19 maart 2014
Vanmorgen wisten we nog niet wat we wilden doen. Gingen we verder schrijven aan ons grote manuscript of toch maar eerst de eindopdracht maken voor de schrijfcursus van de Schrijven Online Academie?
De keuze viel op het laatste. Als we de cursus af zouden ronden, kregen we immers meer ruimte voor korte verhalen, om mee te kunnen doen aan schrijfwedstrijden in 2014.
De eindopdracht was een herschrijfopdracht en we pakten de eerder voor de cursus geschreven huiswerkopdrachten weer op. Het herschrijven werd echt wat het woord zegt: opnieuw schrijven. Schrijven in scènes, met dialogen, interne monologen en met karakters die eerst waren uitgewerkt. Het conflict was snel gevonden en we begonnen na een korte brainstorm ieder voor zich te schrijven.
Het was een onverwachte verrassing wat er ten slotte uit kwam. Verhalen van nog geen 1000 woorden werden verhalen van ongeveer 1500 woorden, maar wel zo dat ze er heel anders uitkwamen dan eerder het geval was. We hebben weer heerlijk samen beide verhalen nagelezen en aangepast totdat ze helemaal goed waren volgens ons. Dat leverde hilarische taferelen op. We hebben hartelijk kunnen lachen om de humoristische stukjes.
Wat is schrijven op deze manier toch heerlijk verrassend. Soms ben je wekenlang aan het bedenken waar je verhaal toch over moet gaan en dan ineens schieten de ideeën omhoog, ga je ervoor zitten en komt er van alles boven borrelen.
We wachten nu in spanning af wat de leraar er van zal vinden, kunnen het dan misschien nog iets verbeteren en dan hebben we zowaar drie verhalen van ongeveer 1500 woorden klaar liggen, om op te sturen naar een wedstrijd.
In de komende maanden moeten we dan nog inspiratie vinden voor de Paul Harland Prijs en Fantastels Verhalenwedstrijd. Maar we hebben er goede hoop op dat die ook ineens kan gaan borrelen, pruttelen of zich manifesteert. Al was het ’s nachts in dromen.