het er echt is.
Het is maar een voorbeeld van ons “Wat als…” gefantaseer.
Groeten van Johanna Lime.